Algemene Informatie

Informatie inrichting

  • Naam Inrichting:

  • Verslag info:

  • Adres:
  • Naam eigenaar:

  • Telefoonnummer eigenaar:

  • E-mail eigenaar:

  • KVK Nummer:

Informatie inspectie

  • Behandeld ambtenaar:

  • Datum inspectie:

  • Hoofdactiviteit:

  • Nevenactiviteit(en)

  • Type inrichting, Wet Milieubeheer

  • Type inrichting, BOM-systematiek

  • Aanwezig namens gebruiker:

Pre-Checklist

Pre-checklist

  • Is het bezochte bedrijf niet meer actief of staat het leeg?<br>

  • Mag het bezochte bedrijf niet actief zijn conform bestemmingsplan?

  • De checklist hoeft verder niet ingevuld te worden!

  • Klik op 'Open link' om het bestemiingsplan te bekijken
    http://www.nieuwwest.amsterdam.nl/wonen_en/wonen/bestemmingsplannen/

Luchtemissies

  • Zijn er luchtemissies vanuit het bedrijf naar de buitenlucht?

  • - Worden de kook- en bakgassen afgevoerd middels een afzuiginstallatie?
    - Zijn er andere luchtemissies, zoals stof/zware metalen/gevaarlijke stoffen?

Aandachtspunt 1: Afvoer bakgassen middels afzuiginstallatie

  • 2.1 lid 2e (Barim) Worden kook- en bakdampen afgezogen?<br>Voorkomen beperken luchtverontreiniging.<br> <br> <br> <br>

  • 4.107 lid 2 (Barim) Worden de vetvangfilters van de afzuiginstallatie wekelijks gereinigd?<br>Niet verwarren met een koolfilter of vetvangfilters bij een ontgeuringsinstallatie.<br> <br> <br> <br>

  • 2.1 lid 2l (Barim) Zijn de afzuiginstallatie en de gasbranders/het gasfornuis/de frituuroven i.v.t. geschakeld via een gasgebrekklep?<br>Door een gasgebrekklep wordt het gas pas vrijgegeven als de afzuiginstallatie aan is.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 2: Afvoer bakgassen middels ontgeuringsinstallatie of middels uitmonding pijp bovendaks

  • 4.107 lid 1 (Barim) Is er een doelmatige ontgeuringsinstallatie aanwezig?<br>De koolfilters dienen regelmatig (elk half jaar of vaker indien noodzakelijk) gereinigd of vervangen te worden.<br>

  • 4.107 lid 1 (Barim) Is er een adequate uitmonding van de afvoerpijp?<br>De uitmonding v/d afvoerpijp v/d afzuiginstallatie dient zich op minimaal 2 meter boven de hoogste daklijn binnen 25 meter gelegen bebouwing te bevinden.​

Aandachtspunt 3: Koolmonoxide emissies en vergiftiging

  • 6.1 (Wm bijlage 2) Wordt de grenswaarde voor koolmonoxide overschreden?<br>10.000 microgram per m3 als acht-uurgemiddelde concentratie als grenswaarde (niet-arbeidsplaatsen) voor de bescherming van de humane gezondheid. SI. 1 µgr. = 1*10-6 gr. (Ofwel 1 microgram is 0,000.001 gram, dus 10.000 µgr = 0,01 gr. = 10 mg.)

  • 2.1 lid 2 e (Barim) Het voorkomen of beperken van het ontstaan van nadelige gevolgen voor het milieu: luchtverontreiniging (CO)<br>

  • 2.1 lid 2 g (Barim) Het voorkomen of beperken van het ontstaan van nadelige gevolgen voor het milieu: geurhinder (rook)<br>

  • 1.1 a lid 1 en 2 (Wm) Eigenaar of gebruiker zorgt ervoor dat er geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt

Aandachtspunt 4: Maatwerkvoorschriften t.a.v.

  • 4.107 lid 4 (Barim) Maatwerkvoorschriften noodzakelijk?<br>Uitvoering en onderhoud ontgeuringsinstallatie, situering van het emissiepunt, voorkomen en beperken van diffuse geuremissies, beperken van incidentele geurpieken tot specifieke tijdstippen.<br> <br> <br> <br>

Afvalwater

  • Wordt er afvalwater geloosd door het bedrijf?<br><br>

  • - Wordt het afvalwater dat vet bevat afgevoerd naar het riool middels een vetafscheider?
    - Wordt het afvalwater dat deeltjes/olie/gif/amalgaam bevat geloosd op het riool?

Aandachtspunt 1: Lozing afvalwater middels vetafscheider naar riool

  • 6.36 lid 2 (Barim) Is een slib- en vetafscheider aanwezig?<br>Er moet een vetafscheider aanwezig zijn bij nieuwe inrichting van na 19 oktober 2007, welke vet met het afvalwater lozen. Inrichtingen ouder dan 19 oktober 2007 hoeven geen vetafscheider te hebben.<br> <br> <br> <br>

  • 4.109 lid 2 (Barim) Het afvalwater mag zich niet buiten de inrichting verspreiden?<br>(Het afvalwater mag zich niet binnen (bijv. op de vloer en koelcellen) en buiten de inrichting (op straat, hemelwaterriolering en oppervlaktewater) verspreiden) Al het afvalwater, dus ook v/d kolken in de vloer moeten via de vetafscheider geleid worden!<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 2: Doelmatigheid en onderhoud vetafscheider

  • 4.109 lid 1 (Barim) Is er een doelmatige vetafscheider aanwezig?<br>Filtert de vetafscheider het vet van het afvalwater, zodat het vet niet in het rioolstelsel terecht komt. De werking is conform NEN-EN 1825-1 en 2.<br> <br> <br> <br>

  • 4.109 lid 4 (Barim) Wordt er voor de werking ervan voldoende frequent onderhoud gepleegd?<br>Frequentie voor het legen en reinigen van de vetafscheider ligt (conform NEN-EN 1825-1 en 2) op één keer per maand, tenzij de doelmatigheid van de afscheider niet nadelig wordt beïnvloed.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 3: Milieuzorg afvalwater gevaarlijke stoffen bij tandheelkundige activiteiten

  • 3.26 (Barim) Wordt amalgaamhoudend afvalwater geleid door een amalgaamafscheider?<br>De amalgaamafscheider dient te voldoen aan de eisen gesteld in NEN-EN-ISO 11143.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 4: Maatwerkvoorschriften

  • 4.109 lid 5 (Barim) Maatwerkvoorschriften noodzakelijk?<br>(Ontheffing bij Maatwerkvoorschrift vetafscheider voor inrichtingen van voor 19 oktober 2007)<br> <br> <br> <br>

Afvalstoffen

  • Komen er afvalstoffen vrij in het bedrijf?<br>

  • - Wordt het bedrijfsafval/gevaarlijk afval/dierlijke bijproducten correct opgeslagen?
    - Wordt het bedrijfsafval/gevaarlijk afval/dierlijke bijproducten correct afgegeven?

Aandachtspunt 1: Opslag van het bedrijfsafval/gevaarlijk afval/dierlijke bijproducten

  • 10.1 lid 1-5 en 10.2 lid 1-3 [10.36-10.43] (Wet milieubeheer) Zorgplicht schadelijke gevolgen afval van inrichting?<br>Verboden om afval te storten buiten een inrichting en anderszins schade toe te brengen aan milieu door afval. LET OP!! vlees en visafval zijn niet aangewezen als afvalstof onder hoofdstuk 10 van de Wm!!!<br>

  • 2.12 lid 1/2 (Barim) Wordt er gedaan aan afvalscheiding?<br>Gescheiden opslaan en gescheiden afgeven van gevaarlijk afval, ook van ander afvalfracties.<br> <br> <br> <br>

  • Bijlage 2, hoofdstuk 1 lid 1 en 2 (Europese verordening 1774/2002) Opslag dierlijke bijproducten in lekvrije verpakking, voorzien van etikettering?<br>Categorie 1: dierlijk afval besmet met (een) ziekte(n). Categorie 2: dierlijk afval (bedorven geurend zoals organen, dat bewerkt is; en/of over datum is; en/of kant-en-klaar maaltijden met vlees./vis erin, salades met vlees/visproducten). Categorie 3: dierlijk afval (niet bedorven geurend zoals vlees, vis, koppen, hoeven, huiden, horens, bloed, kanen en beenderen). Dierlijke bijproducten (Categorie 1-3) mogen niet tussen het bedrijfsafval aangetroffen worden.<br>

Aandachtspunt 2: Afgifte van het bedrijfsafval/gevaarlijk afval/dierlijke bijproducten aan erkend inzamelaar

  • 2.12 lid 1/2 (Barim) en 10.37 (Wet milieubeheer) Afval afgegeven aan een erkend inzamelaar?<br>Bedrijfsaval e.a. fracties (w.o. papier/karton, glas, Swill, restafval en vet) gescheiden opslaan en gescheiden afgeven aan: gemeentereiniging/ICOVA/SITA/Roti en gevaarlijk afval aan Afval Energie Bedrijf.<br> <br> <br> <br>

  • 2.12 lid 1/2 (Barim), 13 lid 1 (Europese verordening 1774/2002) Wordt het dierlijk afval categorie 1 en 2 materiaal, afgegeven aan een door de VWA erkende inzamelaar?<br>Zie voor de juiste inzamelaar de bijlagen op de webside van de VWA.<br> <br> <br> <br>

  • 2.12 lid 1/2 (Barim), 17 lid 1 (Europese verordening 1774/2002) Wordt het dierlijk afval categorie 3 materiaal, afgegeven aan een door de VWA erkende inzamelaar?<br>Zie voor de juiste inzamelaar de bijlagen op de webside van de VWA.<br> <br> <br> <br>

  • 2.12 lid 1/2 (Barim), 9 lid 1 (Europese verordening 1774/2002) Afgiftebonnen aanwezig dierlijke bijproducten?<br>Van afgifte van afval aan een verwerker, houdt men een administratie bij. In alle gevallen dient een handelsdocument overhandigd te worden na afgifte aan de inzamelaar.<br> <br> <br> <br>

  • 2.12 lid 1/2 (Barim), 9 lid 1 (Europese verordening 1774/2002) Afgiftebonnen aanwezig dierlijke bijproducten?<br>Van afgifte van afval aan een verwerker, houdt men een administratie bij. In alle gevallen dient een handelsdocument overhandigd te worden na afgifte aan de inzamelaar.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 3: Algemene milieuzorg

  • 2.13 (Barim) Wordt het afval (afkomstig uit de inrichting) in de omgeving verwijderd?<br>Verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, sport- en spelmaterialen of andere materialen die uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting bestemd zijn binnen een straal van 25 meter van de inrichting.<br> <br> <br> <br>

  • 10.38 lid 1-3 (Wet milieubeheer) Bewaren afgiftebon (documenten) bedrijfsafval en gevaarlijk afval?<br>De afgiftegegevens dienen voldoende/correcte informatie te geven en tenminste 5 jaar bewaard te worden en getoond te worden aan het b.g. en afkomstig te zijn van een erkend inzamelaar.<br> <br> <br> <br>

Geluid

  • Wordt er geluid geproduceerd door het bedrijf?<br>

  • - Is het gebied waar het bedrijf zich bevindt gezoneerd?
    - Worden de geluidsnormen overschreden?

Aandachtspunt 1: Gebied met geluidszonering

  • 2.17 lid 3 (Barim) Is er een overschrijding van de geluidsnormen geconstateerd (industrieterrein)?<br>Het (muziek)geluid is afkomstig van het bedrijf op een gezoneerd industrieterrein en hoorbaar bij de dichtstbijzijnde woning. Doe een geluidsmeting bij degene(n) die overlast ervaren. Let op: is het geluid niet waarneembaar, dan is dat nog geen garantie dat de normen niet worden overschreden, maar wel zeer aannemelijk.<br> <br> <br> <br>

  • 2.1 lid 2f (Barim) Zorgplicht: voorkomen/beperken van geluidshinder noodzakelijk?<br>Indien de huidige regelgeving onvoldoende voorziet in het voorkomen en/of beperken van geluidshinder.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 2: Overschrijding geluidsnormen

  • 2.17-2.22 (Barim) Is er een overschrijding van de geluidsnormen geconstateerd (overige plaatsen)?<br>Het (muziek)geluid is afkomstig van het bedrijf op een niet gezoneerd (industrie)terrein en hoorbaar bij de dichtstbijzijnde woning. Doe een geluidsmeting bij degene(n) die overlast ervaren. Let op: is het geluid niet waarneembaar, dan is dat nog geen garantie dat de normen niet worden overschreden, maar wel zeer aannemelijk.<br> <br> <br> <br>

  • 2.1 lid 2f (Barim) Zorgplicht: voorkomen/beperken van geluidshinder noodzakelijk?<br>Indien de huidige regelgeving onvoldoende voorziet in het voorkomen en/of beperken van geluidshinder.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 3: Maatwerkvoorschriften

  • 2.20 lid 1- 6 (Barim) Maatwerkvoorschriften noodzakelijk?<br>Nadere voorschriften om de geluidsoverlast te beperken of om inrichtingen hogere geluidsnormen toe te staan.<br> <br> <br> <br>

Stookinstallaties

  • Zijn er stookinstallaties in gebruik bij het bedrijf?<br>

  • - Is het vermogen > 100 kW?
    - Is er vierjaarlijks onderhoud / SCIOS-keuring?

Aandachtspunt 1: Keuring en onderhoud van gasgestookte stookinstallatie

  • 4.1 lid 1 (Bems) Is de niet-gasgestookte stookinstallatie gekeurd?<br>- Het betreft hier niet-gasgestookte stookinstallaties met een nominaal vermogen (Pn) van 20 kilowatt (kW) tot max. 100 kilowatt. De keuring dient uitgevoerd te worden op veilig functioneren, optimale verbranding en energiezuinigheid.<br>Keuringsfrequentie: t.m. eenmaal per vier jaar.<br>- Het betreft hier niet-gasgestookte stookinstallaties met een nominaal vermogen (Pn) van meer dan 100 kilowatt (kW). De keuring dient uitgevoerd te worden op veilig functioneren, optimale verbranding en energiezuinigheid.<br>Keuringsfrequentie: t.m. eenmaal per twee jaar.<br>

  • 4.1 lid 2 (Bems) Is de gasgestookte stookinstallatie eens per vier jaar gekeurd?<br>Het betreft hier gasgestookte stookinstallaties met een nominaal vermogen (Pn) van meer dan 100 kilowatt. De keuring dient uitgevoerd te worden op veilig functioneren, optimale verbranding en energiezuinigheid.<br>Keuringsfrequentie: t.m. eenmaal per vier jaar.<br> <br> <br> <br>

  • 4.1 lid 3 (Bems) Is de keuring verricht op appendages gerelateerd aan de stookinstallatie?<br>De keuring dient tevens uitgevoerd te worden op afstelling voor de verbranding, het systeem voor de toevoer van brandstof en verbrandingslucht en de afvoer van verbrandingsgassen.<br> <br> <br> <br>

  • 4.1 lid 7 (Bems) Onderhoud n.a.v. keuringsverslag?<br>Indien uit het keuringsrapport blijkt dat de stookinstallatie onderhoud behoeft, vindt dat onderhoud binnen twee weken na de keuring plaats. Degene die de inrichting drijft vraagt van degene die het onderhoud verricht aan de stookinstallatie een door hem ondertekend bewijs waaruit blijkt wanneer, door wie en welk onderhoud is verricht.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 2: Kwaliteitswaarborging keuringseisen gasgestookte stookinstallatie

  • 4.1 lid 4 (Bems) Is de keuring verricht door SCIOS-gecertificeerde instantie?<br>De keuring dient te worden verricht door iemand die gecertificeerd is door een accreditatie-instantie is erkend om uitvoering te kunnen geven aan de Beoordelingsrichtlijn voor het uitvoeren van onderhoud en inspecties aan stookinstallaties van de Stichting Certificatie en Onderhoud Stookinstallaties of door een vergelijkbare instantie.<br> <br> <br> <br>

  • 4.1 lid 4 (Bems) Opvragen en aanleveren keuringsverslag?<br>De drijver van de inrichting vraagt van degene die de keuring verricht een door hem opgesteld en ondertekend verslag van die keuring, waaruit ten minste blijkt wanneer en door wie de keuring is verricht en de resultaten van de keuring.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 3: Zorgplicht

  • 2.1 lid 2l (Barim) Worden ongewone voorvallen en risico’s voorkomen of beperkt?<br>De drijver van de inrichting is verantwoordelijk om ongewone voorvallen en risico’s te voorkomen of te beperken én dient er altijd voor te zorgen dat de installatie aan de eisen voldoet.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 4: Beschikbaar houden van documenten

  • 5.1 lid 1 (Bems) Worden de meetdocumenten beschikbaar gehouden?<br>De drijver van de inrichting dient de resultaten van de laatstelijk uitgevoerde metingen en andere gegevens, die nodig zijn om te kunnen beoordelen of in overeenstemming met dit besluit (Bems) wordt gehandeld, in de inrichting ter beschikking te houden en ter inzage te geven aan het bevoegd gezag.<br> <br> <br> <br>

  • 5.1 lid 2 (Bems) Worden de keuringsdocumenten beschikbaar gehouden?<br>De drijver van de inrichting dient het laatstelijk verstrekte verslag van een keuring en het laatstelijk verstrekte bewijs van verricht onderhoud, bedoeld in artikel 4.1, vierde en zevende lid, in de inrichting ter beschikking te houden en ter inzage te geven aan het bevoegd gezag.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 5 Spuiwater en condensaat rookgassen

  • 4.19 lid 1 (Barim) en 4.36 (Rarim) Geschiedt het spuien van water in geschikte spuittank?<br>Het spuien van een stoomketel geschiedt in een geschikte spuitank dan wel in een andere geschikte voorziening die ten minste voldoen aan de bij ministeriële regeling te stellen eisen.<br> <br> <br> <br>

  • 4.19 lid 2 (Barim) Geschiedt de lozing van spuiwater en condensaat rookgassen in openbaar riool?<br>Indien het spuiwater van een stoomketel of condensaat van rookgassen van een stookinstallatie niet in een openbaar vuilwaterriool geloosd kan worden, is lozing op of in de bodem of in een oppervlaktewaterlichaam toegestaan.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 6 Maatwerkvoorschriften

  • 2.20 lid 1- 6 (Barim) Maatwerkvoorschriften noodzakelijk?<br>Nadere voorschriften om een gevaarlijke situatie te beperken.<br> <br> <br> <br>

Koelinstallaties

  • Zijn er koelinstallaties in gebruik bij het bedrijf? (o.a. airco’s/koel/vriescellen)<br>

  • - Is de inhoud aan koudemiddelen in een apparaat > 3 kg.?
    - Heeft er een jaarlijkse/halfjaarlijkse/drie-maandelijkse controle plaatsgehad?

Aandachtspunt 1: Welk type koudemiddel wordt gebruikt in de koelinstallatie’s

  • Type koudemiddel 1: Synthetische koudemiddelen: (H)CFK:<br>CFK: R: 11, 12, 12b1, 13, 13b1, 114, 500, 502 en 503;<br>HCFK: R 22, 123, 124 en 142b;<br>HCFK/HFK: R 401a, 401b, 402a, 402b, 403a, 403b, 408a, 409a, 409b en 414a. (Mengsels van CFK en HFK)<br> <br> <br> <br>

  • Type koudemiddel 2: Synthetische koudemiddelen: HFK:<br>R: 23, 32, 107a, 125, 134a, 143a, 152a, 227ea, 236a, 316a, 404a, 407a, 407b, 407c, 410a, 507, 508a, 508b, Isceon 59 en Isceon 89.<br> <br> <br> <br>

  • Type koudemiddel 3: Natuurlijke koudemiddelen:<br>R 170 (Ethaan), R 290 (Propaan), R 600a (Isobutaan),<br>R 717 (Ammoniak), R 744 (CO2), R 1270 (Propeen) en R 718 (Water).<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 2: Koelinstallatie met natuurlijke koudemiddelen

  • 4.20 lid 1-8 (Barim) Een koelinstallatie met een inhoud van > 12 kg. aan natuurlijke koudemiddelen?<br>De koelinstallatie met een inhoud van > 12 kg. aan type koudemiddel 3 (natuurlijke koudemiddelen) voldoet aan artikel 4.20 van de Barim. Ammoniak moet ook voldoen aan PGS 13.<br> <br> <br> <br>

  • 2.1 lid 2l (Barim) Zorgplicht: voorkomen/beperken van risico’s voor omgeving en ongevallen?<br>De drijver van de inrichting is verantwoordelijk voor het voorkomen van risico’s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel voor zover dat niet mogelijk is het zoveel mogelijk beperken van de risico’s voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich voordoen en de gevolgen hiervan.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 3: Koelinstallatie met synthetische koudemiddelen (H)CFK

  • 23 (Europese Ozonverordening 1005/2009) Controle op lekdichtheid uitgevoerd?<br>Indien de inhoud aan synthetische koudemiddelen groter is dan 3 kg. in een installatie (of vanaf 6 kg. in een hermetisch afgesloten en als zodanig geëtiketteerde installatie), dan moet de installatie periodiek op lekdichtheid worden gecontroleerd. Deze controle dient te worden uitgevoerd door een gediplomeerd persoon. De controlefrequenties zijn afhankelijk van de inhoud aan koudemiddelen. Lekkage wordt binnen 14 dagen hersteld en daarna wordt opnieuw een controle uitgevoerd op lekkage. Zie tabel 2. Dus bij inhoud kleiner dan 3 kg. zijn er geen frequentie-eisen.

  • 4 en 5 (Europese Ozonverordening 1005/2009) en 6 (Besluit Ozonafbrekende stoffen milieubeheer)<br>Worden er (H)CFK’s gebruikt in de installatie?<br>Vanaf 1 januari 2010 mogen chloorfluorkoolstoffen (CFK’s) zoals R22, niet meer worden bijgevuld in o.a. koel- en vriesinstallaties en klimaatregeling-apparatuur. Met ingang van 2015 mogen ook geen geregenereerde HCFK's meer toegepast worden voor onderhoud. De ondernemer kan dan kiezen tussen het broeikasversterkende HFK óf natuurlijke koudemiddelen. In artikel 10 en 11 zijn uitzonderingen benoemd voor Chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK's).

  • 2.1 lid 2l (Barim) Zorgplicht: voorkomen/beperken van risico’s voor omgeving en ongevallen?<br>De drijver van de inrichting is verantwoordelijk voor het voorkomen van risico’s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel voor zover dat niet mogelijk is het zoveel mogelijk beperken van de risico’s voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich voordoen en de gevolgen hiervan.<br> <br> <br> <br>

Aandachtspunt 4: Koelinstallatie met synthetische koudemiddelen HFK

  • 3 lid 1-7 (EU-verordening 842/2006) Controle op lekdichtheid uitgevoerd?<br>Art. 3 lid 1: Voorkomen van lekkage en vastgestelde lekkage zo spoedig mogelijk hersteld.<br>Art. 3 lid 2: Indien de inhoud aan synthetische koudemiddelen groter is dan 3 kg. in een installatie (of vanaf 6 kg. in een hermetisch afgesloten en als zodanig geëtiketteerde installatie), dan moet de installatie periodiek op lekdichtheid worden gecontroleerd. Deze controle dient te worden uitgevoerd door een gediplomeerd persoon. De controlefrequenties zijn afhankelijk van de inhoud aan koudemiddelen. Na constatering van lekkage, wordt opnieuw binnen een maand na herstel van de lekkage een controle uitgevoerd op lekdichtheid. Zie tabel 2. Bij inhoud kleiner dan 3 kg. zijn er geen frequentie-eisen.<br>Art. 3 lid 3: Bij meer dan 300 kg. koudemiddelen dient een lekdetectiesysteem te zijn installeerd.

  • 3 lid 6 (EU-verordening 842/2006) Installatiegebonden logboek in gebruik?<br>Exploitanten houden een register bij van:<br>1. de hoeveelheid en de aard van de zich in de installatie bevindende gefluoreerde broeikasgassen HFK’s;<br>2. de eventueel toegevoegde hoeveelheden;<br>3. de bij onderhoud, service en definitieve verwijdering teruggewonnen hoeveelheid;<br>4. andere relevante informatie,<br>4.1 waaronder de identificatie van het bedrijf of de technicus die de service of het onderhoud heeft verricht,<br>4.2 alsmede de data en de resultaten van de uit hoofde van de leden 2, 3 en 4 verrichte controles,<br>4.3 andere relevante informatie ter aanduiding van de in lid 2, onder b) en c), bedoelde stationaire toepassingen.<br>Dit register wordt op verzoek ter beschikking gesteld van het bevoegd gezag.

  • 2.1 lid 2l (Barim) Zorgplicht: voorkomen/beperken van risico’s voor omgeving en ongevallen?<br>De drijver van de inrichting is verantwoordelijk voor het voorkomen van risico’s voor de omgeving en ongewone voorvallen, dan wel voor zover dat niet mogelijk is het zoveel mogelijk beperken van de risico’s voor de omgeving en de kans dat ongewone voorvallen zich voordoen en de gevolgen hiervan.<br> <br> <br> <br>

The templates available in our Public Library have been created by our customers and employees to help get you started using SafetyCulture's solutions. The templates are intended to be used as hypothetical examples only and should not be used as a substitute for professional advice. You should seek your own professional advice to determine if the use of a template is permissible in your workplace or jurisdiction. You should independently determine whether the template is suitable for your circumstances.