Information
-
Leerling
-
Stageperiode
-
Stagebegeleider
-
Mentor
-
Stageplaats:
Tussentijdse evaluatie
1) Competenties met betrekking tot werkhouding
-
De leerling voert opgelegde taken vlot en zelfstandig uit.
-
De leerling is correct in het volgen van afspraken.
-
Uniform en uiterlijk zijn verzorgd.
-
De leerling werkt economisch en milieubewust.
-
De leerling gaat op een gepaste manier om met feedback.
-
Verantwoording tussentijdse evaluatie:
2) Competenties over het werken in team.
-
De leerling heeft een vlot en gepast contact met het gehele team.
-
De leerling kent de werking/dagindeling en speelt daar vlot op in.
-
De leerling aanvaardt opdrachten en neemt initiatief.
-
De leerling rapporteert aan het personeel en houdt rekening met het beroepsgeheim.
-
De leerling stelt eigen problemen (fysiek, psychisch of sociaal) bespreekbaar in functie van de samenwerking.
-
Verantwoording tussentijdse evaluatie:
3) Competenties met betrekking tot het werken met de doelgroep
-
De leerling is vriendelijk, geduldig, empathisch en kan een vertrouwensband opbouwen.
-
De leerling durft gepast optreden bij storend of ongewenst gedrag.
-
De leerling praat voldoende en correct en heeft vlot en gepast contact met de doelgroep/familie van de zorgvrager.
-
De leerling vult vrije momenten creatief in, aangepast aan de doelgroep.
-
De leerling stimuleert de zelfredzaamheid
-
Verantwoording tussentijdse evaluatie:
4) Competenties met betrekking tot het verzorgend handelen.
-
De leerling is voldoende voorbereid op de te ondernemen zorg en past de aangeleerde verzorgingstechnieken toe.
-
De leerling heeft oog voor veiligheid, comfort en privacy van de zorgvrager.
-
De leerling kan de uitgevoerde techniek vlot en handig uitvoeren naar gelang de omstandigheden.
-
De leerling is in staat om hygiënisch te werken.
-
Verantwoording tussentijdse evaluatie:
5) Competenties met betrekking tot woon- en leefklimaat
-
De leerling heeft inzicht in huishoudelijke taken en voert ze goed uit.
-
De leerling organiseert en onderhoudt de werkplek.
-
De leerling helpt bij de bereiding van de maaltijd aangepast aan de noden van de zorgvrager (dieet).
-
De leerling dient de maaltijd op een verzorgde manier op en biedt ze op respectvolle manier aan tijdens het voeden.
-
Verantwoording tussentijdse evaluatie
6) Competenties met betrekking tot observeren, rapporteren en verslaggeving.
-
De leerling observeert om informatie te verzamelen, te verwerken en te verstrekken.
-
De leerling brengt structuur aan in opdrachten en diept ze grondig uit.
-
De leerling heeft de voorbereiding voor een activiteit tijdig schriftelijk aangeboden aan de mentor en staat open voor feedback.
-
Verantwoording tussentijdse evaluatie
7) Competenties met betrekking tot gesproken taal.
-
De leerling maakt gebruik van de juiste lidwoorden en een correcte zinsbouw.
-
De leerling praat correct Algemeen Nederlands.
-
De leerling praat voldoende luid met de nodige intonatie.
-
Verantwoording tussentijdse evaluatie
8) Competenties met betrekking tot geschreven taal.
-
De leerling maakt gebruik van een correcte zinsbouw en gebruikt hoofdletters en leestekens.
-
De leerling maakt gebruik van de correctiewijzer en brengt de nodige verbeteringen aan.
-
De leerling leest de verslagen na op taalfouten alvorens ze aan te bieden.
-
Verantwoording tussentijdse evaluatie
Bespreking tussentijdse evaluatie
-
Leerling:
-
Stagebegeleider:
-
Stagementor:
“Voldoende” op een tussentijdse evaluatie leidt niet automatisch tot een volledige geslaagde stage!
Eindevaluatie
1) Competenties met betrekking tot de werkhouding
-
De leerling voert opgelegde taken vlot en zelfstandig uit.
-
De leerling is correct in het volgen van afspraken.
-
Uniform en uiterlijk zijn verzorgd.<br>
-
De leerling werkt economisch en milieubewust.
-
De leerling gaat op een gepaste manier om met feedback.
-
Verantwoording eindevaluatie:
2) Competenties over het werken in team
-
De leerling heeft een vlot en gepast contact met het gehele team.
-
De leerling kent de werking/dagindeling en speelt daar vlot op in.
-
De leerling aanvaardt opdrachten en neemt initiatief.
-
De leerling rapporteert aan het personeel en houdt rekening met het beroepsgeheim.
-
De leerling stelt eigen problemen (fysiek, psychisch of sociaal) bespreekbaar in functie van de samenwerking.
-
Verantwoording eindevaluatie:
3) Competenties met betrekking tot het werken met de doelgroep
-
De leerling is vriendelijk, geduldig, empathisch en kan een vertrouwensband opbouwen.
-
De leerling durft gepast optreden bij storend of ongewenst gedrag.
-
De leerling praat voldoende en correct en heeft vlot en gepast contact met de doelgroep/familie van de zorgvrager.
-
De leerling vult vrije momenten creatief in, aangepast aan de doelgroep.
-
De leerling stimuleert de zelfredzaamheid.
-
Verantwoording eindevaluatie:
4) Competenties met betrekking tot het verzorgend handelen
-
De leerling is voldoende voorbereid op de te ondernemen zorg en past de aangeleerde verzorgingstechnieken toe.
-
De leerling heeft oog voor veiligheid, comfort en privacy van de zorgvrager.
-
De leerling kan de uitgevoerde techniek vlot en handig uitvoeren naar gelang de omstandigheden.
-
De leerling is in staat om hygiënisch te werken.
-
Verantwoording eindevaluatie:
5) Competenties met betrekking tot woon- en leefklimaat.
-
De leerling heeft inzicht in huishoudelijke taken en voert ze goed uit.
-
De leerling organiseert en onderhoudt de werkplek.
-
De leerling helpt bij de bereiding van de maaltijd aangepast aan de noden van de zorgvrager (dieet).
-
De leerling dient de maaltijd op een verzorgde manier op en biedt ze op respectvolle manier aan tijdens het voeden.
-
Verantwoording eindevaluatie:
6) Competenties met betrekking tot observeren, rapporteren en verslaggeving.
-
De leerling observeert om informatie te verzamelen, te verwerken en te verstrekken.
-
De leerling brengt structuur aan in opdrachten en diept ze grondig uit.
-
De leerling heeft de voorbereiding voor een activiteit tijdig schriftelijk aangeboden aan de mentor en staat open voor feedback.
-
Verantwoording eindevaluatie:
7) Competenties met betrekking tot gesproken taal.
-
De leerling maakt gebruik van de juiste lidwoorden en een correcte zinsbouw.
-
De leerling praat correct Algemeen Nederlands.
-
De leerling praat voldoende luid met de nodige intonatie.
-
Verantwoording eindevaluatie:
8) Competenties met betrekking tot geschreven taal.
-
De leerling maakt gebruik van een correcte zinsbouw en maakt gebruik van hoofdletters en leestekens.
-
De leerling maakt gebruik van de correctiewijzer en brengt de nodige verbeteringen aan.
-
De leerling leest de verslagen na op taalfouten alvorens ze aan te bieden.
-
Verantwoording eindevaluatie:
Eindbesluit
-
1) Competenties met betrekking tot de werkhouding.
-
2) Competenties over het werken in team.
-
3) Competenties met betrekking tot het werken met de doelgroep.
-
4) Competenties met betrekking tot het verzorgend handelen.
-
5) Competenties met betrekking tot woon- en leefklimaat.
-
6) Competenties met betrekking tot observeren, rapporteren en verslaggeving.
-
7) Competenties met betrekking tot gesproken taal.
-
8) Competenties met betrekking tot geschreven taal.
-
Motivering eindresultaat:
- Je hebt voldoende aangetoond over de nodige competenties te beschikken tijdens deze stage.
- Je hebt onvoldoende aangetoond over de nodige competenties te beschikken tijdens deze stage.
-
De competentie met betrekking tot de volgende groepen werd onvoldoende bereikt. Om voor stage te kunnen slagen op het einde van dit schooljaar dien je tijdens je volgende stage aan te tonen dat je ook deze competenties bereikt hebt.
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
-
Besluit:
-
Leerling:
-
Stagebegeleiding:
-
Stagementor: