Information

  • Document No.

  • Audit Title

  • Client / Site

  • Conducted on

  • Prepared by

  • Location
  • Personnel

Welzijnsbeleid.

Beleid.

  • Adviezen geformuleerd bij het voorgaande bedrijfsbezoek werden volledig of gedeeltelijk opgevolgd.

  • Er bestaat een geschreven beleidsverklaring m.b.t. het welzijn op het werk, waarin ook het engagement van de directie beschreven staat. Codex welzijn I, III

  • Er moet een beleidsplan worden opgesteld m.b.t. het welzijn op het werk, waarin ook het engagement van de directie beschreven staat.

  • Er is een identificatiedocument. Codex welzijn II, I, art. 8

  • Het identificatiedocument vermeldt de identificatie van de WG, de opdrachten, de samenstelling, de bekwaamheden en de middelen van de interne preventiedienst. Dit document moet u steeds aan de arbeidsinspectie kunnen voorleggen.

  • Er is een arbeidsreglement. Wet arbeidsreglementen, welzijnswet Vbis.

  • Elke werkgever die onder de toepassing van de arbeidsreglementenwet vallen, moeten een arbeidsreglement opstellen, ongeacht het aantal werknemers dat ze tewerk stellen.

  • Er is een schriftelijk jaaractieplan. Codex welzijn I, III, art. 11

  • JAP: preventiemaatregelen voor het komende jaar, ter voorkoming van arbeidsongevallen, beroepsziekten, e.a. overlast die een effect kunnen hebben op de gezondheid van werknemers. Het plan geeft aan welke acties moeten worden genomen, door wie en wanneer.

  • Er is een schriftelijk globaal preventieplan. Codex welzijn I, III, art. 10

  • Het GPP bevat de resultaten van de risicoanalyse, preventiemaatregelen, prioritaire doelstellingen, vereiste acties, vereiste organisatorische, financiële en materiële middelen, en de verplichtingen van alle betrokken partijen.

  • Er is een aankoopprocedure. ARAB 54quater. 3.1; Codex welzijn VI, I, art. 8

  • De werknemers worden geïnformeerd over verschillende thema's in verband met welzijn op het werk via een register of een uithangbord. KB 3/5/99 Comité PBW; Codex welzijn II, IV, art. 20

  • De participatie van de werknemers in het preventiebeleid gebeurt via het comité preventie en bescherming op het werk of syndicale afvaardiging of bij afwezigheid van deze beide, de rechtstreekse participatie van de werknemers zelf via een register of een uithangbord.

  • De coördinaten van de EDPBW zijn geafficheerd.

  • De werkgever moet de coordinaten van de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming afficheren op een zichtbare plaats. De werknemers moeten hier ook van op de hoogte zijn.

  • Gevolggeving aan verslagen en adviezen.

  • Preventiebeleid. Codex welzijn I, III

  • Richtlijnen preventiebeleid (werking, onderhoud, ...). Codex welzijn I, III

Ongevallen en incidenten.

  • Er is een instructie wie gecontacteerd moet worden in geval van nood. ARAB 52.12

  • Er is een noodprocedure in geval van brand, onmiddellijk gevaar, ernstig arbeidsongeval, ... Codex welzijn I, III, afd 4

  • Er dienen noodprocedures opgesteld te worden, met inbegrip van de maatregelen in geval van situaties van ernstig en onmiddellijk gevaar en met betrekking tot de eerste hulp, de brandbestrijding en de evacuatie van de werknemers.

  • Er zijn geen arbeidsongevallen geweest sinds het vorige bedrijfsbezoek.

  • Arbeidsongevallen met meer dan vier dagen afwezigheid worden gerapporteerd aan de arbeidsgeneeskundige dienst. KB 27/3/98 Welzijn van werknemers, art. 28; Codex welzijn II, I, art. 7

  • Ter info: elk arbeidsongeval met meer dan 4 dagen afwezigheid moet worden gemeld aan AristA (rim.secr@arista.be of fax 02/5337447)

  • Een arbeidsongeval wordt steeds onderzocht (en besproken op het CPBW indien meer dan 50 werknemers). Welzijnswet art. 94ter

  • Er is een procedure voorzien om incidenten (bijna ongevallen) te melden.

  • Het registreren en analyseren van gevaarlijke situaties en bijna ongevallen geeft inzicht in potentiële gevaren. Dit maakt het mogelijk gericht te werken aan het voorkomen van ongevallen.

  • Ongevalsaangiften.

Informatie en opleiding voor werknemers.

  • Er is een opleidingsprogramma voorzien voor de werknemers inzake veiligheid. Codex welzijn I, III, art. 18

  • De wet bepaalt dat iedere medewerker moet worden opgeleid en geïnformeerd over de risico's bij de uitvoering van zijn taken. In het bijzonder bij indiensttreding, verandering van functie of werkpost en bij de invoering van nieuwe arbeidsmiddelen.

  • Er wordt vorming en informatie georganiseerd voor een nieuw personeelslid (onthaalprocedure). Codex welzijn I, III, art. 18

  • De werkgever is verplicht om het onthaal van een nieuwe werknemer structureel te organiseren en een ervaren werknemer aan te duiden om de beginnende werknemer te begeleiden. Er wordt ook aangeraden om een onthaalbrochure te gebruiken.

  • Algemene vorming en informatie. Codex welzijn I, III, art. 18

  • Voorlichting. Codex welzijn I, III, art. 18

Rook en alcoholbeleid.

  • Er is een rookbeleid. Wet 22/12/09 Rookbeleid.

  • De werkgever is wettelijk verplicht om het rookverbod in te voeren op de arbeidsplaatsen. Er kunnen rookkamers worden ingericht na overleg met het personeel. We raden echter aan prioriteit te geven aan het stoppen met roken.

  • Het rookverbod wordt gerespecteerd.

  • Er is een procedure m.b.t toelaatbare ruimte voor roken.

  • Er is een alcohol- en drugsbeleid. CAO 100

  • De CAO 100 verplicht elke werkgever een preventief alcohol- en drugsbeleid uit te werken in een beleidsverklaring. Deze beleidsverklaring vormt de basis voor een preventiebeleid betreffende alcohol en drugs,

  • Het alcohol- en drugsbeleid wordt nageleefd. CAO 100

  • De signalisatie inzake rookverbod is voldoende.

Gezondheid op het werk.

Eerste hulp. KB 15/12/10 Eerste hulp; Codex welzijn I, VI & VII.

  • Er is een risicoanalyse m.b.t. eerste hulp (identificatie van de gevaren, bepaling en evaluatie van het risico) aanwezig op basis waarvan de preventiemaatregelen worden genomen.

  • De werkgever dient de nodige maatregelen te treffen om eerste hulp te kunnen verlenen aan werknemers en bezoekers die het slachtoffer zijn van een ongeval of die onwel worden. De werkgever bepaalt na advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer de vereiste middelen, op basis van een risicoanalyse.

  • Er is een verbanddoos aanwezig.

  • Er wordt geen medicatie bewaard in de verbanddoos.

  • Verbanddozen zijn toegankelijk voor iedereen. Alleen apothekers en dokters mogen geneesmiddelen ter beschikking stellen. Personen kunnen een allergische reactie vertonen na het innemen van medicatie (bv. aspirine, ...).

  • De verbanddoos is proper en bevat voldoende materiaal conform de risicoanalyse eerste hulp.

  • Zie INFORIM eerste hulp - samenstelling van de verbanddozen.

  • Men kan de ogen spoelen als er schadelijke producten in terecht gekomen zijn.

  • Een verzorgingslokaal is aanwezig en aangeduid met het overeenkomstige pictogram.

  • Een verzorgingslokaal is nodig in bedrijven van groep A, B, C behalve indien risicoanalyse uitwijst dat dit niet noodzakelijk is.

  • Het verzorgingslokaal bevat voldoende voorzieningen.

  • Zie INFORIM eerste hulp - lokalen.

  • Er wordt regelmatig nagegaan of het materiaal aanwezig is. Er is hiervoor een verantwoordelijke aangeduid.

  • Er is een register i.v.m. eerste hulp aanwezig.

  • Er zijn voldoende hulpverleners aanwezig.

  • Per 20 aanwezigen is er minstens 1 hulpverlener aanwezig. Voor een indicatieve indeling: zie INFORIM eerste hulp - bedrijfseerste hulp.

  • Een lijst met hulpverleners is aanwezig, met contactgegevens, en wordt zichtbaar aangeduid.

  • De hulpverleners worden voldoende gevormd en bijgeschoold conform de risicoanalyse.

  • Praktische organisatie van hulp en dringende zorgen.

  • Verzorgingsmateriaal.

  • Verbanddozen.

  • Aanwezigheid van hulpverleners.

Medisch toezicht. KB 27/3/98 Welzijnsbeleid; KB 2/5/95 Moederschapsbescherming.

  • Een risicoanalyse per functie en/of per werkpost is opgemaakt.

  • Er zijn geen nieuwe functies bijgekomen en/of de risico's per werkpost zijn ongewijzigd gebleven.

  • Voor nieuwe functies is een risicoanalyse nodig. Onze afdeling risicobeheersing kan u hierbij helpen. Contacteer het secretariaat op 02/533 74 01 of rim.secr@arista.be.

  • Er bestaat een geschreven document inzake moederschapsbescherming waarin de resultaten van de risico-evaluatie en de te nemen maatregelen zijn opgenomen.

  • De beslissing van de arbeidsgeneesheer inzake moederschapsbescherming wordt opgevolgd.

Veiligheid.

Brand.

  • De deuren hebben een weerstand tegen brand van tenminste een half uur.

  • De deuren in de compartimentering moeten een brandweerstand tegen brand hebben van minstens een half uur.

  • Er zijn maatregelen genomen om de brandkast zo laag mogelijk te houden.

  • Opslag van ontvlambare producten beperken tot strikt noodzakelijke hoeveelheid, gemakkelijk brandbaar afval zo snel mogelijk verwijderen, ...

  • De stookinstallatie op aardgas is voldoende verlucht

  • Verluchtingsrooster bovenaan en onderaan voorzien. Grootte rooster minimum 150 cm2 of 1/10de van de vloeroppervlakte. De roosters moeten voorzien zijn van brandstrips, de afdichting van de opening moet Rf=1 zijn.

  • Er zijn voldoende nooduitgangen voorzien en deze draaien open in de richting van de uitgang.

  • Minimum 2 nooduitgangen voor lokalen van de 1ste groep, voor lokalen en verdiepingen met minimum 100 personen, voor winkels voor kleinhandel en verkooplokalen met een minimum oppervlakte van 2000 m2.

  • Doorgangen en (nood)uitgangen zijn voldoende breed en goed bereikbaar.

  • De breedte van de uitgangswegen, uitgangen en wegen die ernaartoe leiden, moeten minstens 80 cm breed zijn.

  • Er is noodverlichting voorzien en deze wordt regelmatig gecontroleerd.

  • De Europese norm EN 50172 eist onder andere een maandelijkse functietest en een jaarlijkse autonomietest van de noodverlichting. Verder eist de norm registratie van de controles en het onderhoud in een logboek.

  • Veiligheidssignalisatie is aanwezig (pictogrammen, bewegwijzering, plan, enz...)

  • Er zijn voldoende draagbare bluseenheden (1 per 150 m2). Deze zijn goed bereikbaar en worden met pictogrammen aangeduid.

  • Criterium: 1 draagbare bluseenheid per 150m2 per verdiep bij een normaal brandrisico.

  • De brandblusapparaten worden regelmatig gecontroleerd.

  • Het materieel voor brandbestrijding moet geregeld gecontroleerd worden. De maximale tijdspanne tussen 2 controles bedraagt 15 maanden.

  • Er is een eerste interventieploeg. (Indien ten minste 50 werknemers tewerkgesteld in eenzelfde gebouw of in verscheidene naburige gebouwen die een geheel vormen of als het gebouw een lokaal van de eerste groep omvat).

  • De werkgever is verplicht een interventieploeg op te richten indien ten minste 50 werknemers tewerkgesteld zijn in eenzelfde gebouw of in verscheidene naburige gebouwen die een geheel vormen- of als het gebouw een lokaal van de eerste groep omvat.

  • De namen van de leden van de eerste interventieploeg zijn duidelijk vermeld bij de evacuatieinstructies.

  • Er zijn waarschuwings- en alarmmiddelen aangebracht (indien meer dan 49 werknemers in eenzelfde gebouw of in meerdere naburige gebouwen die een geheel vormen- of een lokaal van de eerste groep bevat)

  • De werkgever moet waarschuwings- en alarmmiddelen aanbrengen (voor bedrijven met > 50 werknemers in eenzelfde gebouw of in verschillende naburige gebouwen die een geheel vormen- of een lokaal van de eerste groep omvat, of als het verscheidene verdiepingen van een gebouw bezet.

  • Er wordt tenminste éénmaal per jaar een evacuatieoefening gehouden.

  • Jaarlijks moet een werkgever een evacuatieoefening organiseren, ook als een bedrijf < 50 werknemers tewerkstelt, geen lokaal van de eerste groep omvat, of slechts 1 verdieping telt. Bij brand is het belangrijk dat paniek vermeden wordt en iedereen weet wat men moet doen.

  • De muren, wanden, vloeren, en zolderingen die de scheiding vormen, hebben een weerstand tegen brand van tenminste een half uur.

  • De wanden, vloeren en zoldering die de scheiding vormen moeten een weerstand tegen brand hebben van ten minste één uur. (Voor gebouwen in de tweede groep, gebouwd na 1 juni 1972).

  • De bluseenheden zijn goed geplaatst, makkelijk bereikbaar.

  • De bluseenheden moeten zo geplaatst worden dat ze goed zichtbaar zijn (signalisatie), gemakkelijk bereikbaar zijn en onmiddellijk in werking kunnen gebracht worden.

  • Het advies van de brandweer werd gevraagd voor het vaststellen van de brandbestrijdingsuitrusting bij een onderneming met minimum 50 werknemers of als het gebouw een lokaal van de eerste groep bevat.

  • Voor het vaststellen van de brandbestrdijdingsuitrusting raadpleegt de werkgever de brandweer als hij ten minste 50 werknemers tewerkstelt of als het gebouw een lokaal van de eerste groep omvat.

  • De alarmsignalen kunnen door de belanghebbenden waargenomen worden.

  • Er is een intern noodplan.

  • Er bestaan instructies in geval van brand.

  • Er wordt voor werken als lassen, snijden met een brander of elektrische boog, een vuurvergunning uitgeschreven.

  • Organisatie van de brandbestrijding.

  • Algemene richtlijnen.

  • Uitrusting voor eerste interventie.

  • Vrijhouden van de evacuatiewegen.

  • Signalisatie (pictogrammen, bewegwijzering, plan, ...)

  • Noodverlichting.

  • Oefeningen (waarschuwingen, brand, ...)

  • Controle van de brandblustoestellen.

  • Deuren, wanden (stooklokaal, stookolielokaal)

Periodieke controles.

  • Er is een inventaris van de verplichte controles en inspecties die moeten uitgevoerd worden door een EDTC.

  • Er is een jaarlijkse keuring voorzien van de elektrische hoogspanningsinstallatie conform AREI.

  • De elektrische installatie, gasinstallatie, liften, ... worden onderworpen aan de wettelijke keuring.

  • Verwarming, airco, ventilatiesysteem, ... worden regelmatig onderhouden en periodiek gecontroleerd.

  • Voor sommige arbeidsmiddelen of installaties in uw onderneming schrijft de wetgeving een periodieke controle voor door een externe dienst voor technische controle of door een bevoegd persoon binnen of buiten de onderneming.

  • Er is een inventaris van de verplichte controles en inspecties die moeten uitgevoerd worden door een bevoegd persoon.

Elektrische installaties.

  • De kabels zijn intact, het isolerend materiaal is nog in goede staat.

  • De elektrische schakelborden zijn op slot.

  • Elektrische schakelborden moeten altijd gesloten zijn. Deur of afschermplaat van het schakelbord (terug)plaatsen. Aanraking van naakte, onder spanning staande delen, mag niet mogelijk zijn.

  • Er zijn schema's van de elektrische installaties, elektrische borden en bekabeling beschikbaar.

  • De afscherming van de stopcontacten en/of verlichtingsschakelaars is intact.

  • De elektrische kasten worden niet voor andere doeleinden gebruikt.

  • Het gebruik van stopcontactdozen is beperkt tot één per stopcontact.

  • Staat van de bekabeling.

  • Juist gebruik van stopcontacten.

  • Elektrisch schakelbord (afgesloten, ...)

  • Hoogspanningscabine.

Arbeidsmiddelen.

  • Er is een inventaris aanwezig van de machines/arbeidsmiddelen.

  • Van alle aanwezige machines en arbeidsmiddelen moet een inventaris opgemaakt worden. Deze vermeldt het aantal en de plaats ervan en is vergezeld van bestelbon, conformiteitsonderzoek, indienststellingsverslag en eventueel veiligheidsinstructiekaart.

  • Er is een veiligheidsinstructiekaart aanwezig per machine/arbeidsmiddel.

  • Van alle in het bedrijf aanwezige machines en arbeidsmiddelen dient een veiligheidsinstructiekaart opgemaakt te worden.

  • Er is een indienstellingsverslag.

  • De werkinstructies voor het gebruik van arbeidsmiddelen zijn opgesteld in de taal van de gebruiker.

  • Er is een inventaris van de ladders.

  • Ladders dienen genummerd te worden en de bevindingen dienen in een logboek bijgehouden te worden.

  • De ladders worden periodiek gecontroleerd door een bevoegd persoon.

  • Ladders dienen op regelmatige tijdstippen (bv. 2 maal per jaar) nagekeken te worden door een bevoegd persoon. De controle kan gebeuren aan hand van AristA checklist ladders: periodieke controle.

  • Het gebruik van mobiele arbeidsmiddelen wordt beperkt tot bevoegde personen.

  • De werkgever is verplicht een aantal begeleidende maatregelen te treffen om het veilig gebruik van mobiele arbeidsmiddelen te bevorderen. Zo dienen onder meer de bestuurders een adequate opleiding te hebben gevolgd en moeten verkeersregels worden opgesteld.

  • De stellingen worden periodiek gecontroleerd.

  • Elke stelling dient periodiek en voor ingebruikname gecontroleerd te worden en dit dient geregistreerd te worden in een logboekje.

  • De personeelsliften worden regelmatig gecontroleerd en onderhouden.

  • 1) risicoanalyse éénmaal per tien jaar door een erkende dienst voor technische controle. 2) preventief onderhoud volgens de instructies van de constructeur of twee maal per jaar. 3) preventieve inspectie doorheen erkende dienst voor technische controle. 1 maal per jaar + 1 maal per 6 maand een beperkt nazicht, bij onderhoud door een ISO 9001 gecertificeerde firma, en 4 maal per jaar bij een niet door ISO 9001 gecertificeerde firma.

  • De hefwerktuigen worden regelmatig gecontroleerd en onderhouden.

  • Een behandelingstoestel gebruikt als hefwerktuig (vorklift) dient jaarlijks door een bevoegd persoon te worden gecontroleerd. Indien het toestel gebruikt wordt als hijstoestel, dient dit te gebeuren door een erkende dienst voor technische controle.

  • De bestuurders van de heftruck hebben een opleiding gevolgd.

  • Bestuurders van een heftruck bekleden volgens de wet een risicopost (veiligheidsfunctie). De werkgever is verplicht voor die werkposten een opleiding of infosessie te organiseren. Het is aanbevolen dit via een extern opleidingscentrum te organiseren.

  • De handwerktuigen worden regelmatig onderhouden.

  • Arbeidsmiddelen waarbij verslechtering (slijtage e.d.) kan optreden, moeten worden onderworpen aan periodieke controles wanneer uitzonderlijke gebeurtenissen zich hebben voorgedaan zoals bv. ombouw, ongevallen, langdurig buiten gebruik stellen, ... .

  • Een risicoanalyse van de arbeidsmiddelen/machines is uitgevoerd.

  • Een conformiteitsonderzoek is gebeurd voor machines van voor 12/08/1993.

  • Een EG-verklaring van overeenstemming is aanwezig voor machines na 12/08/1993.

  • Er is een handleiding voorzien (in de taal van de gebruiker) voor het gebruik van de arbeidsmiddelen.

  • De gebruikers werden opgeleid voor het hanteren, bedienen, onderhouden van de machine.

  • De stellingen worden voor gebruik gecontroleerd.

  • Er is een registratie en opvolging van de periodieke controle van de stellingen.

  • De controles gebeuren enkel door bevoegde personen.

  • Ladders.

  • Regelmatige controle van ladders.

  • Handwerktuigen (onderhoud, bescherming, aanpassing).

Gebouwen.

  • Vloeren (valrisico, gaten, kabels, orde, properheid, hoogteverschillen, los- of laadzones, ...).

  • Trappen (leuning, antislipvoorzieningen, ...).

  • De deuren van de nooduitgang draaien open richting de uitgang.

Ergonomie.

Werkpost.

  • Makkelijke werkhouding.

  • Inplanting van de werkposten.

  • De werkposten zijn aangepast aan de gebruiker.

Behandeling van lasten.

  • Er is een opleiding voor het tillen van lasten.

  • Elke werknemer die in de zin van artikel 2 van het ARAB een manuele handeling uitvoert, met het risico op rugletsel, dient een adequate opleiding in het correct hanteren van lasten te krijgen.

  • Er zijn aangepaste hulpmiddelen aanwezig voor het tillen en verplaatsen van lasten.

  • De werkgever is ertoe verbonden om passende organisatorische maatregelen te nemen, passende middelen te gebruiken, of zulke middelen aan de werknemers te bezorgen, met name mechanische uitrustingen, om te voorkomen dat werknemers lasten manueel moeten hanteren.

  • Heffen van lasten.

Beeldschermwerk.

  • De beeldschermwerkposten zijn ergonomisch opgesteld.

Thermisch comfort.

  • De verwarming is aanvaardbaar in de winter.

  • De verluchting is aanvaardbaar in alle seizoenen.

  • De luchtvochtigheid is aanvaardbaar in alle seizoenen.

  • Er is water of aangepaste drank voorzien afhankelijk van de klimatologische omstandigheden.

  • De werkgever is altijd verplicht om water ter beschikking te stellen. Gewoon drinkbaar leidingwater kan volstaan. In volgende gevallen moeten er extra dranken worden voorzien: op advies van de arbeidsgeneesheer en/of wanneer de klimatologische omstandigheden het vereisen.

  • De luchtsnelheid is aanvaardbaar in alle seizoenen.

  • De optimale luchtsnelheid is 0,15 m/sec volgens euronorm.net.

  • De thermische omgevingsfactoren zijn aanvaardbaar voor de werknemers.

  • Eventueel thermische comfortmeting laten uitvoeren.

  • De airco wordt regelmatig onderhouden.

  • Airconditioningssystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW moeten om de 5 jaar gekeurd worden (vanaf 1/8/11). Airco's van 50 kW of meer worden om de 3 jaar gekeurd en airco's van 250 kW of meer om de 2 jaar (vanaf 10/04/11).

  • Thermisch comfort is aanvaardbaar in alle seizoenen.

  • Er is voldoende natuurlijke verluchting.

  • De kunstmatige verluchting wordt onderhouden en gecontroleerd.

Verlichting.

  • Er is voldoende en aangepaste verlichting.

  • De lokalen moeten overdag voldoende daglicht binnenlaten. Wanneer het daglicht onvoldoende is, moeten de werkplaatsen met wit kunstlicht worden verlicht.

  • De verlichting is in goede staat.

  • Er is voldoende natuurlijke verluchting.

  • De kunstverlichting is in goede staat en wordt onderhouden.

Arbeidshygiene.

Sociale voorzieningen.

  • Er is een aparte eetruimte aanwezig.

  • De wetgeving voorziet dat de werkgever steeds een aparte eetruimte moet voorzien. Uitzonderingen: indien het kantoor minder dan 3 bedienden werken, mogen zij in het kantoor eten.

  • Er zijn voldoende toiletten aanwezig (man/vrouw) en voorzien van een pictogram.

  • Één watercloset per 15 werkneemsters die aanwezig zijn en 1 watercloset per 25 werknemers die gelijktijdig aanwezig zijn.

  • Er zijn (voldoende) kleedkamers voorzien.

  • De kleedkamers en de wasplaatsen bevinden zich in één of verschillende lokalen die volledig gescheiden zijn van de werkplaatsen en de bureau's. De kleedkamers en wasplaatsen zijn voor mannen en vrouwen in aparte lokalen ondergebracht.

  • De refter is groot genoeg.

  • Papieren handdoeken en/een elektrische handendroger zijn voorzien.

  • Er is vloeibare zeep beschikbaar.

  • Er zijn voldoende wastafels voorzien.

  • Er is voldoende verluchting in de douches.

  • Antislipmateriaal in de douches is voorzien.

  • De cabines moeten zo vervaardigd zijn dat uitglijden en vallen vermeden wordt (antislip).

  • Er zijn gescheiden douches voor mannen en vrouwen.

  • De uitrusting van de keuken, het sanitair en de refter zijn voldoende goed.

Onderhoud van de lokalen.

  • De keuken wordt regelmatig onderhouden.

  • Het sanitair wordt regelmatig onderhouden.

  • De refter wordt regelmatig gereinigd.

  • De toiletten worden met water schoongemaakt voor elke werkhervatting en ten minste éénmaal per dag.

  • Toiletten worden met water schoongemaakt, voor elke werkhervatting en minstens eenmaal per dag.

  • De aanwezige douches en kleedkamers worden regelmatig onderhouden.

  • De algemene staat van de lokalen is voldoende.

Fysische risico's.

  • Het geluid (lawaai) is aanvaardbaar in de lokalen (geen klachten).

  • Meting laten uitvoeren, ook sterkte piekbelasting en frequentie ter plaatse laten beoordelen.

  • Fysische risico's (UV, IR, IS, ...)

  • Trillingen.

  • Lawaai.

  • Geur.

Biologische risico's.

  • De lokalen vertonen geen vochtplekken

  • Er is een risicoanalyse gebeurd op een mogelijke besmetting van de legionellabacterie.

  • Er is een beheersplan van de aanwezige installatie(s) gebeurd.

  • Er is geen schimmelvorming in de lokalen vast te stellen.

  • De aanwezigheid van schimmels en/of schimmelsporen kan belangrijke gezondheidsproblemen veroorzaken. Naast deze gezondheidsschade kunnen schimmels ook esthetische schade toebrengen en voor geurhinder zorgen.

  • Geen last van ongedierte (kakkerlakken, ratten, muizen, vlooien, teken, wespen, ...) in de lokalen.

  • Biologische risico's (mijten, schimmels, ...)

Chemische risico's.

  • Er bestaat een inventaris van de gebruikte chemische producten.

  • Elke werkgever dient een inventaris en de fiches (MSDS) van de gevaarlijke producten te kunnen voorleggen aan de Federale overheidsdiensten 'toezicht op het werk'

  • Er is voor elk product een veiligheidsfiche beschikbaar.

  • Voor elk product een veiligheidsfiche of MSDS (material safety data sheet) bijhouden. Ontbrekende fiches opvragen aan de leverancier, producent of via de online databank op www.arista.be

  • De chemische producten worden op een aangepaste, specifieke, veilige manier opgeslagen.

  • Elk chemisch product is voorzien van een passend etiket.

  • Elk chemisch product dient te worden voorzien van een passend etiket met daarop productaanbod, het identificatienummer, de gegevens van de fabrikant, gebruikersinformatie en gevarensymbolen.

  • Er zijn werkinstructies om brandbare, giftige, bijtende of gevaarlijke producten op een veilige manier te gebruiken.

  • 'Instuctiekaarten op de werkplek geven werknemers op een eenvoudige en heldere wijze informatie over de risico's, veiligheidsmaatregelen, persoonlijke beschermingsmiddelen, opslag en noodmaatregelen bij het gebruik van gevaarlijke chemische stoffen.

  • Er is een asbestinventaris en een asbestbeheersplan aanwezig.

  • De werkgever is verplicht een inventaris op te stellen van al het asbest en asbesthoudend materiaal in alle delen van de gebouwen, behalve moeilijk bereikbare delen die in normale omstandigheden geen aanleiding kunnen geven tot blootstelling aan asbest. Verder is het nodig dat asbesthoudend materiaal dat beschadigd is of in bepaalde omstandigheden asbestvezels kan vrijgeven, de nodige maatregelen (verwijderen, inkapselen, fixeren, enz) worden genomen om dit te voorkomen, ongeacht de vezelconcentratie in de lucht.

  • De geur is aanvaardbaar in de lokalen (geen klachten i.v.m. geurhinder).

  • Chemische producten (gebruik, inventaris, opslag/etikettering/verpakking).

Individuele uitrusting.

PBM's.

  • De werknemers beschikken over voldoende en aangepaste individuele beschermingsmiddelen, aangepast aan het werk.

  • De PBM's worden gedragen.

  • De werkgever zorgt voor het reinigen, herstel en vervanging van de PBM's.

  • Indien nodig is er geschikte en voldoende ademhalingsbescherming aanwezig.

  • Indien nodig is er voldoende en geschikte gehoorbescherming aanwezig.

  • Indien nodig is er voldoende en geschikte gelaatsbescherming aanwezig.

  • Indien nodig zijn er voldoende en geschikte handschoenen aanwezig.

  • Indien nodig zijn er voldoende en geschikte helmen aanwezig.

  • Indien nodig zijn er voldoende en geschikte veiligheidsschoenen aanwezig.

  • Indien nodig zijn er voldoende en geschikte veiligheidshesjes aanwezig.

  • Er is een inventaris van het veiligheidsmaatregel.

  • De (wettelijke) controles, die door een EDTC moeten gedaan worden, zijn uitgevoerd.

  • Er is sensibilisatie voor het dragen vaan PBM's.

  • Er is respect voor het dragen van PBM's in het algemeen.

Werk- en signalisatiekledij.

  • De werknemers beschikken over voldoende en geschikte werkkledij.

  • De wet voorziet dat de werkgever moet instaan voor het reinigen, herstellen en vernieuwen van de werkkledij. Hij mag geen vergoeding toekennen om werknemers hiermee te belasten. Uitzondering mogelijk wanneer de werkkledij geen risico vormt voor de gezondheid van werknemers of zijn omgeving, en in CAO.

  • Indien nodig is er voldoende en geschikte signalisatiekledij aanwezig.

  • Voor werknemers op en langs de openbare weg (verkeer tijdens werkzaamheden niet verboden)- werknemers belast met het ophalen van vuilnis - werknemers van brandweerlieden, eerste hulpdiensten, ... - werknemers die krachtens andere reglementering signalisatiekledij moeten dragen.

HACCP.

Infrastructuur.

  • Vloeren, wanden, plafonds, ramen en deuren zijn in goede staat en makkelijk te onderhouden,

  • Alle vloeren, wanden, plafonds, ramen en deuren dienen effen, ondoorlatend en makkelijk afwasbaar te zijn.

  • Alle werkvlakken zijn goed en makkelijk te onderhouden,

  • Alle werkvlakken dienen effen, ondoorlatend en makkelijk afwasbaar te zijn.

  • Alle opslagvoorzieningen (kasten, rekken, koel- en diepvriesruimten) zijn in goede staat en makkelijk te onderhouden.

  • Alle opslagvoorzieningen dienen effen, ondoorlatend en makkelijk afwasbaar te zijn.

Levering.

  • Het verbod op toegang voor onbevoegden wordt gesignaleerd.

  • Een ingangscontrole (temperatuur, verpakking, houdbaarheid, ...) is voorzien.

  • Instructies dienen aanwezig te zijn naar het controleren vanwege voeding (temperatuur, verpakking, houdbaarheid bij levering en wat te doen bij non-conformiteiten).

  • Leveringsbonnen worden correct bijgehouden,

  • Leveringsbonnen moeten minstens 2 jaar bijgehouden worden (6 maand indien vallend onder versoepeling van autocontrole).

  • De koelketen wordt gerespecteerd.

  • Bij levering dienen voedingswaren zo snel mogelijk op de juiste temperatuur gebracht te worden.

Opslag.

  • Er is voldoende opslagruimte om afleverde, droge, gekoelde en diepgevroren grondstoffen en voedingsmiddelen conform te stockeren.

  • Er worden geen voedingsmiddelen rechtstreeks op de grond geplaatst.

  • Voedingsmiddelen mogen niet rechtstreeks op de grond geplaatst worden om een conforme schoonmaak te verzekeren en contaminatie te vermijden.

  • Het FIFO-principe (first in-first out) wordt correct toegepast. Er zijn geen vervallen producten aanwezig.

  • Alle grondstoffen en voedingsmiddelen worden in de oorspronkelijke gesloten verpakking bewaard.

  • Bij herverpakking is een etiketteringssysteem aanwezig.

  • Instructies dienen aanwezig te zijn om bij herverpakking een duidelijk en voor iedereen begrijpbaar etiket aan te brengen.

  • Een temperatuurcontrole (max 4 graden bij koelkast, min 18 graden bij diepvries) is aanwezig.

  • Voorzien van een procedure om minstens dagelijks de temperatuur van koeling- en diepvriesinstallaties te controleren en te registreren.

  • De goede werking van de gebruikte thermometers wordt periodiek gecontroleerd.

  • Voorzien van een controle van de gebruikte thermometers (voorzien van extra thermometer, calibratie).

  • Niet-eetbare producten worden apart gestockeerd.

Bereiding.

  • Alle uitrusting en apparatuur is in goede staat, goed afwasbaar, niet toxisch en corrosiebestendig.

  • De warmteketen (minder dan 65 graden) wordt gerespecteerd.

  • De maximumtemperatuur van frituurvet (maximum 180 graden) wordt gerespecteerd.

  • Een aparte, propere wasbak voor het reinigen van voedingsmiddelen is aanwezig.

Onderhoud.

  • Een onderhoudsplan is aanwezig.

  • Een onderhoudsplan beschrijft naast de frequentie bij voorkeur ook het gebruikte schoonmaakproduct, de methodiek (droog/nat), en de verantwoordelijke van het reinigen.

  • De gebruikte schoonmaakproducten zijn HACCP-conform.

  • Schoonmaakproducten dienen HACCP-conform de te reinigen infrastructuur of werkmaterialen te zijn. De nodige attesten van de leverancier dienen de HACCP-conformiteit te staven.

  • De infrastructuur, uitrusting en apparatuur zijn voldoende proper.

  • De schoonmaakproducten en -materiaal worden apart bewaard.

  • De afwaszone is voldoende afgescheiden van de bereidingszone.

  • Om contaminatie te vermijden dient de afwaszone voldoende afgescheiden te zijn van de bereidingszone. Propere uitrusting mag de vuile uitrusting niet kruisen (respecteren hygienelijn).

Afval.

  • Er zij voldoende vuilnisbakken en afvalcontainers aanwezig, en ze worden regelmatig geledigd.

  • Vuilnisbakken in de bereidings- en afwaszone zijn afgesloten en voorzien van voetbediening.

  • Afvalopslagplaatsen zijn voldoende proper en vrij van ongedierte.

Ongediertebestrijding.

  • Een ongediertebestrijdingsplan is aanwezig en effectief.

  • Binnen een ongediertebestrijdingsplan zijn een grondplan (met aanduiding lokazen), de controleverslagen en de MSDS-fiches van de gebruikte producten aanwezig. De gebruikte producten dienen een aparte opslag te hebben.

  • Waar nodig zijn horren aanwezig.

Persoonlijke hygiene.

  • Er zijn voldoende en conform uitgeruste wasbakken voor handhygiene aanwezig.

  • De wasbakken voor handhygiene zijn voldoende afgescheiden van de bereidingszone.

  • Een papierdispenser is aanwezig aan de wasbak voor handen.

  • Een pictogram 'verplicht handen wassen' is aanwezig.

  • Geschikte werkkledij- en -schoeisel wordt voorzien en correct gedragen.

  • Kleedkamers worden apart voorzien, buiten keukencircuit.

  • Direct contact tussen privékledij en keukenkledij moet worden vermeden.

  • Sanitair is apart voorzien, buiten keukencircuit.

  • Het voorzien van een zone tussen het sanitair en het keukencircuit is verplicht.

  • Een wasbak voor handhygiene is voorzien zo dicht mogelijk bij het sanitair.

  • Instructies i.v.m. handhygiene, propere nagels en het vemlijden van juwelen zijn aanwezig.

  • Instructies i.v.m. het gebruik van hoofdbedekking zijn aanwezig.

  • Instructies i.vm. aandacht voor de persoonlijke gezondheid (geen open verwonding, geen puisten, zweren, geen voor levensmiddelen besmettelijke ziekten, ...) zijn aanwezig.

Opleiding.

  • Voor elke nieuwe medewerker wordt een opleiding voorzien.

  • Een regelmatige heropfrissing wordt voorzien.

  • Instructies i.v.m. het melden van afwijkingen zijn aanwezig.

Eerste hulp.

  • In de verbanddoos zijn conforme pleisters (waterdicht, blauw) aanwezig.

Milieu.

Afval.

  • Het afval wordt frequent verwijderd.

  • Het afval wordt voldoende gesorteerd volgens type afval.

Psychosociale aspecten.

Psychosociale aspecten.

  • De procedures zijn vermeld in het arbeidsreglement.

  • Er is een procedure geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag aanwezig.

  • De bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk maakt deel uit van het preventiebeleid van de werkgever.

  • Er is een register voor extern geweld.

  • Een register voor het bijhouden van feiten van extern geweld tegenover eigen personeel moet worden opgesteld.

  • Indien er een vertrouwenspersoon aangesteld is, heeft deze vertrouwenspersoon een opleiding gevolgd.

  • Optreden als vertrouwenspersoon is geen evidentie. Het is van belang dat de vertrouwenspersoon een specifieke opleiding heeft gevolgd. De wetgeving spreekt over een aantal doelstellingen, op het vlak van vaardigheden en kennis, die de vertrouwenspersoon moet bereiken.

  • Er werd een risicoanalyse m.b.t. psychosociale belasting uitgevoerd.

  • De risicoanalyse omvat de identificatie van situaties die kunnen leiden tot het ontstaan van een psychosociale belasting veroorzaakt door het werk. De risicoanalyse wordt op voorhand uitgevoerd, rekening houdend met: arbeidsinhoud, arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen.

  • Na melding van een incident van psychosociale aard wordt een risicoanalyse uitgevoerd.

  • Het uitvoeren van een risicoanalyse met betrekking tot de risico's van stress, geweld, pesten en seksueel gedrag op het werk, is een wettelijke verplichting van de werkgever.

Psycho-organisatorische belasting.

  • Organisatie van het werk (duidelijke richtlijnen, werkproces, ...)

  • Organisatie tussen diensten.

  • Werksfeer

  • Veiligheidsgevoel.

The templates available in our Public Library have been created by our customers and employees to help get you started using SafetyCulture's solutions. The templates are intended to be used as hypothetical examples only and should not be used as a substitute for professional advice. You should seek your own professional advice to determine if the use of a template is permissible in your workplace or jurisdiction. You should independently determine whether the template is suitable for your circumstances.