Information
-
Documentnummer
-
Indienststelling van gebouwen
-
Werkgever
-
Gemaakt op
-
Gemaakt door
-
Gebouw
Vooraf te checken documenten
-
Conformiteit op basis van ter beschikking zijnde documenten
-
Meer uitleg en de tekst vind je op volgende website en volg TITEL III: ARBEIDSPLAATSEN Hoofdstuk I: Basiseisen Afdelingen I tot VII:
http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1958 -
Ga nu verder door uw locatie toe te voegen: klik op "Toevoegen locatie"
Locatie
-
Gebouw:
-
Verdieping:
-
Controleer de volgende items:
Algemene beginselen
-
De werkgever treft de nodige maatregelen opdat de arbeidsplaats beantwoordt aan het KB, onverminderd de resultaten die voortvloeien uit de risicoanalyse.
-
De werkgever vraagt voorafgaand advies aan het comité over de te treffen maatregelen.
-
De werkgever verstrekt alle informatie betreffende de maatregelen aan het comité en aan de werknemers.
-
Bij inrichting van de arbeidsplaats wordt rekening gehouden met gehandicapte werknemers.
-
Hierbij wordt vooral gelet op deuren, verbindingswegen, trappen, sociale voorzieningen en werkposten die rechtstreeks door hen zullen worden gebruikt.
Uitrusting
-
De gebouwen zijn afgestemd op het gebruik qua structuur.
-
De gebouwen zijn afgestemd op het gebruik qua stabiliteit.
-
De gebouwen zijn afgestemd op het gebruik qua stevigheid.
-
De elektrische installatie veroorzaakt geen brand- of ontploffingsgevaar.
-
De elektrische installatie beschermt personen tegen ongevallenrisico's door directie of indirecte aanraking.
-
Bij het ontwerp, de uitvoering, de keuze van materialen en beschermingsvoorzieningen is rekening gehouden met de spanning.
-
Bij het ontwerp, de uitvoering, de keuze van materialen en beschermingsvoorzieningen is rekening gehouden met de externe invloeden.
-
Bij het ontwerp, de uitvoering, de keuze van materialen en beschermingsvoorzieningen is rekening gehouden met de deskundigheid van personen.
-
Er zijn afwijkingen op het KB toegestaan omdat het technisch en objectief niet mogelijk was de normen te bereiken, uit de risicoanalyse bleek dat er geen risico's zijn bij het niet toepassen, er geen alternatieve preventiemaatregelen bestaan, de preventieadviseur advies heeft gegeven en het comité akkoord is gegaan.
-
Transparante of lichtdoorlatende wanden zijn vervaardigd uit veiligheidsmateriaal.
-
Werknemers kunnen niet in aanraking komen met transparante of lichtdoorlatende wanden.
-
Het oppervlak van transparante of lichtdoorlatende wanden is tegen indrukken beschermd.
-
Transparante of lichtdoorlatende wanden zijn duidelijk gemarkeerd op ooghoogte.
-
Trappen, gaanderijen en platformen zijn voorzien van CBM,s (leuningen) waarvan het aantal en de dimensies bepaald zijn door de regels van goed vakmanschap.
-
Toegang tot daken van materialen die niet voldoende weerstand bieden, kan enkel als er aangepaste uitrusting wordt verstrekt en de nodige preventiemaatregelen zijn genomen.
-
De plaats, het aantal, de afmetingen en het materiaal van deuren en poorten is bepaald door de aard en het gebruik van de ruimtes.
-
Deuren en poorten in transparante en/of lichtdoorlatende oppervlakten zijn uit veiligheidsmateriaal of beveiligd tegen indrukken.
-
Klapdeuren en -poorten zijn transparant.
-
Deuren en poorten in transparante en/of lichtdoorlatende oppervlakten zijn op ooghoogte gemarkeerd.
-
Schuifdeuren hebben een veiligheidssysteem en kunnen niet uit de rails lopen of omvallen.
-
Voor arbeidsplaatsen gebouwd voor 1993 en niet grondig verbouwd is het toegestaan andere maatregelen uit art 23-26 te gebruiken die gelijkaardige waarborgen bieden. (wegen)
Verlichting
-
De werkgever bepaalt de voorwaarden van de verlichting via risicoanalyse, via toepassing van de norm NBN-EN 124 64 of volgt de vastgelegde voorwaarden van de minister.
Sociale voorzieningen
Algemene bepalingen
-
De werkgever stelt sanitaire installatie (kleedkamers,wastafels, douches en toiletten) ter beschikking.
-
De werkgever stelt een refter ter beschikking.
-
De werkgever stelt een rustlokaal ter beschikking.
-
De werkgever stelt een lokaal voor zwangere en borstvoedingsgevende werkneemsters ter beschikking.
-
Het comité en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer gaven advies aan de werkgever betreffende de ligging, de inrichting en de uitrusting van bovenstaande voorzieningen.
-
Er is niet voldaan aan de minimum voorschriften van bijlage 1 omdat het een specifieke sector betreft met specifieke voorschriften.
-
De werkgever legt de toegangsmodaliteiten en -uren vast in het arbeidsreglement.
-
De sociale voorzieningen maken deel uit van de woning van de werkgever en het aantal werknemers is niet groter dan5, er is geen specifiek risico op bevuiling, intoxicatie of besmetting, de woning bevat de arbeidsplaats zelf of ligt er onmiddellijk naast, wordt ter beschikking gesteld door de werkgever, de preventieadviseur geeft gunstig advies en de werkgever geeft de toezichthoudende ambtenaar toegang.
-
Indien meerdere werkgevers eenzelfde onroerend goed gebruiken, mogen de sociale voorzieningen gemeenschappelijk zijn als deze zich bevinden in een gemeenschappelijk lokaal, de werkgevers samenwerken voor bepaling van de regels rond ligging, uitrusting, onderhoud en gebruik.
-
Er is niet voldaan aan de minimum voorschriften van bijlage 1 omdat uit risicoanalyse blijkt dat andere maatregelen zorgen voor een gelijkaardig of beter resultaat.
Kleedkamers
-
De werkgever stelt kleedkamers ter beschikking als de werknemers van kledij moeten wisselen.
-
Als er geen kleedkamers vereist zijn, dan beschikken de werknemers over een plaats om hun kledij op te hangen.
Wastafels en douches
-
Wastafels en douches zijn ingericht in een specifiek hiertoe bestemd lokaal.
-
Wastafels mogen ingericht zijn in de toiletten als de aard van het werk en de afwezigheid van risico's dit toelaat en met akkoord van het comité.
-
Als de werknemers door de aard van het werk gebruik maken van wastafels, dan zorgt de werkgever dat er per drie werknemers die gelijktijdig hun arbeidstijd beëindigen en minstens 1 kraan is.
-
Dit aantal mag verminderd worden naar 1 kraan per 5 werknemers als de aard van het werk en de risico's dit toelaten en het comité akkoord gaat.
-
De werkgever bepaalt in functie van de aard van het werk en de risico's of de wastafels moeten voorzien zijn van warm/koud water en welke zeep er gebruikt wordt?
-
De werkgever stelt douches ter beschikking als de werknemer wordt blootgesteld aan overmatige warmte, sterk bevuilend werk verricht of wordt blootgesteld aan gevaarlijke chemische of biologische agentia.
-
De werkgever voorziet 1 douche per groep van 6 werknemers die gelijktijdig hun arbeidstijd beëindigen.
-
De doucheruimten zijn voldoende ruim bemeten zodat iedere werknemer zich hygiënisch kan wassen.
Minimumvoorschriften Bijlage 1 Wastafels en douches
-
Indien het water niet drinkbaar is , is dit gesignaleerd.
Minimumvoorschriften Bijlage 1 Toiletten
-
Toiletten geven niet rechtstreeks uit op de arbeidsplaats, op refters en op kleedkamers.
-
Toiletten geven rechtstreeks uit op gangen, op voor- of trapportalen.
Refters
-
De refters zijn ingericht in één of meerdere lokalen, volledig afgescheiden van de werkplaats.
-
De werkgever dient geen refter in te richten voor de werknemers indien hij daarover een akkoord heeft van het comité.
-
De werkgever laat toe dat werknemers in eenzelfde kantoorruimte de maaltijd gebruiken als de hygiëne is gewaarborgd en de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het comité hun akkoord geven.
Minimumvoorschriften Bijlage 1 Refters
-
De refter is aangepast aan de grootte van de groep die gelijktijdig de refter zullen gebruiken. (tot 25 WNs: 18,5 m² - meer dan 25 WNs: 18,5 m² + 0,65 m² per WN meer dan 25 - meer dan 75 WNs: 51 m² + 0,55 m² per WN meer dan 75 - meer dan 150 WNs: 91 m² + 0,5 m² per WN meer dan 150 - meer dan 500 WNs: 255 m² + 0,40 m² per WN meer dan 500 -
Rustlokalen
-
De werkgever stelt een rustlokaal ter beschikking als uit risicoanalyse blijkt dat er een noodzaak is om WNs een rustpauze te geven.
-
De werkgever stelt een rustlokaal ter beschikking als de WNs worden blootgesteld aan thermische omgevingsfactoren, worden blootgesteld aan lawaai of trillingen, werk verrichten dat energieverbruik van meer dan 41 Watt tot gevolg heeft, werk verrichten dat psychische belasting veroorzaakt, werk verrichten dat wachtdiensten inhoudt, arbeidstijd verdeeld over de dag wordt onderbroken, de bevoegde preventieadviseur en het comité dit nodig achten.
Minimumvoorschriften Bijlage 1 Rustlokalen
-
De oppervlakte van het rustlokaal is 9 m² tot 10 WNs en per schijf van 10 WNs meer +2 m²
Lokalen voor zwangere werknemers of werknemers die borstvoeding geven
-
De werkgever stelt een onopvallend en gesloten lokaal ter beschikking van zwangere WNs waar zij liggend kunnen rusten.
-
De werkgever stelt een onopvallend en gesloten lokaal ter beschikking van WNs die borstvoeding geven waar ze borstvoeding geven indien aanwezigheid van de baby op arbeidsplaats niet verboden is gelet op de risico's of melk kunnen afkolven en hygiënisch kunnen bewaren.
-
Het lokaal is uitgerust met voorzieningen om zich te kunnen wassen.
Dranken
-
De werkgever stelt, in functie van de aard en het risico van het werk, drinkwater of andere drank in individuele drinkbekers (eventueel voor éénmalig gebruik) ter beschikking op een gemakkelijk bereikbaar distributiepunt.
-
In geval van risico op intoxicatie of besmetting of bij bijzonder bevuilend werk voorziet de werkgever op voorstel van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer drinkwaterfonteinen of waterbedelingspunten met wegwerpbekers. Het is steeds verboden drinkbekers end ranken te nemen alvorens de handen te hebben gewassen.
Werkzitplaatsen en rustzitplaatsen
-
Voor elke staande activiteit is een risicoanalyse uitgevoerd.
-
Indien de risicoanalyse risico's aantoont wordt door de werkgever of een rustzitplaats voorzien of kan de werknemer bij tussenpozen werken met een werkzitplaats.
-
De rusttijd of zitwerktijd bedraagt minimum 15 minuten tijdens de eerste helft van de werkdag en minimum 15 minuten tijdens de tweede helft van de werkdag.
-
De rusttijd wordt genomen na minimum 1,5 uur en maximum 2,5 uur na start van de prestaties.
-
De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer kan andere rusttijden/zittende werktijden voorstellen.
-
De werknemers werden ingelicht omtrent deze maatregelen.
-
De werknemers met activiteiten verenigbaar met zittend werk hebben een werkzitplaats.
-
Meer uitleg en de tekst vind je op volgende website en volg TITEL III: ARBEIDSPLAATSEN Hoofdstuk III Brandpreventie op de arbeidsplaats
http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1958 -
Ga nu verder door uw locatie toe te voegen: klik op "Toevoegen locatie"
Locatie
-
Gebouw:
-
Verdieping:
-
Controleer de volgende items:
Risicoanalyse en preventiemaatregelen
-
De werkgever voert een risicoanalyse uit betreffende het brandrisico.
-
De werkgever bepaalt de waarschijnlijke scenario's en omvang van de voorspelbare gevolgen die eruit kunnen vloeien.
-
De resultaten van de risicoanalyse en de preventiemaatregelen worden opgenomen in een document.
Specifieke preventiemaatregelen
-
Er is een risicoanalyse uitgevoerd betreffende eventuele gaslekken.
-
Het evacuatieplan bevat de indeling en de bestemming van de lokalen, de ligging van de lokalen met een verhoogd brandrisico en de ligging van de uitgangen, de nooduitgangen en de verzamelplaatsen.
Het intern noodplan
-
Het intern noodplan bevat de procedure voor de uitvoering van de taken van de brandbestrijdingsdienst, de procedure voor de evacuatie van personen, de verslagen van de evacuatieoefeningen, de procedure voor het gebruik van beschermingsmiddelen tegen brand, de info en opleiding van de werknemers, het advies van het CPBW en de handtekening van de leidend preventieadviseur.
Het brandpreventiedossier
-
Het brandpreventiedossier bevat de risicoanalyse en de preventiemaatregelen, het document dat de organisatie van de brandbestrijdingsdienst beschrijft, de procedures opgemaakt voor het intern noodplan, het evacuatieplan, het interventiedossier, de vaststellingen van de evacuatieoefeningen, een lijst van de beschermingsmiddelen tegen brand die beschikbaar zijn op de arbeidsplaats en hun locatie op een plan, de registratie van controles en onderhoud, de eventuele afwijkingen verleend aan de werkgever (ARAB Art 52), de adviezen verstrekt door de preventieadviseur, het comité en de openbare hulpdiensten en de info die werd overgemaakt aan de openbare hulpdiensten.
-
Meer uitleg en de tekst vind je op volgende website en volg TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN Hoofdstuk VI Eerste hulp
http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1958 -
Ga nu verder door uw locatie toe te voegen: klik op "Toevoegen locatie"
Locatie
-
Gebouw:
-
Verdieping:
-
Controleer de volgende items:
Algemene verplichtingen van de werkgever
-
De procedures voor EHBO werden uitgewerkt volgens de voorschriften van het intern noodplan met medewerking van de preventieadviseur, met voorafgaand advies van het comité en rekening houdend met de aard van de activiteiten, de resultaten van de risicoanalyse en het aantal werknemers en eventuele gevoelige risicogroep.
-
Deze maatregelen worden geëvalueerd en aangepast rekening houdend met de incidenten en ongevallen die zich hebben voorgedaan en met de technologische evolutie in de onderneming en in eerste hulpverleningstechnieken.
-
De werkgever bepaalt welke middelen noodzakelijk zijn voor de organisatie van de EHBO met medewerking van de preventieadviseur, met voorafgaand advies van het comité en rekening houdend met de aard van de activiteiten, de resultaten van de risicoanalyse, het aantal werknemers en de eventueel gevoelige risicogroep.
-
Deze maatregelen worden geëvalueerd en aangepast rekening houdend met de incidenten en ongevallen die zich hebben voorgedaan en met de technologische evolutie in de onderneming en in eerste hulpverleningstechnieken.
-
De werkgever bepaalt het aantal werknemers dat moet worden ingezet voor de organisatie van de EHBO en de kwalificaties waarover zij dienen te beschikken, met medewerking van de preventieadviseur, met voorafgaand advies van het comité en rekening houdend met de aard van de activiteiten, de resultaten van de risicoanalyse, het aantal werknemers en de eventueel gevoelige risicogroep.
-
Deze maatregelen worden geëvalueerd en aangepast rekening houdend met de incidenten en ongevallen die zich hebben voorgedaan en met de technologische evolutie in de onderneming en in eerste hulpverleningstechnieken.
-
De werkgever bepaalt de specifieke risico's verbonden aan de activiteiten, waarvoor de hulpverleners hetzij de basiskennis en -vaardigheden inzake eerste hulp, hetzij deze basiskennis en - vaardigheden werden aangevuld met de specifieke kennis en vaardigheden moeten verwerven met medewerking van de preventieadviseur, met voorafgaand advies van het comité en rekening houdend met de aard van de activiteiten, de resultaten van de risicoanalyse, het aantal werknemers en de eventueel gevoelige risicogroep.
-
Deze maatregelen worden geëvalueerd en aangepast rekening houdend met de incidenten en ongevallen die zich hebben voorgedaan en met de technologische evolutie in de onderneming en in eerste hulpverleningstechnieken.
Uitrusting en organisatie
-
De werkgever bepaalt op advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het comité, welk materiaal er nodig is en waar het aanwezig moet zijn, stelt de inhoud van de verbanddoos vast en bepaalt of er aanvullingen noodzakelijk zijn.
-
De werkgever gaat regelmatig na of de EHBO-middelen effectief aanwezig zijn.
-
Voor ondernemingen groep A, B en C, tenzij risicoanalyse het anders uitwijst: is er een verzorgingslokaal?
-
Het verzorgingslokaal wordt ingericht na advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het comité.
-
Het verzorgingslokaal bevat het materiaal, het meubilair en alle andere middelen die vereist zijn voor het gebruik van dit lokaal en dit overeenkomstig de bestemming ervan.
-
Het verzorgingslokaal kan dienst doen als lokaal dat ter beschikking wordt gesteld van de werkneemsters tijdens de zwangerschap en tijdens de lactatie, na advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.
-
De werkgever van een onderneming van groep A, B en C voorziet, na voorafgaand advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het comité, een voldoende aantal verpleegkundigen, hulpverleners of andere aangeduide personen, in verhouding tot het aantal werknemers, de kenmerken van de activiteiten van de werkgever en de resultaten van de risicoanalyse, zodanig dat de EHBO kan verleend worden gedurende de ganse duur van de arbeid
-
De werkgever van een onderneming van groep D kan de EHBO zelf verstrekken of een beroep doen op één of meerdere daartoe opgeleide en door hem aangeduide werknemers.
-
De werkgever houdt steeds een register bij, waarin de werknemer die een interventie doet in het kader van EHBO, de volgende elementen vermeldt: zijn naam, de naam van het slachtoffer, de plaats,de datum, het uur, de beschrijving en de omstandigheden van het ongeval of het onwel worden, de aard, de datum en het uur van de interventie en de identiteit van eventuele getuigen.
-
Meer uitleg en de tekst vind je op volgende website en volg TITEL IV: ARBEIDSMIDDELEN hoofdstuk I en hoofdstuk II: specifieke bepalingen
http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1958 -
Ga nu verder door uw locatie toe te voegen: klik op "Toevoegen locatie"
Locatie
-
Gebouw:
-
Verdieping:
-
Controleer de volgende items:
Algemene verplichtingen
-
De werkgever zorgt ervoor dat de arbeidsmiddelen die ter beschikking van de werknemers worden gesteld, geschikt zijn voor het uit te voeren werk of daartoe behoorlijk zijn aangepast, zodat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers tijdens het gebruik van deze arbeidsmiddelen kunnen worden gewaarborgd.
-
De werkpost en de houding van de werknemers bij het gebruik van arbeidsmiddelen, alsmede de ergonomische beginselen, worden door de werkgever ten volle in aanmerking genomen bij de toepassing van de minimumvoorschriften (zie verder).
-
Kan het gebruik van een arbeidsmiddel een specifiek gevaar voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers opleveren?
-
De werkgever heeft de nodige maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat het gebruik van het arbeidsmiddel voorbehouden blijft aan de werknemers die met het gebruik belast zijn.
-
De werkgever heeft de nodige maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de werknemers een adequate specifieke opleiding krijgen met betrekking tot het gebruik van het arbeidsmiddel.
-
De werkgever heeft de nodige maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de betrokken werknemers in geval van herstelling, ombouwing, onderhoud of verzorging daartoe een specifieke bekwaamheid bezitten.
-
De werkgever neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de werknemers over voldoende informatie en, in voorkomend geval, over gebruiksaanwijzingen betreffende de op het werk gebruikte arbeidsmiddelen beschikken.
-
Deze informatie en gebruiksaanwijzing dienen ten minste te bevatten:
- de omstandigheden waaronder de arbeidsmiddelen dienen te worden gebruikt;
- voorzienbare abnormale situaties;
- de conclusies die kunnen worden getrokken uit de bij het gebruik van arbeidsmiddelen opgedane ervaringen. Deze informatie moet ook begijpelijk zijn voor de betrokken werknemers. -
De werkgever neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de arbeidsmiddelen door een adequaat onderhoud in zodanige staat worden gehouden dat zij tijdens de gehele gebruiksduur voldoen aan de toepasselijke bepalingen.
-
Zijn er arbeidsmiddelen die onderhevig zijn aan invloeden die leiden tot verslechteringen welke aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van gevaarlijke situaties?
-
De arbeidsmiddelen worden onderworpen aan periodieke controles, en in voorkomend geval, aan periodieke proeven.
-
De arbeidsmiddelen worden onderworpen aan bijzondere controles, telkens wanneer zich uitzonderlijke gebeurtenissen hebben voorgedaan die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de veiligheid van het arbeidsmiddel.
Minimumvoorschriften Bijlage 1
Voorafgaand gesprek
-
Conformiteit op basis van voorafgaand gesprek.
-
Meer uitleg en de tekst vind je op volgende website en volg TITEL III: ARBEIDSPLAATSEN Hoofdstuk I: Basiseisen Afdelingen I tot VII
http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1958 -
Ga nu verder door uw locatie toe te voegen: klik op "Toevoegen locatie"
Locatie
-
Gebouw:
-
Verdieping:
-
Controleer de volgende items:
Uitrusting
-
Onderhoud en schoonmaak<br>• WG zorgt voor onderhoud AP en installaties
-
Onderhoud en schoonmaak<br>• WG zorgt voor snelle herstelling gebreken
-
Onderhoud en schoonmaak<br>• WG zorgt voor schoonmaak AP
-
Volgende vragen zijn van toepassing op<br>• In gebouwen van de onderneming: (spoor)wegen, lokalen, roltrappen, rolpaden, laadkaaien en laadplatforms<br>• In open lucht, terrein van onderneming: <br>o Wegen die leiden naar vaste werkposten<br>o Wegen gebruikt voor periodiek onderhoud en geregelde bewaking van de installaties van de onderneming<br>o Rolpaden, laadkaaien en laadplatforms<br>
-
Wegen (ook trappen, vaste ladders, laadkaaien en –platforms)<br>• Zodanig gelegen en berekend <br>o Gemakkelijk en veilig in gebruik<br>o Overeenkomstig bestemming (voetgangers/ voertuigen)<br>o WN werkzaam in buurt geen risico<br>o In open lucht: verkeer voetgangers/ voertuigen is veilig <br>
-
Afmetingen wegen afgestemd op<br>• Mogelijk aantal gebruikers<br>• Aard van de onderneming <br>• Gemengde wegen: veilige afstand voetgangers
-
Wegen voor voertuigen zijn op voldoende afstand van voorzieningen van voetgangers
Verlichting
-
WG zorgt op AP <br>• Of voor voldoende daglicht<br>• Of voor adequate kunstverlichting: algemene verlichtingsinstallatie aangevuld met plaatselijke verlichting
-
AP waar WN blootgesteld zijn aan bijzondere risico’s beschikken bij uitvallen kunstverlichting over voldoende sterke noodverlichting
Luchtverversing
-
Besloten werkruimte <br>• WN beschikt over voldoende zuivere lucht, rekening houdend met de te leveren lichamelijke inspanningen
-
Luchtverversing gebeurt <br>• Of op natuurlijke wijze<br>• Of dmv luchtverversingsinstallatie
-
Houdt rekening met wetenschappelijke normen betreffende relatieve luchtvochtigheid
Temperatuur
-
De temperatuur op AP is afgestemd op mens
-
KB Thermische omgevingsfactoren nagekeken?
Sociale voorzieningen
-
Uitrusting<br>• De toiletten bestaan uit 1 of meerdere individuele wc’s en urinoirs met 1 of meerdere wastafels
-
Uitrusting<br>• De toiletten zijn volledig gescheiden voor mannen en vrouwen en bevinden zich dicht bij hun werkpost, rustlokalen, kleedkamer en douches<br><br>
-
Uitrusting<br>• WNs kunnen zich vrij naar toilet begeven<br>
-
Aantal<br>• Aantal WC’s bedraagt <br>o min. 1 per 15 mannelijke WNs die gelijktijdig worden tewerkgesteld<br>o min. 1 per 15 vrouwelijke WNs die gelijktijdig worden tewerkgesteld<br>
-
Aantal<br>• De individuele WC’s voor mannelijke WN kunnen vervangen worden door urinoirs, op voorwaarde dat aantal individuele wc’s min. 1 per 25 WN is<br>
-
Aantal<br>• Per 4 WC’s of urinoirs is er 1 wastafel<br>
-
Aantal<br>• Per 4 WC’s of urinoirs is er 1 wastafel<br>
Refters
-
Wanneer WNs in aanraking komen met vuil of er risico van intoxicatie of besmetting is, moeten WN, vooraleer zij de refter binnenkomen<br>• De handen wassen <br>• Zich omkleden of overkleding aantrekken <br>
Rustlokalen
-
• Rustlokaal is<br>o hetzij een bijgebouw van de refter, hetzij ondergebracht in een lokaal dat eventueel ook een ander doel heeft
-
• Rustlokaal is<br>o beschermd tegen hinder die tot de inrichting van het rustlokaal aanleiding gaf
-
• Rustlokaal is<br>o uitgerust met voldoende tafels en stoelen met rugleuning, rekening houdende met aantal WN<br>
-
Meer uitleg en de tekst vind je op volgende website en volg TITEL III: ARBEIDSPLAATSEN Hoofdstuk III
http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1958 -
Ga nu verder door uw locatie toe te voegen: klik op "Toevoegen locatie"
Locatie
-
Gebouw:
-
Verdieping:
-
Controleer de volgende items:
Risicoanalyse en preventiemaatregelen
-
De risicoanalyse wordt regelmatig bijgewerkt
-
Het CPBW wordt geraadpleegd voor advies<br>
-
De werkgever neemt de noodzakelijk materiële en <br>organisatorische preventiemaatregelen om:<br>• Brand te voorkomen
-
De werkgever neemt de noodzakelijk materiële en <br>organisatorische preventiemaatregelen om:<br>• snelle evacuatie mogelijk te maken
-
De werkgever neemt de noodzakelijk materiële en <br>organisatorische preventiemaatregelen om:<br>• brand te bestrijden
-
De werkgever neemt de noodzakelijk materiële en <br>organisatorische preventiemaatregelen om:<br>• De schadelijke gevolgen van een brand te beperken
-
De werkgever neemt de noodzakelijk materiële en <br>organisatorische preventiemaatregelen om:<br>• De tussenkomst van de openbare hulpdiensten te vergemakkelijken<br>
Specifieke preventiemaatregelen
-
De brandbestrijdingsdienst<br>• Kijkt erop toe dat melding gebeurt
-
De brandbestrijdingsdienst<br>• Kijkt erop toe dat het waarschuwingssignaal, ontvangen door een aangeduid persoon, gepast behandeld wordt
-
De brandbestrijdingsdienst<br>• Verricht de taken die nodig zijn om elk begin van brand te bestrijden <br>
-
De brandbestrijdingsdienst<br>• Brengt personen in veiligheid<br>
-
De brandbestrijdingsdienst<br>• Zorgt ervoor dat de Openbare hulpdiensten toegang hebben tot de organisatie
-
De brandbestrijdingsdienst<br>• Leidt de leden van de openbare hulpdiensten vlug naar de plaats van het onheil
-
De brandbestrijdingsdienst<br>• Werkt mee aan de risicoanalyse <br>
-
De brandbestrijdingsdienst<br>• Signaleert de situaties die de evacuatie kunnen hinderen <br>
-
De brandbestrijdingsdienst<br>• Signaleert de situaties die de brand kunnen uitlokken
-
De brandbestrijdingsdienst<br>• Legt - voor advies - veranderingen voor aan comité en PA voorgelegd
-
De brandbestrijdingsdienst<br>• Legt - voor advies - veranderingen voor aan brandweer<br>
-
De middelen van de brandbestrijdingsdienst voldoen aan<br>• het aantal werknemers <br>
-
De middelen van de brandbestrijdingsdienst voldoen aan<br>• de nodige bekwaamheden:<br>o Opleiding met theorie en praktijk moet gevolgd zijn + periodieke bijscholing<br>o Organiseren van interventieploegen<br>o Uitvoering van de RA<br>o Interventie<br> Belang en beperkingen van de interventie identificeren en herkennen<br> Aard van het vuur en de wijze van voortplanting begrijpen<br> Nut van brandprocedures begrijpen<br> Beschermingsmiddelen tegen brand correct gebruiken<br> Correct reageren bij alarm<br> Brand bestrijden op een veilige wijze (zichzelf niet in gevaar brengen)<br> Brandrisico’s herkennen en signaleren<br>o Evacuatie<br> Belang en beperkingen van evacuatie identificeren en herkennen<br> Gevaren van brand identificeren<br> Situaties die leiden tot evacuatie identificeren<br> Evacuatietechnieken kennen en uitleggen<br> Mogelijke hinderpunten herkennen<br> Evacuatiewegen identificeren<br> Correct reageren bij alarm<br> Snel en efficiënt evacueren<br>
-
De middelen van de brandbestrijdingsdienst voldoen aan<br>de verdeling van de werknemers zodat het geheel van arbeidsplaatsen gedekt is<br>
-
In geval van brand snel evacueren naar een veilige plaats en in optimale omstandigheden<br><br>Aantal maatregelen:<br>• De veilige plaats bevindt zicht buiten het gebouw of buiten het compartiment waar het brandt en vanwaar het mogelijk is om het gebouw te verlaten zonder door dat compartiment te moeten gaan<br>
-
In geval van brand snel evacueren naar een veilige plaats en in optimale omstandigheden<br>• CPBW heeft advies gegeven<br>
-
Beschermings/bestrijdingsmiddelen<br>• Aangekocht als CBM
-
Beschermings/bestrijdingsmiddelen<br>• Rekening gehouden met:<br>o Inrichting van de arbeidsplaatsen<br>o Aanwezige stoffen en hun eigenschappen<br>o Processen en arbeidsmiddelen<br>o Kenmerken van de werknemers<br>o Max. aantal personen<br>o Standaard materieel van het personeel en de hulpdiensten<br>o Nodige tijd om de plaats van interventie te bereiken<br>o Advies van het CPBW<br>
-
Schadelijke gevolgen van een brand beperken door:<br>• Constructie van het gebouw:<br>o Moet snelle evacuatie toelaten zonder zichzelf in gevaar te brengen en kunnen geholpen worden<br>o Moet ervoor zorgen dat hulpdiensten in alle veiligheid kunnen optreden<br>o Moet de Stabiliteit van de dragende elementen voor een bepaalde tijd waarborgen<br>o Moet ahv interne compartimentering het ontstaan en verspreiden van vuur en rook beperken<br>o Moet de uitbreiding naar aanpalende gebouwen vermijden
-
• Brandweerstand bouwelementen Rf xh<br>o Bepaald volgens norm NBN<br>o Drie criteria waaraan voor volle elementen gedurende de gecertificeerde duur tezelfdertijd moet voldaan zijn (voor niet-volle elementen zoals liggers gewoonlijk slechts stabiliteit):<br> Stabiliteit<br> Beperkte temperatuurverhoging aan niet-blootgestelde zijde<br> Element laat geen rook door <br>
-
• Bewijslast<br>o Werkgever kan op vraag inspecteur of burgemeester bewijsstukken voor leggen van Rf-graad bouwelementen, of indien hij dit niet kan (vooral bij oudere gebouwen van voor de norm), een beschrijving voor te leggen van de samenstelling van deelelementen
-
• Verwarming van de lokalen<br>o Stookplaatsen: <br> Muren , wanden, vloeren en zolderingen Rf = 1 uur (of metselwerk, beton of andere onbrandbare materialen indien voor 1/06/1972)<br>
-
• Verwarming van de lokalen<br>o Efficiënte verluchting (NBN B 61 – 001)
-
• Verwarming van de lokalen<br>o Gas of Vloeibare brandstof > automatische onderbreking brandstoftoevoer bij stilvallen brander, uitdoven van de vlam,..
-
• Verwarming van de lokalen<br>o De schoorstenen en rookgangen van de verwarmingstoestellen zijn gebouwd uit onbrandbare materialen en worden behoorlijk onderhouden
-
• Verwarming van de lokalen<br>o De warmtegeneratoren met automatisch aansteekmechanisme die vloeibare of een gasvormige brandstof gebruiken, zijn zodanig uitgerust, dat de brandstoftoevoer automatisch afgesneden wordt<br> bij het al dan niet automatisch stilvallen van de brander<br> van zodra de vlam toevallig uitdooft<br> van zodra er oververhitting of overdruk in de wisselaar voorkomt<br> in geval van onderbreking van de elektrische stroom, voor de warmtegeneratoren die vloeibare brandstoffen gebruiken<br>
-
o De verwarmingsinstallaties met warme lucht voldoen aan volgende voorwaarden:<br> De temperatuur van de lucht is op de verdelingspunten ten hoogste 80° C<br>
-
o De verwarmingsinstallaties met warme lucht voldoen aan volgende voorwaarden:<br> De aanvoerkanalen van warme lucht zijn volledig vervaardigd uit onbrandbare materialen
-
o De verwarmingsinstallaties met warme lucht voldoen aan volgende voorwaarden:<br> Als de warmeluchtgenerator zich in een stookplaats bevindt:<br>- mag de te verwarmen lucht niet opgezogen worden in deze stookplaats, noch in zijn aanhorigheden<br>- moeten de openingen voor het aanzuigen of voor het terug aanzuigen van de lucht voorzien zijn van doeltreffende stoffilters die geen brandbare dampen kunnen vrijmaken<br>
-
o De verwarmingsinstallaties met warme lucht voldoen aan volgende voorwaarden:<br> Wanneer de lucht rechtstreeks in de generator wordt verwarmd dan is de druk van de warme lucht in de generator altijd hoger dan deze van de gassen die doorheen de vuurhaard trekken.
-
o De verwarmingsinstallaties met warme lucht voldoen aan volgende voorwaarden:<br> In de lokalen met warme lucht verwarmd door een generator met rechtstreekse warmtewisseling, moet een inrichting automatisch de ventilator en de generator stilleggen in geval van abnormale stijging van de temperatuur van de warme lucht. Als de warmeluchtgenerator zich in een stookplaats bevindt, moet die inrichting aangevuld zijn met een handbediening buiten deze stookplaats aangebracht (nvt bij elektrische verwarming)<br>
-
• Brandbestrijdingsmiddelen<br>o Winkels met > 2000m² moeten een automatisch werkend blussingsnet hebben dat permanent onder druk staat
-
• Waarschuwing/alarm organisatie<br>o De elektrische netten voor de waarschuwing en het alarm zijn verschillend<br>o De mechanisch bewogen trappen en de verwarmings- en luchtconditioneringsinstallaties worden stilgelegd in geval van brand
-
Interventie van openbare hulpdiensten vergemakkelijken door het interventiedossier ter beschikking te stellen aan de ingang en inhoudelijk te vervolledigen met:<br>• Evacuatieplan, lijst beschermingsmiddelen en hun locatie (op plan) en extra opgevraagde info door de hulpdiensten<br>• Locatie elektrische installaties<br>• Locatie en werking sluitkranen<br>• Locatie en werking ventilatiesysteem<br>• Locatie branddetectiecentrale <br>
-
Periodieke controle en onderhoud van<br>• Gas-, verwarmings-, airco en elektrische installaties?<br>• Alles wordt schriftelijk neergeschreven en bijgehouden. Data en vaststellingen van de periodieke keuringen moeten ter beschikking blijven.
Opleiding en informatie van de werknemers
-
De opleiding en informatie voor alle WN’s<br>• Bevat de brandrisico’s<br>• Bevat de preventiemaatregelen<br>• Bevat de waarschuwing –en alarmsignalen<br>• Bevat de toe te passen maatregelen bij brand<br>• Bevat informatie rond evacuatie
-
Doel van de opleiding en informatie van alle WN’s<br>• De bekwaamheid te verwerven om een gedrag aan te nemen dat van die aard is om het ontstaan van een brand tijdens de uitvoering van hun taken te voorkomen<br>• De bekwaamheid om op gepaste wijze te reageren in geval van de ontdekking van een brand of de aanwezigheid van rook<br>• Verstrekt overeenkomstig de procedures in artikel 24<br>• De bekwaamheid om waarschuwing te geven<br>• De bekwaamheid om de waarschuwings- en alarmsignalen te begrijpen<br>• De bekwaamheid om, in geval van alarm, de instructies betreffende evacuatie te volgen en correct toe te passen<br>• De minimum 1 keer per jaar een evacuatieoefening uit te voeren
Werkzaamheden uitgevoerd in de inrichting van de werkgever
-
Bij werkzaamheden uitgevoerd in de inrichting van een werkgever<br>• Moet de WG de “Derde” informeren over de risico’s die voortvloeien uit: de inrichting van de lokalen; de aanwezige stoffen; de gevaarlijke installaties en de activiteiten in de omgeving van de werkzaamheden<br>• Moet de WG de “Derde” informeren over de getroffen preventiemaatregelen<br>• Moet de WG de “Derde” informeren over de informatie bedoeld in artikel 26, nuttig voor het goed begrip van de preventiemaatregelen<br>• Gaat de WG ervan uit dat de aannemers de info die hen is verstrekt begrijpen<br>• Wordt men door derden geïnformeerd over de brandrisico’s die hun werkzaamheden met zich meebrengen.
-
Voorafgaand schriftelijke toestemming<br>• Wordt aan derden het document “voorafgaand schriftelijke toestemming” gegeven om bijkomende risicofactoren aan te duiden<br>o Hierin wordt de locatie, aard van de werken, RA en de preventiemaatregelen vermeld. Alsook de door de aannemer of onderaannemer als noodzakelijk beoordeelde bijkomende preventiemaatregelen komen hier aan bod
-
Voorafgaand schriftelijke toestemming<br>• Wordt aan derden het document “voorafgaand schriftelijke toestemming” gegeven om bijkomende risicofactoren aan te duiden<br>o Document wordt getekend door WG, PA en (onder-)aannemer die een afschrift ontvangt<br>
-
De “Voorafgaande schriftelijke toestemming” wordt ook bij werken door eigen WN’s gebruikt.
-
Er zijn geen te checken items in verband met het KB arbeidsmiddelen
-
Er zijn geen te checken items in verband met het KB Eerste hulp
-
Er zijn geen te checken items in verband met het KB Eerste hulp
Rondgang ter plaatse
-
Conformiteit op basis van de rondgang ter plaatse.
-
Meer uitleg en de tekst vind je op volgende website en volg TITEL III: ARBEIDSPLAATSEN Hoofdstuk I: Basiseisen Afdelingen I tot VII
http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1958 -
Ga nu verder door uw locatie toe te voegen: klik op "Toevoegen locatie"
Locatie
-
Gebouw:
-
Verdieping:
-
Controleer de volgende items:
Uitrusting
-
Afmetingen/dimensies lokalen<br>• Min. 2.5m hoog<br>• Iedere WN beschikt over werkelijke ruimte van min. 10m³<br>• Iedere WN beschikt over vrije oppervlakte van min. 2m²
-
Werkpost<br>• WN heeft er voldoende bewegingsruimte<br>• Indien onmogelijk, heeft WN in nabijheid voldoende vrije ruimte
-
Vloeren (in lokalen en open lucht)<br>• Vrij van hobbels, putten of gevaarlijke hellingen<br>• Vast, stabiel en slipvrij
-
• Vloeren, muren, plafonds van die aard dat schoonmaak mogelijk is<br>• Afval wordt verzameld en correct verwijderd
-
Ramen, bovenlichtvoorzieningen, ventilatievoorzieningen<br>• Kunnen veilig worden geopend, gesloten, geregeld en vastgezet<br>• Geen risico in geopende toestand <br>• Zo ontworpen dat schoonmaak zonder risico’s kan (gebruik vanaf 1993)
-
Traject vluchtwegen<br>• Deuren gemarkeerd<br>• Deuren kunnen van binnenuit open, zonder speciale hulp
-
Poorten hoofdzakelijk voor verkeer van voertuigen<br>• Is doorgang voor voetgangers veilig<br>• Deuren voor voetgangers blijven voortdurend vrij<br>• Zijn duidelijk zichtbaar en overeenkomstig de bepaling rond veiligheid- en gezondheidssignalering op het werk
-
Automatische deuren en poorten<br>• Functioneren zo dat er geen risico’s zijn voor WN<br>• Hebben noodstopvoorzieningen<br>• Kunnen handmatig geopend worden of gaan automatisch open bij energiestoring
-
Tracé van de wegen:<br>• Zijn duidelijk en volgens bepalingen veiligheids- en gezondheidssignalisering afgebakend
-
Roltrappen en –paden<br>• Functioneren veilig<br>• Uitgerust met veiligheidsvoorzieningen<br>• Gemakkelijke, herkenbare en toegankelijke noodstopvoorzieningen
-
Laadkaaien en –platforms<br>• Afgestemd op afmetingen van de te vervoeren ladingen<br>• Hebben min. 1 uitgang<br>• Lange laadplatforms hebben aan beide zijden een uitgang<br>• WNs kunnen niet vallen of gekneld geraken
-
Risico op vallen<br>• Putten of gaten in vloer/grond/muur<br>o Ofwel afdekken<br>o Ofwel CMBs voorzien
-
Opslag van goederen/materialen/voorwerpen<br>• Stabiliteit is verzekerd en kunnen niet omvallen<br>• Maatregelen tegen omvallen zodat ze ook bij gebruik, behandeling of vervoer niet kunnen omvallen
-
Zones met val-of glijgevaar of beknelling voor WNs of risico voor vallende voorwerpen<br>• Uitgerust met voorzieningen die beletten dat WNs deze zones zonder toestemming betreden<br>• Alleen WN die onmisbaar zijn voor het uitvoeren van noodzakelijk werk kunnen deze zone betreden<br>• Passende maatregelen<br>• Zones duidelijk zichtbaar en gesignaleerd
Luchtverversing
-
Luchtverversingsinstallatie = airconditioneringsinstallatie of mechanische ventilatie<br>• Verspreidt enkel zuiver lucht, gelijkmatig verdeeld over werklokalen<br>• WN niet blootgesteld aan hinder door temperatuurschommelingen, tocht, lawaai of trillingen
Temperatuur
-
• De AP met werkposten zijn thermisch voldoende geïsoleerd, rekening houdend met aard van de activiteit
-
• Ramen, bovenlichtvoorzieningen en glazen wanden geven geen overmatige zonnestraling op AP
-
• De temperatuur van lokalen sociale voorzieningen is afgestemd op hun bestemming
Sociale voorzieningen
Algemene bepalingen
-
Lokalen<br>• Voldoende ruim <br>• Bieden alle waarborgen inzake veiligheid en hygiëne<br>• Worden verlucht, verlicht en verwarmd<br>• Voorzien van meubilair <br>• Gemakkelijk toegankelijk
-
Lokalen van de sociale voorzieningen<br>• Worden min. 1 maal per dag schoongemaakt<br>• Zijn altijd hygiënisch<br>• Bij ploegenarbeid wordt voor iedere ploegenwissel lokaal schoongemaakt
-
Lokalen voor kleedkamers, wastafels en douches <br>• Zijn volledig gescheiden van AP<br>• Zijn in 1 lokaal of in aanpalende lokalen in verbinding met elkaar<br>• Kunnen op slot
-
Scheiding mannen/vrouwen<br>• Er zijn aparte kleedkamers, douches en toiletten<br>• Wanneer er enkel wastafels aanwezig zijn ( als douches niet vereist zijn) wordt voorzien in aparte wastafels
Kleedkamers
-
• KKs worden uitgerust met kleerkasten waarin elke WN zijn kleding tijdens de werktijd achter slot kan bewaren
-
• Elke WN die KK gebruikt, heeft een individuele kleerkast
-
• Indien er geen specifiek risico is, mogen de individuele kleerkasten vervangen worden door kapstok met kleerhaak of kleerhanger met individueel vak
-
• Indien WNs worden blootgesteld aan vocht/vuil, of er is risico op intoxicatie/besmetting beschikken WNs over 2 individuele kleerkasten, de ene voor de eigen kledij, de andere voor werkkledij
-
• De WNs bewaren kledij en toiletartikelen in de kleedkamers of op de daarvoor bestemde plaatsen
Minimumvoorschriften Bijlage 1 Kleedkamers
-
Lokalen<br>• Gebouwd in duurzame materialen<br>• Grond/muren tot 2 m effen en waterdichte bekleding, tegen dagelijkse schoonmaak bestand
-
Uitrusting<br>• Kan zijn<br>o Of gewone kapstokken met kleerhaken<br>o Of individuele kleerkasten<br>o Is beide gemakkelijk schoon te maken
-
Uitrusting<br>• Afstand tussen kleerhangers bedraagt min. 1,20 m
-
Uitrusting<br>• Indien kleerhangers/kapstokken, moeten er individuele opbergvakken aanwezig zijn:<br>o Binnenin min. 30 cm breed / 25 cm hoog / 30 cm diep<br>o Deur doorboord of traliewerk (verluchting en discretie verzekerd)
-
Uitrusting<br>• Indien individuele kleerkasten<br>o Volledige gescheiden door volle tussenschotten<br>o Binnenin min.30 cm breed / 48 cm diep / 1,60 m hoog<br>o Bovenaan voorzien van min. 1 kleerhaak / 1 legplank<br>
-
Uitrusting<br>• Kleerkasten en kleerhaken worden net gehouden en doeltreffend verlucht
-
Uitrusting<br>• Indien kleerkasten mechanisch verlucht worden én indien geen risico op bevuiling, intoxicatie of besmetting én gunstig advies comité<br>o Breedte kasten min. 25 cm <br>o Legplank niet nodig<br>o Hoogte binnenzijde min. 1,40 m<br>o Wel min. 2 kleerhaken <br>
-
Uitrusting<br>• Afstand kleerhaken van kapstokken is min. 30 cm, in geval van verschillende rijen afstand min. 120 cm <br>
Wastafels en douches
-
Indien WNs tijdens het werk hun handen moeten wassen, zijn wastafels in nabijheid van de werkpost geïnstalleerd
-
Douches, voorzieningen<br>• WG stelt gratis ter beschikking<br>o voldoende toiletartikelen en reinigingsproducten <br>o voldoende handdoeken, die hij onderhoud en tijdig vervangt<br>• Voor het drogen van de handen mag WG een ander artikel ter beschikking stellen
-
WNs gebruiken wastafels en douches <br>• op het einde van de arbeidstijd<br>• voor gebruik van een maaltijd
Minimumvoorschriften Bijlage 1 Wastafels en douches
-
Lokalen<br>• Gebouwd in duurzame materialen<br>• Grond/muren tot 2 m effen en waterdichte bekleding, tegen dagelijkse schoonmaak bestand
-
Wastafels<br>• Voorzien van stromend water<br>• Doeltreffende afloop<br>• Gebruiker beschikt over vrije ruimte van min. 65 cm<br>• Boven wastafels is blad aangebracht voor leggen persoonlijke spullen
-
Douches<br>• Voorzien van stromend water<br>• Inrichting bestaan uit afzonderlijke cabines. In elke cabine is voorziening om persoonlijke bezitting droog te leggen (kapstok of kleerhaak én legplank)<br>• Cabines zijn ruim genoeg, WNs kunnen zich volledig afzonderen, ondoorzichtige wanden van min. 1,9 m hoog<br>• Onderaan is vrije ruimte van 15 cm voorzien om schoonmaak te vergemakkelijken (niet noodzakelijk)<br>• In douches kunnen WNs niet uitglijden of vallen<br>• Vloer kan gemakkelijk schoongemaakt en ontsmet worden<br>• Temperatuur water tussen 36°-38°, WNs niet blootgesteld aan tocht
Toiletten
Minimumvoorschriften toiletten Bijlage 1 Toiletten
-
Toiletten<br>• Bevinden zich in een lokaal met 1 of meerdere individuele wc’s en urinoirs met 1 of meerdere wastafels
-
Verluchting<br>• of rechtstreeks naar buiten<br>• of via luchtopening in deur <br>o of onderaan deur, op hoogte tot max. 10 cm<br>o of boven deur, op hoogte vanaf min. 190 cm
-
Urinoirs<br>• verboden urinoirs in individuele WC-hokjes te plaatsen
-
Wastafels<br>• Per 4 WC’s<br>• Per 4 urinoirs
-
Uitrusting<br>• Toiletpapier ter beschikking<br>• Afvalbakjes in individuele WC-hokjes<br>• In elke WC-hokje min. 1 kleerhaak
-
Individuele WC-hokjes<br>• Zijn gescheiden door volle tussenschotten tot op de grond, opening toegelaten tot max 15 cm van de grond <br>• Hebben volle deur (+ eventueel verluchtingsopening)<br>• Moet van binnenuit gesloten kunnen worden
-
Indien WC-hokjes rechtstreeks uitkomen op gangen, voor- of trapportalen<br>• Vult deur de opening volledig<br>• Wordt hokje voortdurend en doeltreffende verlucht
-
Voorzieningen WC-hokjes<br>• toiletpot voorzien van bril <br>• harde, waterdichte en gladde materialen<br>• bril reikt tot 40-50 cm boven grond<br>• heeft een horizontale bovenkant van min.20 cm lang, 3 cm breed<br>• voorzien van waterspoeling<br>• indien niet anders mogelijk:<br>o of chemische WC’s <br>o of WC’s met opvangzak voor éénmalig gebruik
-
Voorzieningen urinoirs<br>• vakken met individuele plaatsruimten<br>• afgescheiden door zijschotten<br>• voorzien van afvoerkanaal<br>• harde, waterdichte en gladde materialen<br>• door waterstroming gespoeld
-
Grond, scheidingswanden, vloeren, muren (tot hoogte min. 2 m)<br>• bedekt met tegels of laag glad cement<br>• of andere duurzame en volledig waterdichte materialen<br>• is bestand tegen dagelijkse schoonmaak met water <br>• deuren bestaan ook uit afwasbaar materiaal
Refters
Minimumvoorschriften toiletten Bijlage 1 Refters
-
Lokalen<br>• Gebouwd in duurzame materialen<br>• Gemakkelijk te onderhouden
-
Voorzieningen<br>• Voldoende aantal tafels en zitgelegenheden met rugleuning<br>• Drinkwaterbedeling<br>• Geschikte middelen om vaat te wassen<br>• Geschikte inrichting om voeding weg te bergen/op te warmen/om water te koken<br>• Vuilbakken met deksel
Rustlokalen
-
• Aantal rustzitplaatsen is gelijk aan aantal WN dat er gelijktijdig moet over kunnen beschikken<br>• De locaties worden aangeduid
Minimumvoorschriften toiletten Bijlage 1 Rustlokalen
-
Lokalen<br>• Gebouwd in duurzame materialen<br>• Gemakkelijk te onderhouden
Werkzitplaatsen en rustzitplaatsen
-
• WZP en RZP beantwoordt aan comfort- en gezondheidseisen<br>• RZP gemakkelijk bereikbaar, onmiddellijk bruikbaar en vormt geen hindernis voor doorgang
-
Meer uitleg en de tekst vind je op volgende website en volg TITEL III: ARBEIDSPLAATSEN Hoofdstuk III Brandpreventie op de arbeidsplaatsen
http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1958 -
Ga nu verder door uw locatie toe te voegen: klik op "Toevoegen locatie"
Locatie
-
Gebouw:
-
Verdieping:
-
Controleer de volgende items:
Specifieke preventiemaatregelen
-
Brand voorkomen door<br>• Een aantal preventiemaatregelen in te voeren die gevaren uitschakelen of risico’s verminderen, rekening houdend met:<br>o Opslag van ontvlambare vloeistoffen<br>o ATEX zones<br>o Brandbare gassen<br>o Toestellen voor verwarming & airco<br>o Andere toestellen en producten die brand kunnen veroorzaken
-
Brand voorkomen door<br>• Bijzondere maatregelen te treffen voor ontvlambare en brandbare stoffen:<br>o Beperken van de hoeveelheid op de werkplek<br>o Passende opslag<br>o Afstand of isolering van ontstekingsbronnen<br>o Beheersen van de omstandigheden tegen zelfontbranding<br>o Afval in passende veiligheidsrecipiënten<br>o Regelmatig verwijderen van afval
-
Gasinstallaties<br>• Verplaatsbare LPG reservoirs:<br>o Nooit in kelders<br>o Indien niet in gebruik > open lucht of specifiek lokaal
-
Voorkoming van brand<br>• Locaties met ontplofbare atmosfeer:<br>o Verboden te roken<br>o Verbodenvuur te maken<br>o Verbodente lassen met de boog of met de brander<br>o Verbodenzich van andere lampen te bedienen dan veiligheidslampen<br>o Verbodente werken met werktuigen die vonken kunnen voortbrengen<br>o Verbodende lokalen binnen te treden met schoenen die met ijzer zijn beslagen of met schoenen die uit elektrisch oogpunt te volledig geïsoleerd zijn.
-
Voorkoming van brand<br>• ontvlambare of giftige vloeistoffen of gassen:<br>o strikt minimum op de werkplaats en in onbreekbare recipiënten die hermetisch kunnen afgesloten worden.<br>o Labo’s: glazen recipiënten tot 3 liter toegelaten
-
Voorkoming van brand<br>• Gemakkelijk brandende stoffen uit de buurt van warmtebronnen<br>
-
Voorkoming van brand<br>• Geen opslagplaats van brandstoffen op de werkplaats
-
Voorkoming van brand<br>• Ovens, drooginstallaties, droogovens en andere installaties die warmte voortbrengen of uitstralen zijn vervaardigd uit onbrandbare materialen, worden behoorlijk onderhouden en voldoende ver geplaatst van brandbare stoffen<br>
-
• Lokalen op bovenverdieping of in kelder hebben één trap naast elk ander toegangsmiddel
-
• Lokalen (verdiepingen) vanaf 100 personen en lokalen van de eerste groep hebben minstens 2 afzonderlijke uitgangen (trappen) behalve indien enkel opslag
-
• Lokalen (verdiepingen) vanaf 500 personen hebben minstens drie afzonderlijke uitgangen
-
• Breedte deuren: min. 70 cm
-
• Breedte trappen, wegen, uitgangen,…: min. 80 cm
-
• Deuren van lokalen 1e groep: opendraaien in richting van uitgangen of in beide richtingen
-
• Totale breedte uitgangen:<br>o Deuren en horizontale wegen: 1 cm/pers<br>o Trappen naar beneden: 1.25 cm/pers<br>o Trappen naar boven: 2 cm/pers
-
• Hellende vlakken me helling van hoogstens 10%
-
• Geen roltrappen
-
• Winkels > 2000m² zie forfaits vastgelegd door wetgever
-
• Wegen en uitgangen moeten zo rechtstreeks mogelijk op een veilige plaats uitkomen
-
• Wegen en uitgangen worden vrijgehouden
-
• Wegen en uitgangen bezitten veiligheidsverlichting en signalisatie
-
• Nooddeuren openen in de richting van de evacuatie
-
• Geen schuifdeuren of draaideuren
-
• Nooddeuren zijn te openen zonder speciale hulp
-
• Evacuatieplan hangt aan de ingang en per niveau van het gebouw<br>
-
Beschermings/bestrijdingsmiddelen<br>• Zichtbaar of duidelijk gesignaleerd
-
Beschermings/bestrijdingsmiddelen<br>• Toegang gemakkelijk
-
Beschermings/bestrijdingsmiddelen<br>• Bediening gemakkelijk
-
Beschermings/bestrijdingsmiddelen<br>• Doel van de middelen duidelijk aangegeven
-
Beschermings/bestrijdingsmiddelen<br>• Conforme signalisatie
-
Beschermings/bestrijdingsmiddelen<br>• Signalen zijn goed waarneembaar en zorgen niet voor verwarring<br>
-
Beschermings/bestrijdingsmiddelen<br>• Worden gebruikt overeenkomstig procedures<br>
-
• Verwarming van de lokalen<br> Gas of vloeibare vloeistoffen: Rf= ½ uur deuren tussen stookplaats en gebouw en tussen stookplaats en brandstofopslagplaats<br>
-
• Verwarming van de lokalen<br>o Rf-deuren sluiten automatisch en zijn nooit in geopende toestand geblokkeerd
-
• Verwarming van de lokalen<br>o De verwarmingstoestellen zijn zodanig opgevat en opgesteld dat ze voldoende veiligheidswaarborgen bieden, rekening gehouden met de plaatselijke omstandigheden<br>
-
• Verwarming van de lokalen<br>o De warmtegeneratoren, schoorstenen en rookgangen zijn op een voldoende afstand van brandbare stoffen en materialen opgesteld of er zodanig van afgezonderd dat brandgevaar voorkomen wordt?<br>
-
• Brandbestrijdingsmiddelen<br>o Vrije ruimte van min. 60 cm rond elke blussingskop
-
Interventie van openbare hulpdiensten vergemakkelijken door het interventiedossier ter beschikking te stellen aan de ingang
-
Bij ontstentenis van strengere voorschriften vanwege de fabrikant of de installateur of voortvloeiend uit de regels van goed vakmanschap, worden de beschermingsmiddelen tegen brand tenminste één keer per jaar gecontroleerd.
-
Meer uitleg en de tekst vind je op volgende website en volg TITEL I ALGEMENE BEGINSELEN Hoofdstuk VI Eerste hulp
http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1958 -
Ga nu verder door uw locatie toe te voegen: klik op "Toevoegen locatie"
Locatie
-
Gebouw:
-
Verdieping:
-
Controleer de volgende items:
Algemene verplichtingen
-
De nodige maatregelen treffen om de werknemers die slachtoffer zijn van een ongeval of die onwel geworden zijn, zo spoedig mogelijk eerste hulp te verlenen en indien nodig de diensten buiten de onderneming gespecialiseerd in medische noodhulp en reddingswerkzaamheden, of een verzorgingsinstelling te alarmeren.
-
Bovenstaande maatregelen kunnen toegepast worden op aannemers, onderaannemers en andere personen die aanwezig zijn op de arbeidsplaats.
-
De nodige maatregelen treffen om, voor zover er geen tegenindicaties bestaan, er voor te zorgen dat de betrokken werknemers vervoerd worden, naargelang het geval hetzij naar het verzorgingslokaal, hetzij naar hun woning, of naar een geschikte of vooraf bepaalde verzorgingsinstelling
-
Bovenstaande maatregelen kunnen toegepast worden op aannemers, onderaannemers en andere personen die aanwezig zijn op de arbeidsplaats
-
De nodige maatregelen treffen om de nodige contacten te leggen met de diensten buiten de onderneming gespecialiseerd in medische noodhulp en reddingswerkzaamheden en de verzorgingsinstellingen waarop een beroep kan worden gedaan, opdat de betrokken werknemers zo snel mogelijk de gepaste medische hulp zouden bekomen
-
Bovenstaande maatregelen kunnen toegepast worden op aannemers, onderaannemers en andere personen die aanwezig zijn op de arbeidsplaats
Uitrusting en organisatie
-
Het verzorgingslokaal is voldoende ruim bemeten, biedt alle waarborgen inzake veiligheid en hygiëne.
-
Het verzorgingslokaal is voorzien van koud en warm stromend water.
-
Het wordt verlucht, verlicht en verwarmd in functie van zijn bestemming.
-
De toegangswegen tot dit lokaal worden vrijgehouden en laten de doorgang van een draagbaar toe.
-
De plaats van het lokaal wordt aangeduid door een bord, overeenkomstig de bepalingen inzake de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk?
-
Meer uitleg en de tekst vind je op volgende website en volg TITEL IV: ARBEIDSMIDDELEN hoofdstuk I en hoofdstuk II: specifieke bepalingen
http://www.werk.belgie.be/moduleDefault.aspx?id=1958 -
Ga nu verder door uw locatie toe te voegen: klik op "Toevoegen locatie"
Locatie
-
Gebouw:
-
Controleer de volgende items:
Algemene verplichtingen
-
Voor elke installatie, machine of gemechaniseerd werktuig zijn de nodige schriftelijke instructies beschikbaar in verband met hun werking, hun gebruikswijze, hun inspectie en hun onderhoud.
-
De inlichtingen betreffende de veiligheidstoestellen werden bij die instructies gevoegd.
Minimumvoorschriften Bijlage 1
-
Het in werking stellen van een arbeidsmiddel kan alleen geschieden door een opzettelijk verrichte handeling met een hiervoor bestemd bedieningssysteem.
-
De bediening van deze systemen is binnen handbereik van de bediener geplaatst.
-
De stopopdracht aan het arbeidsmiddel heeft voorrang op startopdrachten.
-
De energievoorziening van de betrokken aandrijfmechanismen wordt onderbroken bij activering van het veiligheidssysteem.
-
Ieder arbeidsmiddel is voorzien van duidelijk identificeerbare inrichtingen waarmee het van elk van zijn krachtbronnen kan worden losgekoppeld.
-
Zijn er arbeidsmiddelen met bedieningssystemen die van invloed zijn op de veiligheid?
-
De bedieningssystemen zijn duidelijk zichtbaar en herkenbaar en, waar nodig, op passende wijze gemerkt.
-
De bedieningssystemen bevinden zich buiten de gevaarlijke zones en zijn zodanig geplaatst dat de bediening geen extra gevaren met zich brengt. Zij leverenen bij onopzettelijke handelingen geen gevaar op.
-
Kan de bedienaar vanaf de hoofdbedieningspost vaststellen of zich personen in de gevaarlijke zones bevinden?
-
Elke inschakeling wordt automatisch voorafgegaan door een veilig systeem zoals een waarschuwend geluids- of lichtsignaal.
-
De blootgestelde werknemer heeft de tijd of de middelen om het gevaar dat ontstaat door het starten of stoppen van het arbeidsmiddel snel te ontlopen.
-
Ieder arbeidsmiddel dat gevaar van vallende of wegschietende voorwerpen oplevert, is voorzien van geschikte veiligheidsinrichtingen.
-
Ieder arbeidsmiddel dat gevaar van gas-, damp- of stofontwikkeling dan wel het vrijkomen van vloeistoffen oplevert, is voorzien van geschikte opvang- of afvoerinrichtingen nabij de bron van die gevaren.
-
Arbeidsmiddelen en hun onderdelen zijn voldoende gestabiliseerd door bevestiging of met andere middelen.
-
Indien het risico bestaat dat delen van een arbeidsmiddel uiteenspringen of breken, waardoor reële gevaren voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers zouden kunnen ontstaan, zijn passende beveiligingsmaatregelen genomen.
-
De gereedschappen van werktuigmachines die aan de invloed van de middelpuntvliedende kracht onderworpen zijn zijn zodanig bevestigd dat zij niet uitgeslingerd kunnen worden.
-
Wanneer bij bewegende delen van een arbeidsmiddel het risico bestaat van mechanisch contact waardoor zich ongelukken zouden kunnen voordoen, zijn zij uitgerust met schermen of inrichtingen waarmee de toegang tot de gevaarlijke zones wordt verhinderd of de bewegingen van gevaarlijke delen worden stilgezet voordat de gevaarlijke zones worden bereikt.
-
De schermen en beveiligingsinrichtingen:
− moeten stevig zijn uitgevoerd;
− mogen geen bijkomende gevaren met zich brengen;
− mogen niet op eenvoudige wijze omzeild of buiten werking kunnen worden gesteld;
− moeten voldoende ver van de gevaarlijke zone verwijderd zijn;
− moeten het zicht op het verloop van het werk zo min mogelijk belemmeren;
− moeten de noodzakelijke handelingen voor het aanbrengen of de vervanging van de delen alsmede door de verzorgingswerkzaamheden mogelijk maken, waarbij de toegang wordt beperkt tot de sector waar het werk moet worden verricht en, zo mogelijk, demontage van het scherm of de beveiligingsinrichting niet nodig is. -
Delen van arbeidsmiddelen met een hoge of zeer lage temperatuur zijn zo nodig tegen gevaar van aanraking of nabijheid van werknemers zijn beveiligd.
-
De werk- en onderhoudspunten van alle arbeidsmiddelen worden voor de te verrichten werkzaamheden voldoende verlicht.
-
Onderhoudswerkzaamheden kunnen plaatsvinden wanneer het arbeidsmiddel uitgeschakeld is.
-
Er kunnen wel passende beveiligingsmaatregelen genomen worden voor het verrichten van deze werkzaamheden of de werkzaamheden kunnen buiten de gevaarlijke zones plaatsvinden.
-
Ieder arbeidsmiddel beschermt de blootgestelde werknemers op passende wijze tegen het gevaar van rechtstreeks of indirect contact met elektriciteit.