Titelpagina
-
Document Nr.
-
Uitgevoerd op
-
Voorbereid door :
-
Afdeling :
1. Brandvoorkoming : evaluatie brandlast en gevaarlijke producten
-
1. Elektrische apparaten zijn in stand "uit" indien niet gebruikt en/of indien niemand aanwezig
-
2. Er staan een beperkt aantal elektrische apparaten ( geen overtollige apparaten en/of dubbel gebruik, zoals extra waterkoker, koffiezet, broodrooster, microgolf, combi-oven)
-
3. Elektrische apparaten zijn in goede staat (bekabeling, aansluiting)
-
4. Het fornuis is afgekoppeld
-
5. Brandbare materialen zijn verwijderd van direct contact met elektrische apparatuur
-
6. Er is algemene orde en netheid in de lokalen : alles heeft een vaste plaats
-
7. Er is goed kabelbeheer (struikelrisico vermijden, geen vloeistofinsijpeling mogelijk)
-
8. Men maakt oordeelkundig gebruik van multistekkerdozen ( geen overbelasting door zware vermogens)
-
9. De oranje kaft gevaarlijke producten is aanwezig voor het personeel van de afdeling
-
10. Correcte opslag van producten wordt toegepast (scheiding ontvlambaar - oxiderend / uit direct zonlicht / niet op warmtebronnen)
-
11. O2 fles op reanimatiekar hangt vast
-
12. Drukhouders zijn beveiligd tegen omvallen
-
13. Locatie afsluiters medische gassen is toegankelijk voor personeel afdeling
2. Blusmiddelen
-
1. Ten minste 1 blusdeken beschikbaar op dienst
-
2. Toestand muurhaspels = OK (geen knik, geen lek, goed gemonteerd, zegel oké, niet los, de spuitmond achter de bedieningskraan, ...)
-
3. De toestand van de hydranten is OK ( geen lekken, geen verkalking, ...)
-
4. Er zijn voldoende muurhaspels, hydranten op de dienst
-
5. De juiste blusmiddelen zijn voorzien
-
6. De blusmiddelen zijn voldoende in aantal
-
7. De blusmiddelen hangen correct op
-
8. De blusmiddelen zijn visueel in goede staat
-
9. De blusmiddelen zijn vlot bereikbaar en nisdeuren zijn makkelijk te openen
-
10. De blusmiddelen zijn gekeurd (check af random)
-
11. De blusmiddelen zijn genummerd volgens locatie en type
3. Compartimentering
-
1. De branddeuren worden continu vrijgehouden (geen spie, geen obstakels)
-
2. Men kan de branddeuren gemakkelijk openen
-
3. De branddeuren functioneren bij indrukken van de brandmelder
-
4. Positieve veiligheid: de sturing van de uitgangsdeuren in de evacuatieweg gaan bij brandmelding uit slot (met name slot, badgelezer, code,…)
-
5. De deurpompen van de zelfsluitende deuren in de evacuatie weg zijn goed afgesteld
-
6. De algemene toestand van de branddeur is OK (handvaten indien nodig, geen gaten, magneet werkt, ...)
4. Brandmeld- en detectie installatie
-
1. De branddrukknop is duidelijk aanwezig
-
2. De evacuatiedrukknop is duidelijk aanwezig
-
3. Er is geen verwarring mogelijk met andere drukknoppen (ventilatie, deurontgrendeling, evacuatie)
-
4. De branddrukknop werkt
-
5. Er zijn voldoende rookdetectoren aanwezig
-
6. De rookdetectoren zijn onbedekt
5. Veiligheidssignalisatie
-
1. De signalisatie is voldoende in aantal (brand, vluchtwegen)
-
2. De signalisatie is voldoende zichtbaar (grootte en/of aantal)
-
3. De zichtbaarheid van de signalisatie wordt niet gehinderd door andere signalisatie en of obstakels
-
4. Op de dubbele branddeuren is op beide panelen de tekst voorzien 'branddeur vrijhouden'
-
5. De veiligheidsverlichting is voldoende aanwezig (brandnis, vluchtwegen, elektrische kasten)
-
6. Het evacuatieplan hangt op aan beide ingangen van de afdeling
-
7. Het evacuatieplan klopt met de realiteit (lokaalindeling, oriëntatie)
6. Brandmeldingsprocedure
-
1. Het gesproken bericht van de brandmelding wordt correct weergegeven via de telefoon interne interventieploeg (inhoud, verstaanbaar)
-
2. De waarschuwing brand is duidelijk leesbaar op de dect van de lopers
-
3. Het auditief signaal op de telefoon van de interventieleden is duidelijk hoorbaar
-
4. De actiekaart van brandmelding voor spoedgevallen wordt correct opgevolgd
-
5. Spoedgevallen zorgt voor ophalen plan en begeleiden van de brandweer (sleutels afgeven en dect)
7. 2° interventieploeg
-
1. De 2° interventieploeg daagt op
-
2. Een RDV wordt afgesproken door de security of het personeel van de dienst
-
3. Het motorkapoverleg met brandweer stafmedewerker zorg en security wordt correct uitgevoerd
8. Evacuatie
-
1. Het rescuesheet is op het bed correct aangebracht
-
2. Het rescuesheet vertoont geen zichtbare gebreken
-
3. De REA kar en zuurstofflessen zijn vlot te transporteren
-
4. De evacuatiewegen en verzamelpunten zijn vrij van obstakels
9. Organisatie
-
1. De opleiding start op het afgesproken tijdstip
-
2. De groep deelnemers is beheersbaar voor de lesgever (max 12pers)
-
3. Een oefenkamer is voorzien
-
4. Het materiaal staat op voorhand gereed (bed, computer)
-
5. De verantwoordelijke is aanwezig tijdens de opleiding
10. Extra opmerkingen uit de rondgang
-
Verslaggever