6S Audit - Nedschroef Helmond B.V.

1. Benodigde en onbenodigde goederen, gereedschappen, producten en persoonlijke bezittingen komen door elkaar voor op de werkplek.

2. Onbenodigde goederen, gereedschappen en persoonlijke bezittingen zijn geïdentificeerd en gescheiden van de benodigde voorwerpen.

3. Onbenodigde goederen, gereedschappen en persoonlijke bezittingen zijn verwijderd van de werkplek maar nog niet opgeborgen.

4. Niet gebruikte kasten, werkbanken, tafels e.d. zijn geïdentificeerd en verwijderd van de werkplek.

5. Alles wat niet direct voor productie benodigd is, is van de werkplek verwijderd.

1. Voorwerpen zijn willekeurig verspreid over de werkplek

2. Benodigde gereedschappen en apparatuur zijn ordelijk en veilig opgeslagen

3. Voor alles is een vaste plaats gedefinieerd. Alle voorwerpen hebben een aangewezen plek.

4. Alle voorwerpen zijn voor iedereen snel vindbaar. Afstanden zij geminimaliseerd. Eerste identificatie is aanwezig.

5. Alle voorwerpen zij voor iedereen snel vindbaar. Afstanden zijn geminimaliseerd. Duidelijk onderscheid tussen vaak en minder vaak gebruikte voorwerpen.

1. Werkplekken zijn niet schoon en er is geen visueel management. Informatie zit verstopt in systemen.

2. Werkplekken zijn vrij van rommel, b.v. papier, bekers, voedselresten, productie afval..

3. Werkplekken zijn vrij van rommel; vloeren zijn schoon (geen olie, afval, producten enz. ) Bureaus zijn schoon.

4. Schoonmaak schema is opgesteld. Visueel management is geïnstalleerd. Verantwoordelijkheden zijn bekend.

5. Schoonmaak schema wordt aangehouden. Gehele werkplek is schoon. Binnenzijde van machines zijn schoon.

1. Geen (geschreven) procedures. Geen labels, schaduwborden, etcetera.

2. Procedures zijn geschreven, maar worden niet consequent gevolgd. Benodigde voorwerpen hebben een aangewezen plaats.

3. Alles heeft een aangewezen plaats en is daar ook aanwezig. Schaduwborden geïnstalleerd, ieder voorwerp heeft een zichtbare geïdentificeerde plaats.

4. Procedures zijn duidelijk, actueel en aanwezig op de werkplek. Minimale en maximale hoeveelheden zijn gedefinieerd.

5. Procedures, gereedschappen en goederenlocaties, vergaderingen en communicaties worden gedocumenteerd, gestandaardiseerd en opgevolgd.

1. Geen werkplek inspecties; standaarden worden niet vastgehouden.

2. Wekelijkse en dagelijkse inspecties zijn geïmplementeerd en worden uitgevoerd door leidinggevenden.

3. Verbeteracties worden gebaseerd op de uitkomst van de inspecties. Standaarden worden regelmatig geëvalueerd en geactualiseerd.

4. Medewerkers tonen eigenaarschap voor hun werkplek en de standaarden worden gevolgd. Bedrijfsleiding omarmt 6S en stelt capaciteit beschikbaar.

5. De eerste 4 S'en worden regelmatig geëvalueerd. Verdere verbeteringen behoren tot de dagelijkse werkzaamheden.

1. Alle nieuwe medewerkers krijgen instructie m.b.t. arbeidsveiligheid en hoe te handelen bij calamiteiten.

2. Gevaarlijke zones zijn duidelijk gemarkeerd. Alle apparatuur voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.

3. Veiligheidskundige voert regelmatig in secties van de werkplekken uit en toetst de invoering van nieuwe veiligheidsmaatregelen.

4. Veiligheidsrisico's worden in kaart gebracht en verkleind.

5. Veiligheidsbewustzijn blijkt uit acties, kennis en visualisaties op de werkplek.

1. Supervisor / Leadoperator vertonen weinig tot geen betrokkenheid bij 6S

2. Supervisor / Leadoperator nemen actief deel aan 6S

3. Supervisor / Leadoperator neemt voortouw in 6S

4. Supervisor / Leadoperator onderwijst en beheert 6S

5. Supervisor / Leadoperator zijn experts in 6S