Title Page

  • Site conducted

  • Conducted on

  • Prepared by

  • Voertuig nummer

  • Gezien voorgaande eisen uit Quality & Safety eisen: Elk stuk equipment moet voorzien zijn van een uniek volgnummer, voor onze medewerkers moet (indien equipment gepooled wordt) duidelijk zijn welk equipment wel / niet door ons gebruikt mag worden.

Verlichting

Gebruik van verlichting conform NEN-EN 1915-1:

  • Koplampen: wit

  • Achteruitrijlichten: wit

  • Richtingaanwijzers: amber

  • Achterlichten: rood

  • Remlichten: rood

  • Reflectoren achter: rood

  • Zijmarkeringslichten: amber

Bovendien zijn de volgende eisen van toepassing:

  • Indien het aanzicht van het voertuig aan de voorzijde wordt belemmerd door belading, werktuigen of karren dient het voertuig te zijn voorzien van twee extra dimlichten en extra richtingaanwijzers tot een maximale hoogte van 2,80 meter boven het wegdek.

  • Indien het voertuig langer is dan 6 meter dient deze voorzien te zijn van amberkleurige zijmarkeringslichten en/of niet-driehoekige reflectoren, bedoeld om de zichtbaarheid bij duisternis te vergroten en aangebracht daar waar de constructie van de voertuigen dit toestaat. Uitstekende lading langer als 1 meter dient aan voor- en achterzijde extra gemarkeerd te worden.

Markering

  • De markering van voertuigen, dient minimaal te voldoen aan het gestelde in NEN EN 1915-1.

  • GSE moeten aan elke kant van de uitrusting minimaal 2 markeringen van reflecterend materiaal hebben met een maximale afstand van 1,5 m tussen elke markering. Elke markering mag niet kleiner dan 100 cm2 zijn.

  • Markering van reflecterend materiaal moet ook worden aangebracht op alle hoeken van de equipment

Bedrijfslogo

  • Voertuigen aan airside dienen voorzien te zijn van een bedrijfslogo van de gebruiker op airside, de afmeting dient minimaal 30 bij 50 centimeter op een duidelijk zichtbare plaats aan weerszijden van het voertuig / materieel aanwezig te zijn.

Reminrichting

  • De reminrichting van alle voertuigen en de parkeerreminrichting van getrokken voertuigen dient te voldoen aan NEN EN 1915-1.

  • Voertuigen moeten verplicht op een handrem gezet worden. Het is verboden een voertuig of materieel te gebruiken dat niet voorzien is van een werkende parkeerrem

  • Zorg voor 'wheelchocks'

  • Zorg voor draagbare brandblussers op gemotoriseerde/zelfaangedreven platform apparatuur (Hier staat geen uitzondering op elektrisch equipment zoals Viggo deze intern wel hanteert, contract is leidend).

Als de kar sleepbaar is;

  • Als de kar sleepbaar is, dan moet de trekhaak handmatig worden opgetild en vergrendelend in de bovenste stand.

  • Als de kar sleepbaar is, dan moet de kar zijn uitgerust met een parkeerrem of, als alternatief, chocks.

  • Het materieel moet voorzien zijn van een duurzaam naamplaatje met de volgende gegevens: naam fabrikant, onderdeel- of modelnummer, serienummer, fabricagedatum, relevante informatie: maximale veilige werklast, maximumsnelheden enz, gewichten.

  • Documenten met betrekking tot bediening, onderhoud en reserveonderdelen moeten worden verstrekt in overeenstemming met de toepasselijke nationale normen.

  • De maximale sleepsnelheid van gesleepte karren, zoals aangegeven door de OEM, moet duidelijk op de karren worden aangegeven.

  • De aanwezigheid van ground support equipment moet opvallen door het aanbrengen van reflecterend materiaal aan alle zijden van het materieel, inclusief de trekhaak, outriggers of andere inzetbare equipment.

  • Er moeten noodstopknoppen (van het rode paddestoeltype) worden aangebracht. Deze moeten op alle bedieningsplaatsen van de equipment worden aangebracht om in geval van nood te kunnen worden gestopt, zonder verdere gevaren te veroorzaken.

  • Als chocks verplicht zijn bij het voertuig, voor opslag en stilstaan, dan moet daar voor gezorgd worden

  • De grafische standaardsymbolen zijn gebaseerd op ISO 9699 Aircraft ground equipment, ISO 7000 Grafische symbolen voor gebruik op equipment, ISO 10254 Air cargo and ground equipment, ISO 11532 Aircraft Ground Support Equipment - Grafische symbolen.

  • Vliegtuigkoppeling moet in overeenstemming met ISO 2026 zijn

  • Aan het einde van de connector moet een veiligheidsklep zijn om te voorkomen dat er lucht wordt geblazen als de connector plotseling wordt losgekoppeld of niet stevig verbonden is.

  • De luchttoevoerslang moet minimaal 10 m lang zijn met een binnendiameter van 89 mm.

The templates available in our Public Library have been created by our customers and employees to help get you started using SafetyCulture's solutions. The templates are intended to be used as hypothetical examples only and should not be used as a substitute for professional advice. You should seek your own professional advice to determine if the use of a template is permissible in your workplace or jurisdiction. You should independently determine whether the template is suitable for your circumstances.