Information

  • Document No.

  • Audit Title

  • Client / Site

  • Conducted on

  • Prepared by

  • Location
  • Personnel

1. PREVENTIEBELEID

  • 1.1. Er is een schriftelijk jaaractieplan en een globaal preventieplan.

  • 1.2. Een arbeidsongeval wordt steeds onderzocht.

  • 1.3. Overige opmerkingen i.v.m. preventiebeleid:

2. EERSTE HULP

  • 2.1. Er is een verbanddoos aanwezig.

  • 2.2. De verbanddoos is aangeduid met een pictogram.

  • 2.3. Er wordt geen medicatie bewaard in de verbanddoos.

  • 2.4. De verbanddoos is proper.

  • 2.5. De verbanddoos bevat voldoende en niet vervallen materiaal.

  • 2.6. De inhoud van de verbanddoos is aangeduid.

  • 2.7. Er wordt regelmatig nagegaan of het materiaal aanwezig is. Er is hiervoor een verantwoordelijke aangeduid.

  • 2.8. Een oogspoelmiddel is aanwezig.

  • 2.9. Een verzorgingslokaal is aanwezig (nodig in bedrijven van groep A, B, C behalve indien risicoanalyse uitwijst dat dit niet noodzakelijk is).

  • 2.10. Het verzorgingslokaal bevat voldoende voorzieningen

  • 2.11. Het verzorgingslokaal is aangeduid met een pictogram.

  • 2.12. Er is een register i.v.m. eerste hulp aanwezig.

  • 2.13. Er zijn voldoende hulpverleners aanwezig. Per 20 aanwezigen is er minstens 1 hulpverlener aanwezig. Voor een indicatieve indeling: zie INFORIM 'Eerste hulp - bedrijfseerstehulp'.

  • 2.14. De hulpverleners worden voldoende gevormd en bijgeschoold conform de risicoanalyse.

  • 2.15. Overige opmerkingen i.v.m. eerste hulp:

3. MOEDERSCHAPSBESCHERMING

  • 3.1. Er bestaat een geschreven document inzake moederschapsbescherming waarin de resultaten van de risico-evaluatie en de algemeen te nemen maatregelen zijn opgenomen.

  • 3.2. Overige opmerkingen i.v.m. moederschapsbescherming:

4. ARBEIDSHYGIËNE (sociale voorzieningen + chemische, biologische en fysische risico's)

4.1. Sociale voorzieningen

  • 4.1.1. Er is een aparte eetruimte aanwezig.

  • 4.1.2. Er zijn voldoende toiletten aanwezig (man/vrouw).

  • 4.1.3. De toiletten zijn in goede staat.

  • 4.1.4. Damestoiletten: zakjes voor maandverbanden zijn aanwezig.

  • 4.1.5. Er is in elk toilet een toiletborstel aanwezig.

  • 4.1.6. Er zijn voldoende kleerkasten voorzien.

  • 4.1.7. Papieren handdoeken zijn voorzien.

  • 4.1.8. Er is vloeibare zeep beschikbaar.

  • 4.1.9. Er zijn voldoende en degelijke wastafels voorzien.

  • 4.1.10. Er zijn voldoende en degelijke douches voorzien.

  • 4.1.11. Het sanitair wordt voldoende onderhouden.

  • 4.1.12. De aanwezig toiletten, douches en kleedkamers worden voldoende onderhouden.

4.2. Biologische risico's

  • 4.2.1. De arbeidsplaatsen zijn ordelijk en net.

  • 4.2.2. De arbeidsplaatsen worden voldoende gereinigd.

  • 4.2.3. Elektrische kabels worden opgehoogd zodat reinigen efficiënt en veilig kan gebeuren.

  • 4.2.4. Legionellabacterie: er is een risicoanalyse gebeurd op een mogelijke besmetting.

  • 4.2.5. De lokalen vertonen geen vochtplekken.

  • 4.2.6. Er is geen schimmelvorming in de lokalen vast te stellen.

  • 4.2.7. Geen last van ongedierte (kakkerlakken, ratten, muizen, vlooien, teken, wespen, ...).

  • 4.2.8. De geur is aanvaardbaar in de lokalen.

4.3. Chemische risico's

  • 4.3.1. Er bestaat een inventaris van de gebruikte chemische producten.

  • 4.3.2. Er is voor elk product een veiligheidsfiche (MSDS) beschikbaar.

  • 4.3.3. De chemische producten worden per klasse op een aangepast, veilige wijze opgeslagen.

  • 4.3.4. Elk chemisch product is voorzien van een passend etiket.

  • 4.3.5. Er is een asbestinventaris en een asbestbeheersplan aanwezig.

4.4. Fysische risico's.

  • 4.4.1. De werknemers worden niet blootgesteld aan trillingen.

  • 4.4.2. De werknemers worden niet blootgesteld aan lawaai.

  • 4.4.3. Overige opmerkingen i.v.m. arbeidshygiëne:

5. BESCHERMINGSMIDDELEN EN WERKKLEDIJ

  • 5.1. Voldoende en geschikte gehoorbescherming is aanwezig en wordt gedragen.

  • 5.2. Voldoende en geschikte handschoenen zijn aanwezig en worden gedragen.

  • 5.3. Voldoende en geschikte veiligheidsschoenen zijn aanwezig en worden gedragen.

  • 5.4. De werknemers beschikken over voldoende en geschikte werkkledij.

  • 5.5. Er is voldoende en geschikte afzuiging/trekkasten.

  • 5.6. Overige opmerkingen i.v.m. beschermingsmiddelen en werkkledij:

  • 5.7. Geschikte en voldoende ademhalingsbescherming is aanwezig en wordt gedragen.

6. ERGONOMIE

  • 6.1. Alle werkposten zijn voldoende aangepast aan de gebruiker.

  • 6.2. Er is een opleiding voor het tillen van lasten.

  • 6.3. Er zijn aangepaste hulpmiddelen aanwezig voor het tillen en verplaatsen van lasten.

  • 6.4. De beeldschermwerkposten zijn aanvaardbaar voor de werknemers.

  • 6.5. De thermische omgevingsfactoren zijn aanvaardbaar voor de werknemers.

  • 6.6. Verlichting: er is voldoende en aangepaste verlichting.

  • 6.7. Overige opmerkingen i.v.m. ergonomie:

7. HACCP (voedselveiligheid)Te

  • 7.1. Het FIFO-principe (first in-first out) wordt correct toegepast.

  • 7.2. Er zijn geen vervallen producten aanwezig.

  • 7.3. Temperatuurcontrole is aanwezig.

  • 7.4. De infrastructuur en apparatuur zijn voldoende proper en afwasbaar.

  • 7.5. Vuilnisbakken zijn afgesloten en voorzien van een voetbediening.

  • 7.6. De afwaszone is voldoende afgescheiden van de bereidingszone.

  • 7.7. Er zijn aparte wasbakken voor handhygiëne en het reinigen van voedingsmiddelen aanwezig.

  • 7.8. Een wasbak voor handhygiëne is voorzien zo dicht mogelijk bij het sanitair.

  • 7.9. Een papier- en zeepdispenser zijn aanwezig aan de wasbak voor handhygiëne.

  • 7.10. Een pictogram 'veilig handen wassen' is aanwezig.

  • 7.11. Instructies i.v.m. handhygiëne zijn aanwezig.

  • 7.12. Handschoenen worden gedragen.

  • 7.13. Juwelen worden niet gedragen.

  • 7.14. Gebruik van hoofdbedekking.

  • 7.15. Geschikte werkkledij- en schoeisel wordt voorzien en correct gedragen.

  • 7.16. Overige opmerkingen i.v.m. HACCP (voedselveiligheid):

8. VEILIGHEID (brand, arbeidsmiddelen, elektriciteit, arbeidsplaatsen, ...)

8.1. Brand

  • 8.1.1. Er zijn voldoende nooduitgangen en deze draaien open in de richting van de uitgang.

  • 8.1.2. Doorgangen en (nood)uitgangen zijn voldoende breed en goed bereikbaar.

  • 8.1.3. De nooduitgangen zijn aangeduid.

  • 8.1.4. Er zijn voldoende blusmiddelen.

  • 8.1.5. De blusmiddelen zijn goed bereikbaar.

  • 8.1.6. De blusmiddelen zijn goed zichtbaar en aangeduid met een pictogram.

  • 8.1.7. De brandblusapparaten worden regelmatig gecontroleerd.

  • 8.1.8. Er wordt tenminste éénmaal per jaar een evacuatieoefening gehouden.

8.2. Elektrische installaties

  • 8.2.1. De kabels en installaties zijn intact, het isolerend materiaal is nog in goede staat.

  • 8.2.2. De elektrische schakelborden zijn op slot.

8.3. Arbeidsmiddelen

  • 8.3.1. Er is een veiligheidsinstructiekaart aanwezig per machine/arbeidsmiddel.

  • 8.3.2. Er is een inventaris van de ladders.

  • 8.3.3. De ladders worden periodiek gecontroleerd door een bevoegd persoon.

8.4. Arbeidsplaatsen

  • 8.4.1. Er is geen verhoogd risico op vallen of kwetsuren (gaten, kabels, orde, properheid, hoogteverschillen, los- of laadzones, ...).

  • 8.4.2. De trappen zijn voorzien van een leuning en:of antislipvoorzieningen.

  • 8.4.3. Overige opmerkingen i.v.m veiligheid.

The templates available in our Public Library have been created by our customers and employees to help get you started using SafetyCulture's solutions. The templates are intended to be used as hypothetical examples only and should not be used as a substitute for professional advice. You should seek your own professional advice to determine if the use of a template is permissible in your workplace or jurisdiction. You should independently determine whether the template is suitable for your circumstances.