Title Page

  • School:

  • Campus:

  • Gemaakt op

  • Gemaakt door

  • Plaats

Brand en evacuatie

  • Brand en evacuatie

  • Aaneengesloten gebouw
  • Naam gebouw:

  • Nummer gebouw:

Brand

  • Er is een overzicht van de plaats, soort en hoeveelheden van gevarenbronnen zoals brandbare vloeistoffen, gasflessen, giftige stoffen.

  • De voorraden van brandbare vloeistoffen worden in speciale ruimten bewaard.

  • Er zijn richtlijnen over de afsluiting van gasvoorziening

  • Er zijn richtlijnen over de afsluiting van elektriciteit.

  • Er zijn richtlijnen over de afsluiting van de opbergruimte van brandbare vloeistoffen.

  • In de gangen en hallen zijn blusmiddelen aanwezig.

  • De aanwezige blusmiddelen zijn in orde en gebruiksklaar.

  • De blusmiddelen worden jaarlijks door een deskundige gecontroleerd.

  • Het personeel is geoefend in het gebruik van de blusmiddelen.

  • Er is een interventieploeg opgericht.

Evacuatie

  • De school heeft een evacuatieplan in geval van nood en dit wordt uitgehangen op elke verdieping.

  • Het evacuatieplan wordt jaarlijks geoefend.

  • De uitgangen en nooduitgangen zijn aangeduid met de reglementaire pictogrammen.

  • De evacuatierichtlijnen hangen uit.

  • Gangen, trappen en uitgangen worden vrijgehouden van hinderlijke voorwerpen.

  • Periodiek (maandelijks) worden vluchtwegen, veiligheidsverlichting, alarminstallatie, enz... gecontroleerd.

  • Er is een alarminstallatie die in alle ruimten kan worden gehoord.

  • De installatie werkt ook als de netspanning is weggevallen.

EHBO

  • EHBO

  • Lokaal/verzorgingspost
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Organisatie

  • Is er een bevoegd persoon aangeduid?

  • Werd advies gevraagd aan de arbeidsgeneesheer?

  • Houdt het overlegcomité zich bezig met vragen die zich stellen m.b.t. EHBO?

  • Zijn er voldoende hulpverleners EHBO?

  • Kan in elk geval steeds op een hulpverlener beroep gedaan worden?

  • Tijdens de schooltijden is er altijd één hulpverlener EHBO per gebouw aanwezig.

  • Heeft iedere werknemer informatie ontvangen over de mogelijkheden om beroep te doen op hulpverleners EHBO?

  • Zijn alle EHBO-voorzieningen aangeduid met de voorgeschreven pictogrammen?

  • Is er binnen de school een intern meldingssysteem voor noodgevallen?

  • Ongevallen met letsels worden geregistreerd.

  • Is er in de nabijheid van de specifieke lokalen een telefoon beschikbaar?

  • Er is een plan of schema hoe bij externe hulpverlening gehandeld wordt (alarmeren, begeleiding, informatie naar ouders en instanties).

Vorming

  • Wordt er gezorgd voor de noodzakelijke vorming van de hulpverleners?

  • Wordt er gezorgd voor de noodzakelijke herhalingscursussen en bijscholing van hulpverleners?

  • Wordt een register bijgehouden van de opleidingen van de hulpverleners?

Uitrusting

  • Is er een aangepast EHBO-lokaal aanwezig?

  • Is er in het EHBO-lokaal een uitgebreide EHBO-koffer?

  • Wordt het verbandmateriaal op een behoorlijke wijze bewaard?

  • Is de aanwezigheid van het EHBO-lokaal op behoorlijke wijze aangegeven?

  • Is de aanwezigheid van andere verbandkoffers op behoorlijke wijze aangegeven?

  • Is het verbandmateriaal steeds en gemakkelijk toegankelijk?

  • Weten alle betrokkenen waar zij het EHBO-materiaal kunnen vinden?

  • Wordt het EHBO-materiaal regelmatig gecontroleerd?

  • Worden alle verzorgingen opgetekend in het verzorgingsboekje?

  • Is er voldoende materiaal om zieken en gewonden te vervoeren?

  • Het verzorgingslokaal/de verzorgingsruimte is ingericht na advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het comité.

Het schoolgebouw

  • Schoolgebouw

  • Aaneengesloten blok van lokalen
  • Naam gebouw:

  • Nummer gebouw:

Uitgangen

  • De in- en uitgangen zijn veilig toegankelijk.

  • De uitgangen van het schoolterrein naar de openbare weg zijn overzichtelijk in verband met het verkeer.

  • (Brom)fietsers komen zonder gevaar vanaf het schoolterrein in het verkeer en omgekeerd.

  • Er zijn gemachtigde opzichters aangesteld, opgeleid en voorzien van de nodige hulpmiddelen.

Gangen en trappen

  • De gangen en trappen voldoen aan de wetgeving.

  • Glas in deuren is veiligheidsglas, draadglas of kunststof.

  • Glas beneden 1,40 m in wanden waar gedrang mogelijk is, bestaat uit veiligheidsglas of draadglas en is afgeschermd met een stootlijst.

  • De leuningen en eventuele tussenregels langs trappen en bordessen zijn voldoende hoog (± 90 à 100 cm).

  • De vloeren en traptreden zijn voldoende stroef.

  • Beschadigingen aan trappen, vloeren en leuningen die gevaar opleveren zijn niet aanwezig.

  • Kledinghaken, deurknoppen, radiatorknoppen of andere scherpe objecten kunnen niet gemakkelijk aanleiding geven tot verwondingen.

Stookruimte

  • De CV installatie wordt op tijd door een deskundige nagezien.

  • Ingeval van nood kan de CV langs buiten worden uitgeschakeld.

  • Er is een snelblusser bij de toegangsdeur voorzien.

  • De CV-ruimte wordt gebruikt als opslagruimte.

Toiletten

    Toiletten
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

  • De toiletten voor personeel (bezoekers) en leerlingen zijn gescheiden.

  • De toiletten voor mannen en vrouwen (personeel/bezoekers) zijn gescheiden.

  • De toiletten voor jongens en meisjes (leerlingen)zijn gescheiden.

  • Per 15 meisjes is er een toilet aanwezig.

  • Per 15 jongens is er een urinoir aanwezig.

  • Per 25 jongens is er een toilet aanwezig.

  • De sanitaire installaties zijn ingericht conform de regelgeving.

  • De sanitaire installaties zijn aangepast aan de leeftijd van de gebruikers.

  • Er is minstens één aangepast toegankelijk toilet voor mannen/jongens en vrouwen/meisjes, of één unisex-toilet.

  • Het onderhoud van de sanitaire installaties voldoet.

  • Indien nodig beschikt de school beschikt over een beheersplan betreffende de preventie van legionella.

Klaslokalen

  • Klaslokalen

  • Klaslokaal
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Valgevaar

  • Er zijn voorwerpen opgeslagen die bij omvallen verwondingen kunnen veroorzaken.

  • De vloer is effen en onbeschadigd.

  • De doorgangen en looppaden in het lokaal voor tweezijdig verkeer zijn minimaal 90 centimeter breed en vrij van hindernissen.

  • De doorgangen en looppaden voor enkelzijdig verkeer zijn minimaal 80 centimeter breed en vrij van obstakels

Inrichting

  • De afstand tussen de leerling en de verwarmingsradiator bedraagt minimaal 30 centimeter.

  • De vrije strook tussen het bord en de voorste rij tafels of banken bedraagt minimaal 2,2 meter.

  • De tafels of banken zijn stabiel en goed onderhouden.

  • De stoelen zijn stabiel, goed onderhouden en vrij van splinters en andere beschadigingen.

  • De stoel voor de leerkracht is in de hoogte verstelbaar.

  • De ramen met direct invallend zonlicht hebben een goede zonnewering.

  • Het schoolbord is in de hoogte verstelbaar of zodanig dat de leerkracht geen hinder heeft?

  • De muur contrasteert te sterk met het schoolbord.

  • De kleuren van de wanden zijn rustgevend.

  • Er bevinden zich scherpe hinderlijke obstakels in de wanden.

Verlichting

  • Het verlichtingsniveau is voldoende om gedrukte teksten goed te kunnen lezen (minimaal 500 lux - vraag bij afwezigheid van luxmeter op school de hulp van MST of arbeidsgeneeskundige dienst).

  • De TL lampen zijn voorzien van kappen of roosters die het licht verspreiden.

  • Bij gebruik van een overheadprojector is het beeld minimaal 120 centimeter breed.

Omgevingsfactoren

  • De akoestiek en verstaanbaarheid in het lokaal worden als goed ervaren.

  • In het lokaal ondervindt men hinder van verkeerslawaai.

  • In het lokaal wordt hinder ondervonden van aangrenzende ruimten.

  • De warmte kan voldoende worden afgevoerd.

  • De lucht in het lokaal is fris, vers en vrij van hinderlijke geur.

  • De luchtverversing door ventilatieopeningen heeft een capaciteit van minimaal 30 m3 per aanwezige persoon per uur.

  • Er is hinderlijke tocht (luchtsnelheid minder dan 0,5 m/sec).

Elektriciteit

  • Wandcontactdozen, stekkers, verdeeldozen en snoeren verkeren in goede staat.

  • Stroomvoorziening gebeurt zoveel mogelijk met vast aangebrachte stroompunten.

  • De verlengsnoeren zijn aan de apparatuur aangepast (afhankelijk van vermogen en van noodzaak tot aarding).

  • De eventueel aanwezige verdeelkast is afgesloten.

  • Alle gebruikte materialen zijn CE-gekeurd.

  • Van niet-CE gekeurd materiaal is een risicoanalyse gemaakt en beschikbaar.

Brand

  • Er hangt een waarschuwingsplan bij de uitgang van het lokaal, op een goed zichtbare plaats.

  • Leerkrachten en leerlingen zijn op de hoogte van de evacuatieprocedure.

  • Het lokaal kan veilig en snel worden verlaten.

  • Blusmiddelen en waarschuwingsposten bevinden zich binnen een redelijke afstand.

  • Het alarmsignaal is goed hoorbaar en niet te verwarren met de schoolbel.

Hygiëne

  • De klassen worden volgens een vast schema schoongemaakt en onderhouden.

  • Er zijn voldoende afvalbakken (liefst gescheiden).

Gevaarlijke producten

  • Eventueel aanwezige gevaarlijke producten zijn onbereikbaar voor leerlingen.

  • Ze zijn goed geëtiketteerd.

  • Ze zijn maar in kleine hoeveelheden aanwezig.

  • Per product is er een veiligheidskaart aanwezig.

Biologie met praktijk

  • Is er een Biologie met praktijk lokaal?

  • Biologie met praktijk
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Algemeen

  • De vloer is vlak, naadloos en stroef.

  • De uitgangen zijn geblokkeerd.

Brand

  • Nabij de uitgang is een snelblusser voorzien.

  • De blusser wordt jaarlijks gecontroleerd.

  • De leraar is vertrouwd met het gebruik van de blusser.

  • De gordijnen zijn brandvertragend gemaakt.

  • Er is een branddeken voorzien.

EHBO

  • Er is een EHBO-kastje aanwezig of er is geen noodzaak aantoonbaar.

  • De inhoud wordt periodiek gecontroleerd en zonodig aangevuld.

Gas

  • Aardgas is in het lokaal centraal af te sluiten.

  • Na de les wordt de hoofdkraan gesloten.

  • Bij gebruik van aardgas op de demonstratie-tafel, kan de gastoevoer worden afgesloten naar de leerlingentafels.

  • De gaskranen worden ingedrukt of opgelicht om ze te openen (veiligheidskranen).

  • De slangen zijn voor aardgas bedoeld.

  • De slangen worden jaarlijks gecontroleerd.

Elektriciteit

  • De spanning kan centraal in het lokaal uitgeschakeld worden.

  • De groepen waarop de contactdozen staan, zijn extra beveiligd met een aardlekschakelaar.

  • Microscoopverlichting vindt plaats met veilige spanning of met 220 V dubbel geïsoleerd materiaal of met geaard materiaal.

  • De contactdozen aan de leerlingentafels zijn in de regel spanningsloos.

Biologieproeven

  • Bij dissectie worden rubberhandschoenen gebruikt.

  • Voor en na het prakticum worden de tafels zorgvuldig gereinigd.

  • Al het gebruikte glaswerk dat met micro-organismen in contact is geweest, wordt ontsmet en in een autoclaaf behandeld.

  • Gebroken glas worden onmiddellijk weggeworpen.

Hygiëne

  • Voor men het lab verlaat wast iedereen de handen grondig.

  • Er is voldoende zeep en droogmiddelen aanwezig.

Haartooi

  • Is er een Haartooi lokaal?

  • Haartooi
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Algemeen

  • Doorgangen en looppaden zijn min. 0,80 m breed.

  • De vloer is gaaf en voldoende stroef.

  • Nabij de uitgang hangt op een zichtbare plaats een brandblusser.

  • De blusser wordt jaarlijks gecontroleerd.

  • De wastafels en haarspoelbakken zijn onbeschadigd en schoon.

  • De spiegels zijn onbeschadigd.

  • Rekken en stellingen zijn stevig opgesteld.

  • Er zijn aangepaste krukken of iets dergelijks aanwezig voor knip, was- en kapwerkzaamheden.

Elektriciteit

  • De wandcontactdozen, schakelaars zijn in goede staat.

  • Droogkappen en föhns, stekkers en snoeren zijn in goede staat.

  • Droogkappen en föhns zijn dubbel geïsoleerd.

Gevaarlijke haarverzorgingsmiddelen

  • Deze middelen, zoals kleurspoelingen en dergelijke, zijn goed geëtiketteerd waarbij de risico’s staan vermeld.

  • De gevaarlijke eigenschappen van deze middelen zijn bij de leerkrachten bekend.

  • De gevaarlijke eigenschappen van deze middelen zijn bij de leerlingen bekend.

  • Er zijn beschermingsmiddelen zoals bril en plastic handschoenen aanwezig.

  • Er is een oogspoelvoorziening aanwezig.

  • Men treft de juiste maatregelen om gemorste middelen op te ruimen.

  • Bij ongewenst huidcontact, oogcontact, inslikken kan eerste hulp worden verleend.

Klimaat

  • In lokaal is een goed werkbaar klimaat aanwezig.

Techniek

  • Is er een Techniek lokaal?

  • Techniek
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Algemeen

  • Looppaden en doorgangen tenminste 0,80 m breed.

  • De doorgangen met gele verf op de vloer aanduiden.

  • De vloer is voldoende stroef en gaaf.

  • De werkbanken hebben verschillende hoogten (80 - 100 cm) in verband met lengteverschillen tussen leerlingen.

  • Er zijn geen losstaande apparaten, stellingen en dergelijke die omgetrokken kunnen worden.

  • De ventilatie en verwarming in het lokaal zijn voldoende.

  • Er is een goede verlichting onder alle omstandigheden.

  • De tabouretten zijn voorzien van tenminste 4 poten (bij voorkeur 5 poten).

Elektriciteit

  • Contactdozen, stekkers en snoeren zijn in goede staat.

  • Er liggen geen snoeren op de grond in verband met struikelen en beschadigen.

  • De elektrische spanning kan, met uitzondering van de lichtgroepen, centraal in het lokaal in- en uitgeschakeld worden.

  • De zekeringenkast is voorzien van duidelijke groepenaanduiding en gesloten.

  • De aarding van machines, contactdozen en stekkers is in orde.

EHBO

  • Er is een EHBO-kastje aanwezig.

  • De inhoud van het EHBO-kastje wordt geregeld gecontroleerd en aangevuld.

Brand

  • Nabij de uitgang hangt op een zichtbare plaats een brandblusser.

  • De blusser wordt jaarlijks nagekeken.

  • Brandbaar afval wordt verzameld in een met deksel af te sluiten bak.

  • De tweede uitgang is altijd bruikbaar.

Orde en netheid

  • Materialen, werkstukken, gereedschappen zijn zodanig opgeborgen dat deze niet kunnen vallen of dat scherpe delen uitsteken.

  • Na de les wordt het lokaal gereinigd.

Lawaai

  • Het plafond en de wanden zijn geluidsabsorberend.

  • Leraar en leerlingen gebruiken gehoorbeschermingsmiddelen.

Gereedschappen

  • Handgereedschap zoals hamers, vijlen, beitels worden in goede staat gehouden.

  • Het elektrisch handgereedschap (boormachine, bandschuurmachine, ...) is geaard ofwel dubbel geïsoleerd.

  • De bandschuurmachine is voorzien van stofafzuiging.

  • De handcirkelzaag is voorzien van een goedwerkende kap en spouwmes.

  • De stekkers van soldeerbouten op veilige spanning (24 V) passen niet in contactdozen van 220 V.

  • De groep waarop de soldeerbouten zijn aangesloten is extra beveiligd met een aardlekschakelaar.

Hygiëne

  • In de wasgelegenheid is voldoende zeep en hygiënische droogmiddelen aanwezig.

  • Na de praktijklessen wordt de wasgelegenheid door de leerlingen en de leerkacht gebruikt.

Huishoudkunde

  • Is er een Huishoudkunde lokaal?

  • Huishoudkunde
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Gas

  • Het gas is in het lokaal centraal af te sluiten.

  • Na de lessen wordt de hoofdkraan afgesloten.

  • De gasfornuizen zijn ingebouwd of op andere wijze stevig bevestigd.

  • De aansluitpunten van de gasleiding of gasslang worden periodiek gecontroleerd op lekkage door middel van zeepoplossing.

  • De hete verbrandingsgassen van de oven stromen niet langs de gasslang en de voedingskabel van de ovenverlichting.

  • Het aansteken van de gasovens gaat zonder problemen.

  • De verbrandingsgassen kunnen aan de achterzijde van de ovens gemakkelijk ontwijken.

  • De branders van de fornuizen worden jaarlijks gecontroleerd en gereinigd.

  • Het lokaal kan goed geventileerd worden.

Brand

  • Er is tenminste één brandbusser in, of vlakbij het lokaal gebruiksklaar aanwezig.

  • De blusser wordt jaarlijks gecontroleerd.

  • Er is een branddeken aanwezig.

  • De leerlingen en leerkrachten zijn geïnstrueerd over maatregelen bij brand en brandwonden.

  • Het lokaal kan via een tweede uitgang verlaten worden, deze uitgang is niet geblokkeerd.

  • Doorgangen en looppaden zijn minimum 0,80 m breed.

EHBO

  • Er is een EHBO-kastje.

  • De inhoud wordt periodiek gecontroleerd en aangevuld.

Elektriciteit

  • De elektrische spanning is met een hoofdschakelaar in het lokaal uit te schakelen.

  • De wandcontactdozen in de natte hoek zijn van het type spatwaterdicht en voorzien van een onbeschadigd, zelfsluitend klepje.

  • De wasmachines hebben een vaste aansluiting via een dubbelpolige schakelaar die na de les wordt uitgeschakeld.

  • De groep waarop de wasmachines zijn aangesloten is extra beveiligd met een aardlekschakelaar.

  • De overige wandcontactdozen in het lokaal zijn van het verzonken type en onbeschadigd.

  • Stekkers en snoeren van elektrische apparaten (mixers, koffiemolens, koelkast, ...) zijn in goede staat.

  • Verlengsnoeren of tafelcontactdozen worden niet gebruikt.

  • De elektrische apparatuur is geaard of dubbel geïsoleerd.

Hygiëne

  • De vloer is gaaf, niet doorlatend voor vocht en wordt dagelijks gereinigd.<br>

  • De vloer is voorzien van goten of schrobputjes met reukafsluiter.

  • De overgang van de vloer naar de wanden is naadloos uitgevoerd.

  • De wanden zijn betegeld tot op een hoogte van minimaal 1,25 m.

  • De spoelbakken en gootstenen worden dagelijks gereinigd.

  • Afvalbakken worden dagelijks geledigd.

  • De handen wassen en op een hygiënische wijze drogen, bij voorkeur een wegwerphanddoek of warme luchtblazer.

Kantoor

  • Is er een Kantoor lokaal?

  • Kantoor
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Algemeen

  • Doorgangen en looppaden min. 0,80 m breed.

  • De vloer(bedekking) is gaaf en voldoende stroef.

  • Er liggen geen snoeren op de grond in verband met struikelen en beschadigen.

  • Rekken en stellingen zijn stevig en zonodig aan de muur verankerd.

  • De hoogte van de burelen en stoelen is aangepast aan de lengte van het personeelslid.

  • Voor kleine personeelsleden is een voetensteun voorzien.

  • Schakelaars en wandcontactdozen zijn vast aan de muur gemonteerd en in goede staat.

Apparatuur

  • De apparatuur staat stabiel opgesteld.

  • Stekkers en snoeren van de apparatuur zijn in goede staat.

  • De elektrische apparatuur is geaard of dubbel geïsoleerd.

  • Fotokopieertoestellen staan opgesteld in een goed geventileerd lokaal.

  • De laserprinters staan in een goed geventileerd lokaal.

  • De apparatuur voldoet aan de terzake geldende ergonomische eisen.

  • Het gebruik van dominostekkers is verboden. Alle materiaal is CE-gekeurd of er is een risicoanalyse gemaakt.

Klimaat

  • In het lokaal is een goed werkbaar klimaat aanwezig wat betreft verwarming.

  • In het lokaal is een goed werkbaar klimaat aanwezig wat betreft ventilatie.

  • In het lokaal is een goed werkbaar klimaat aanwezig wat betreft verlichting.

  • In het lokaal is een goed werkbaar klimaat aanwezig wat betreft akoestiek.

  • De kleuren van het interieur zijn rustgevend en mat.<br>

Keuken en refter

  • Is er een keuken en/of refter?

  • Keuken en refter
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Algemeen

  • De school beschikt over een vergunning/melding.

Opslag

  • Bij aankomst van levensmiddelen wordt de houdbaarheidsdatum gecontroleerd?

  • Wordt de aankomstdatum genoteerd?

  • Verdachte grondstoffen (ingedeukt, verroest, vervallen datum, enz...) worden zorgvuldig gecontroleerd naar bruikbaarheid.

  • Wordt het FIFO-principe toegepast? (FIFO = first in first out d.w.z. de oudste producten worden het eerste verbruikt.)

  • De vloer en de rekken van het magazijn zijn:

  • De vloer en de rekken van de koelruimte zijn:

  • De opstapeling in het magazijn gebeurt ten minste 30 cm van de vloer?

  • De voedingsmiddelen zijn zorgvuldig afgedekt wanneer ze worden weggezet?

  • De thermometers zijn goed zichtbaar aangebracht en functioneren naar behoren?

  • Koelkasten

  • Diepvriezers

  • Er zijn afzonderlijke koelcellen voor

  • Er wordt preventief tegen ongedierte opgetreden of er wordt curatief tegen ongediere opgetreden.

  • Er wordt een regelmatig (1 à 2 maal per jaar) bezoek gebracht in de werkplaatsen van de vleesleveranciers.

  • De bakken waarin het vlees geleverd wordt zijn zuiver.

  • De leveranciers moeten door de keuken om de producten af te leveren.

  • Er zijn afzonderlijke plaatsen om de bereide spijzen en de rauwe grondstoffen te stockeren.<br>

  • De nog bruikbare bereide etenswaren worden max 2 dagen bewaard.<br><br>

  • Bruikbare bereide etenswaren worden steeds in koelkast of diepvries bewaard.

Bouw van de keuken

  • De afvoer in de vloer:

  • De buisleidingen:

  • De vloer:

  • De zoldering:

  • De wanden:

Reiniging

  • Alle recipiënten:

  • Alle apparaten:

  • De volgende apparaten worden uiteengenomen voor reiniging:

  • Alle voorwerpen die in aanraking zijn geweest met rauwe voedingsmiddelen worden doelmatig gereinigd alvorens in contact te komen met reeds verhitte voedingsmiddelen.

  • Dweilen, borstels en andere gereedschappen gebruikt bij het reinigen worden dagelijks gereinigd met detergent of ontsmettingsmiddel.

  • Reeds gereinigde voorwerpen, apparaten en gereedschappen worden regelmatig ontsmet in functie van hun gebruik en infectiegevaar.

Productie

  • Men proeft van de spijzen met lepel of wegwerpmateriaal

  • De temperatuur van de bereide, niet direct verbruikte schotels is minstens 65°C.

  • De thermostaat wordt minstens om de 3 weken geijkt:

  • De afwas gebeurt machinaal.

  • Vaatwerken bewaren in zindelijke kasten.

  • Van elke maaltijdproductie wordt 1 maaltijd voor hygiënische controle bewaard, in de koelkast of diepvries (2 dagen)

  • Er bestaat een Gids voor Goede Praktijken die wordt toegepast.

  • Men heeft de Kritische Controlepunten bepaald en schriftelijk vastgelegd.

  • De behandeling van rauwe en bereide voedingswaren gebeurt op duidelijk gescheiden plaatsen of op duidelijk gescheiden tijdstippen (bv. het snijden van rauwe groenten gebeurt niet op dezelfde plank of tafel dan het snijden van reeds gebraden vlees).

  • Er is een scheiding van het zuivere en vuile circuit (de vuile en zuivere vaat kunnen nergens met elkaar in contact komen).

  • Het voedingsafval:

  • In geval etensresten voor dierenvoeder opgehaald worden, is daarvoor een afzonderlijk, gekoeld lokaal voorzien.

  • De volgende ergonomische aspecten van het keukengebeuren worden regelmatig nagezien en indien nodig aangepast:

  • De temperatuur waarbij de schotels in de koelcellen worden geplaatst is max. 20°C.

  • De streefduur van de afkoelperiode tot max. 20°C is 3 à 4 uur.

  • Het tijdsverloop tussen het uit de koelkast halen en het heropwarmen van de spijzen is max. 1 uur.

  • De temperatuur van de maaltijden wordt tijdens de verschillende stadia minimum wekelijks gecontroleerd.

  • Er wordt minimum om de 14 dagen een temperatuurcontrole uitgevoerd aan het einde van de zelfbedieningstoog.

  • Het frituurvet wordt geregeld ververst.

Persoonlijke hygiëne

  • Het gezondheidstoezicht gebeurt zoals bij wet geregeld.

  • Dagelijkse controle van :

  • Ringen en uurwerken worden niet gedragen in de keuken, ze verhinderen een goede handreiniging.

  • Gebruik van wegwerphandschoenen waar kruisbesmetting mogelijk is. Bijvoorbeeld aan de distributieband, bij het uitscheppen, om vuilnisbakken te verwijderen, enz...

  • Toiletten

  • De wastafels in de keuken:

  • De handen worden gewassen:

  • Er wordt controle uitgevoerd op het handen wassen.

  • Ieder draagt een zuiver en compleet uniform (hoofddeksel, vest, broek, schort, klompen of ander aangepast schoeisel).

  • Wonden worden verzorgd aan handen en onderarmen met een vergand ondoordringbaar voor water.

  • Dieren worden niet toegelaten.

  • Het rookverbod wordt opgevolgd.

Refter en toiletten

  • De refter is voldoende groot.

  • Het meubilair van de refter:

  • Vloeren en muren in de refter:

  • De apparaten en het meubilair goed onderhouden.

  • Toiletten

  • Wastafels in toiletten:

  • Vloeren en muren in toiletten:

Transport en verdeling van voedingsmiddelen

  • Tijdens het transport van warme maaltijden moeten deze steeds op een temperatuur gehouden worden boven 65°C, in de kern gemeten.<br>

  • Maandelijks wordt een temperatuurmeting uitgevoerd op de warm te houden maaltijden en dit telkens aan het einde van de zelfbedieningstoog of bij het opdienen.<br>

  • De pas klaar gemaakte maaltijden welke gekoeld vervoerd worden en die op de bestemming terug zullen opgewarmd worden, mogen nooit meer dan 7°C bezitten, in de kern gemeten.<br>

  • De maaltijden welke na bereiding ingevroren worden mogen nooit gekoeld worden onder een temperatuur lager dan -18°C met een gedulde afwijking van max. 3°C. De voertuigen die gebruikt worden voor het transport van de bovenstaande voedingsmiddelen dienen te voldoen aan bepaalde voorwaarden.

  • De verbrandingsgassen van de motoren mogen niet geloosd worden in de laadruimte van de voertuigen.

  • De verpakte voedingsmiddelen moeten op zodanige wijze geladen en beschermd worden dat de verpakking niet kan beschadigd worden door vocht of door een andere oorzaak.

  • Worden de laadruimten van de voertuigen geregeld gereinigd?

  • De bedorven voedingsmiddelen worden onmiddellijk uit de voertuigen verwijderd.

  • De verpakte voedingsmiddelen mogen niet vervoerd worden samen met dieren of met niet eetbare produkten, die de voedingsmiddelen kunnen verontreinigen.

Natuurkunde/Fysica

  • Is er een Natuurkunde/Fysica lokaal?

  • Natuurkunde/fysica

  • Natuurkunde/Fysica
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Gas

  • Gas is in het lokaal centraal af te sluiten.

  • Na de les wordt de hoofdkraan gesloten.

  • Indien er in het lokaal een demonstratietafel is, dan is de gasvoorziening daarvan onafhankelijk van die van de overige tafels.

  • De gaskranen moeten ingedrukt of opgelicht worden om ze te openen (veiligheidskranen).

  • De slangen naar de branders zijn geschikt voor het gebruikte gas (aardgas of propaan).

  • Klemringen op leidingen.

  • Flessengas wordt slechts onder strenge brandpreventievoorwaarden toegepast.

  • Indien er door meer dan twee leerlingen tegelijk met gas wordt gewerkt, is er een behoorlijke ventilatie. De vrijkomende verbrandingsgassen zijn giftig.

  • Er gebeurt geregeld lekdetectie met zeepwater.

Elektriciteit

  • De 230 V contactdozen op de tafels zijn in regel spanningsloos.

  • De spanning kan centraal in het lokaal uitgeschakeld worden.

  • De groepen waarop de contactdozen staan, zijn extra beveiligd met een aardlekschakelaar.

  • Snoeren voor het werken met 230 V zijn niet voorzien van bananenstekkers of blanke delen, die onder spanning kunnen komen te staan.

  • Zekeringkast is in orde.

  • De aanduiding van spanning en kringen is aangebracht.

  • Toestand elektrische leidingen, kabels, contacten en tafelcontactdozen in orde.

  • Aarding in orde

  • Blanke delen onder spanning afgeschermd

  • Elektrische apparatuur is CE gekeurd of er is een risicoanalyse uitgevoerd en een indienststellingsverslag aanwezig.

  • Microscoopverlichting vindt plaats met veilige spanning of met 230 V dubbel geïsoleerd materiaal of met geaard materiaal.

  • Dompelaars werken op veilige spanning of werken op 230 V en zijn dan dubbel geïsoleerd of geaard.

Bij de uitvoering van proeven

  • Voor de demonstratieproeven is een veiligheidsbril of gelaatskap, beschermende kleding en handschoenen aanwezig.

  • Bij proeven, waar kans is op explosie of implosie, wordt een korf, scherm of een andere beveiligingsmaatregel tegen wegvliegende stukken gebruikt.

  • Aan leerlingen wordt veiligheidsvoorlichting gegeven en worden eisen gesteld met betrekking tot kleding, schoeisel, haar, sieraden en gebruik van veiligheidsmiddelen.

  • Verboden producten waaronder oa giftige chemicaliën zoals cyaniden, benzeen en tetra zijn afwezig.

  • Chemicaliën zijn in aantal en hoeveelheid beperkt. Ze zijn bovendien van recente datum, geëtiketteerd met gevarensymbolen en opgeborgen in een afsluitbare kast zonder glas.

  • Veiligheidsinformatie over de aanwezig chemicaliën is aanwezig.

  • Er worden geen demonstraties met kwik gedaan.

  • Er is een opruimset voor gemorst kwik (bv. van kwikthermometers).

  • Er is een eenvoudige oogdouche aanwezig.

  • Beschadigd glaswerk wordt vernietigd.

Lokaal

  • De vloer is vlak, naadloos en stroef.

  • Het lokaal kan via een tweede uitgang veilig verlaten worden en deze uitgang is niet geblokkeerd.

Brand

  • Nabij de uitgang is een brandblusser opgehangen.

  • De blusser wordt jaarlijks gecontroleerd door een externe instantie.

  • De leraar is vertrouwd met het gebruik van de brandblusser.

  • Er is een branddeken of nooddouche met afvoer aanwezig.

  • De gordijnen zijn brandvertragend gemaakt.

EHBO

  • Er is een EHBO-kastje aanwezig.

  • De inhoud wordt periodiek gecontroleerd en zonodig aangevuld.

PO

  • Is er een PO lokaal?

  • PO
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Algemeen

  • Doorgangen en looppaden zijn min. 0,80 m breed.

  • De vloer is gaaf en voldoende stroef.

  • De werktafels waaraan staande gewerkt wordt, hebben verschillende hoogten i.v.m. lengteverschillen tussen leerlingen.

  • De tabouretten hebben 4 of 5 poten.

  • De uitgangen zijn altijd vrij.

Elektriciteit

  • De spanning, met uitzondering van de lichtgroepen, is in het lokaal centraal af te sluiten.

  • Contactdozen, stekkers en snoeren zijn in goede staat.

  • De aarding van de toestellen, contactdozen en stekkers is in orde.

Brand

  • De totale hoeveelheid verf, lak en licht ontvlambare vloeistoffen is max. 50l.

  • Deze stoffen staan in een aparte, brandvrije, afsluitbare kast, waarop de reglementaire symbolen zijn aangebracht.

  • Aardgas is in het lokaal centraal af te sluiten.

  • Gemakkelijk brandbaar afval verzamelen in afsluitbare bakken.

  • Nabij de uitgang van het lokaal is een brandblusser voorzien.

  • De brandblusser wordt jaarlijks gecontroleerd.

  • Gaskranen moeten worden ingedrukt of opgelicht om ze te kunnen openen (veiligheidskranen).

  • De slangen naar de branders zijn geschikt voor het gebruikte gas.

  • Klemringen op de leidingen voorzien.

Keramiek

  • Wordt er met keramiek gewerkt?

  • De glazuurpoeders zijn goed verpakt en op het etiket staat een veiligheidsaanduiding.

  • De glazuurpoeders zijn loodvrij.

  • De ruimte waarin de oven staat is goed geventileerd.

  • Gemakkelijk brandbare producten staan op minimaal 2 m van de oven.

  • Indien de oven niet in een aparte ruimte staat maar in het lokaal wordt de oven uitsluitend buiten schooltijd gebruikt.

  • Bij het openen van de deur of het deksel van de oven wordt de spanning automatisch uitgeschakeld.

Zeefdruk

  • Wordt er met zeefdruk gewerkt?

  • Gebruik milieuvriendelijke producten (waterverf-waterspoelmiddel).

  • Bij gebruik van organische solventen en producten is het nodig dat de leerkracht geregeld een arbeidsgeneeskundig onderzoek ondergaat.

  • Maak gebruik van ondoordringbare “chirurghandschoenen”.

  • De recipiënten met ontvlambare solventen na de les opbergen in een brandvrije kast.

  • Op de kast zijn de reglementaire veiligheidssymbolen aangebracht.

  • In het lokaal is er een rookverbod en tevens de uitschakeling voorzien van alle mogelijke ontstekingsbronnen.

  • Er is een degelijke afzuiging voorzien.

  • De restproducten van de organische solventen niet via de waterafvoerleidingen lozen.

  • De restproducten bewaren in afgesloten veiligheidsvaten.

Hygiëne

  • Er is een wasgelegenheid in de nabijheid van het lokaal met voldoende wasplaatsen, afdroogmiddelen en zeep.

  • De leerkrachten en leerlingen gebruiken de wasplaats na de praktijklessen.

Scheikunde/Chemie praktijk

  • Is er een lokaal Scheikunde/Praktijk chemie?

  • Scheikunde/Chemie Praktijk
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Gas

  • Als op de leerlingentafels geen gas nodig is kan het op een gemakkelijke bereikbare plaats centraal worden afgesloten.

  • Als er in het lokaal een demonstratietafel is dan is de gasvoorziening daarvan onafhankelijk van die van de overige tafels.

  • Als er door meer dan twee leerlingen tegelijk met gas wordt gewerkt, is er een behoorlijke ventilatie, bijvoorbeeld door openstaande ramen in verband met de vrijkomende verbrandingsgassen, die giftig zijn.

  • De leerlingen is minstens éénmaal duidelijk gemaakt dat er met gas zuinig moet worden omgegaan (pas aansteken als dat nodig is en laagzetten of uitdoen bij onderbrekingen) in het belang van de gezondheid en de financiën.

  • Gaskranen moeten worden ingedrukt of opgelicht om ze te kunnen openen (veiligheidskranen).

  • De slangen naar de branders zijn geschikt voor het gebruikte gas (aardgas of propaan).

  • Klemringen op leidingen

  • Gasflessen buiten, rechtopstaand en vergrendeld.

  • Gasflessen (buiten dienst) voorzien van kap met gaatjes en aangeduid.

  • Reduceertoestellen in orde

  • Gasleidingen aangepast en gas aangeduid met kleurcode

  • Terugslagbeveiliging op gasleiding

  • Geen recipiënten met gassen of ontvlambare vloeistoffen (zelfs leeg) in nabijheid van warmtebron , zelfs de zon.

  • Gasflessen beveiligd tegen omvallen door kettingen, beugels, ... en tegen weersinvloeden en zon door dak, ...

  • Na de les wordt de hoofdkraan van de gastoevoer afgesloten.

  • Geregeld is er lekdetectie d.m.v. zeepwater.

Elektriciteit

  • Als er op tafels stopcontacten zijn voor 230 Volt zijn deze spanningsloos, als ze niet gebruikt hoeven te worden. Ze kunnen centraal worden in- en uitgeschakeld.

  • De groepen waarop de stopcontacten van de leerlingentafels zijn aangesloten, zijn beveiligd met een aardlekschakelaar.

  • Snoeren voor het werken met 230 Volt zijn niet voorzien van bananenstekkers of blanke delen, die onder spanning kunnen of komen te staan.

  • Zekeringenkast in orde

  • Aanduiding spanning en kringen

  • Toestand elektrische leidingen, kabels, contacten en tafelcontactdozen in orde.

  • Aarding in orde

  • Blanke delen onder spanning afgeschermd

  • Elektrische apparatuur CE gekeurd of risicoanalyse en indienststellingsverslag

Zuurkasten

  • De volgende werkzaamheden vinden uitsluitend in een zuurkast plaats:

  • De opdrachten zijn aangepast aan het aantal zuurkasten dat beschikbaar is.

  • De ramen in de zuurkasten zijn van veiligheidsglas of van gelijkwaardig materiaal.

  • De luchtsnelheid in de werkopening van de zuurkast is minstens 25 cm/s bij geheel geopend raam.

  • De ramen kunnen niet uit zichzelf omhoog of omlaag bewegen.

  • In de laagste stand is er een luchtspleet van 3-5 cm.

  • Als een zuurkast tussen twee ruimtes aan beide kanten toegankelijk is, mogen beide zijden niet tegelijk geopend zijn.

  • Stopcontacten en bedieningsorganen voor gas, water, enz... bevinden zich buiten de zuurkast.

  • De uitmonding van de afvoer van de zuurkast(en) is zodanig dat er bij geen enkele weersgesteldheid kans bestaat op terugkomen van gassen.

  • Zuurkasten, aangesloten op een gemeenschappelijke afvoerleiding zijn voorzien van een klep in de afzuigleiding, die automatisch sluit in geval van brand. De klep is ook met de hand te bedienen.

  • Zuurkasten worden niet gebruikt als opslagruimte voor zuren en andere chemicaliën.

  • De goede werking van de zuurkasten wordt éénmaal per jaar door een deskundige gecontroleerd.

Lokaal

  • De hoogte van het lokaal is minstens 3 m.

  • Per aanwezige persoon is er een vrije luchtruimte beschikbaar van 7 m³, waarvan 2,8 m³ boven een hoogte van 1,8 m.

  • Per persoon is er een vrije vloeroppervlakte van 2 m².

Vluchtwegen

  • Het lokaal kan worden verlaten via:

  • De weg van de werkplek naar buiten is nergens smaller dan 0,75 m, bij gebruik in twee richtingen 1,5 m (geldt dus ook voor gangpaden tussen de tafels).

  • Gangen en doorgangen vrij

  • Veilige en voldoende vluchtwegen, breedte van trappen, leuningen.

Ventilatie

  • Het lokaal kan door middel van te openen ramen geventileerd worden.

  • Dat gebeurt als er leerlingen met bunsenbranders werken.

  • De zuurkasten worden steeds bij het ventileren ingeschakeld

  • In de deur(en) naar de gang zitten ventilatieroosters ingeschakeld.

  • De verversing van de lucht is minstens 10 m³/persoon/h de “kierventilatie” meegerekend.

  • Verluchting in orde (algemene ventilatie) en gecontroleerd

Zonwering

  • Als er rechtstreeks zonlicht in het lokaal kan vallen is er zonwering aangebracht.

  • Deze is van moeilijk brandbaar materiaal gemaakt of behandeld.

  • Proeven met open vuur worden niet in de naaste omgeving van de zonwering uitgevoerd.

Vloeren

  • De vloeren zijn naadloos (betegelde vloeren zijn toegestaan) en stroef, bestand tegen chemicaliën.

  • In het lokaal vertoont de vloer geen niveauverschillen.

Werktafels

  • Elke leerling kan in twee richtingen zijn tafel verlaten, er staan dus geen tafels met één kant tegen de wand.

  • Practicumwerk door leerlingen wordt in het algemeen staande verricht; de tafelhoogte is dan ca. 92 cm.

  • als er in het lokaal ook theorie-onderwijs wordt gegeven en er dus ook aan de tafels gezeten wordt, is de hoogte ca. 77 cm en is het blad voorzien van een opstaande rand of van een gootje.

  • Zittend practicumwerk door leerlingen omvat geen proeven met bijtende, vluchtige of brandbare vloeistoffen.

  • Niet vast gemonteerde tafels zijn voldoende stabiel.

  • Werktafels in chemische inerte, brandvrije stof.

Veiligheid en gezondheid

  • Alle leerlingen zijn verplicht na het practicum hun handen te wassen.

  • Alle leerlingen zijn verplicht beschermende kleding te dragen.

  • Alle leerlingen zijn verplicht een beschermende bril te dragen tijdens het practicum.

  • In de naaste omgeving van elke uitgang van het lokaal is een gemakkelijk te bedienen nooddouche aangebracht.

  • In of nabij het lokaal is een speciale op de waterleiding aangesloten oogspoeldouche aangebracht.

  • In het lokaal bevindt zich minstens één brandblusapparaat van behoorlijke capaciteit; aan de muur in de directe omgeving van een deur is de beste plaats.

  • De brandblusmiddelen worden periodiek gecontroleerd.

  • In het lokaal is een blusdeken aanwezig die op een goed zichtbare en bereikbare plaats is aangebracht.

  • In het lokaal is een verbanddoos aanwezig; de inhoud is compleet.

  • Elke leerling krijgt bij het eerste practicum een practicum reglement; de docent heeft zich ervan overtuigd dat de leerlingen van de inhoud van dit reglement kennis hebben genomen.

  • Leerlingen die de veiligheids- en gezondheidsmaatregelen niet wensen na te leven, zijn van het praktikum uitgesloten.

  • Verlichting is in orde

  • Er is een rook-, drink- en eetverbod.

  • Afvalbakken in brandvrij materiaal en met deksel

Opslag van chemicaliën

  • In het practicumlokaal zijn niet meer chemicaliën aanwezig dan voor direct gebruik bij de proeven nodig is (beperkt tot 1 dag verbruik in lab.).

  • Leerlingensets voldoen aan de volgende beperkingen:

  • Een totale voorraad chemicaliën van niet meer dan 50 kg, inclusief verpakking, is opgeslagen in één of twee stalen kasten die afsluitbaar zijn. Organische peroxyden en gassen vallen niet onder de hier bedoelde chemicaliën.

  • De flessen of potten staan per categorie in een metalen of kunststof bak(je).

  • Een lid van de vakwerkgroep scheikunde draagt de verantwoordelijkheid en samenstelling van een lijst waarop alle aanwezige chemicaliën zijn vermeld. Aan de buitenkant van de kast aanbrengen.

  • Van de aanwezige chemicaliën zijn de bijzondere gezondheids-beïnvloedende aspecten bekend (giftigheid, carcinogene eigenschappen, enz...).

  • Per categorie is niet meer aanwezig dan:

  • Voor opslag van niet meer dan 150 kg chemicaliën inclusief de verpakking, is het gebruik van een bouwkundige kast toegestaan. Geen organische peroxyden en gassen!

  • Houders met gassen zijn in berging buiten het gebouw opgeslagen; de berging is afsluitbaar voor onbevoegden.

  • Houders met organische peroxyden zijn opgeslagen in een ruimte die bij de eigenschappen van die stoffen is aangepast. Die bergplaats heeft een brandwerendheid van minstens 60 minuten.

  • Glazen recipiënten: max. 3 liter

  • Vervangingsmogelijkheden van gevaarlijke produkten werden bekeken en toegepast.

  • Zeer gevaarlijke producten achter slot , met lijst gevaarsymbolen op recipiënten en pictogrammen op deuren.

  • Veilige opslag van stoffen met bijzondere eigenschappen.

  • Regelmatig nazicht van de opslag bv. peroxydevorming bij ether. Vloeistofniveau regelmatig controleren bij bv. Na, K, P, ..

  • Onverenigbare producten apart opslaan: oxydatie- en reductiemiddelen/ontvlambare stoffen, zuren en basen, ...

  • In ‘t algemeen gevaarlijke reacties vermijden o.a. ontploffingen veroorzaakt door onverenigbaarheid van bepaalde produkten.

  • Ontplofbare en oxiderende producten: te vermijden ofwel dan bijzondere voorzorgsmaatregelen.

Scheikunde/chemie theorie

  • Is er een lokaal Scheikunde/ Chemie theorie?

  • Scheikunde/chemie theorie
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Alle opmerkingen uit het item praktijk zijn mogelijks van toepassing

Algemeen

  •  Een vrije luchtruimte van 5 m³ per persoon is voldoende.

  • Het lokaal moet voldoende ruimtelijke ventilatie hebben, bijvoorbeeld 10 m³/persoon/uur.

  • Tussen de demonstratietafel en de voorste rij met leerlingentafels dient zoveel ruimte te zijn dat gevaar voor spatten en morsen voor de leerlingen is vermeden.

  • Is de ruimte tussen de demonstratietafel en de leerlingen te klein dan wordt er met een spatscherm gewerkt.

  • De spatschermen zijn groot genoeg om bescherming te bieden, voldoende stabiel en van slagvast materiaal gemaakt.

Het preparatielokaal / voorbereidingsruimte

  • De vrije ruimte is minstens 20 m³ per persoon.

  • De hoogte is minstens 3 m.

  • Als het preparatielokaal “inpandig” is en er dus geen uitzicht naar buiten mogelijk is, verblijft de leerkracht niet meer dan 2 uur per dag in deze ruimte. Administratieve werkzaamheden kan hij elders verrichten.

Veilig werken met leerlingen en chemicaliën

  • Bij de keuze van de proeven, die aan de leerlingen worden opgedragen, wordt rekening gehouden met:

  • In de gevallen dat zulks zinvol is, vormt het door de leerlingen zelf opzoeken van gevaaraspecten van de bij een proef te gebruiken stoffen een vast onderdeel van de opdracht en van de verslaglegging.

  • Docenten en assisterend personeel geven zelf het voorbeeld bij het gebruiken van beschermingsmiddelen en apparatuur om de attitude van de leerlingen in gunstige zin te beïnvloeden.

  • Er is duidelijk inzicht in de verschillende manieren waarop stoffen gebruikt kunnen en mogen worden:

  • Elke docent kan eenvoudige allereerste hulp verlenen.

  • Elke docent weet wat te doen in geval van een calamiteit; dat geldt natuurlijk ook voor de assisterende medewerkers.

Afval

  • Proeven, testen, analyses, rationaliseren o.a. om aankoop en hoeveelheid geproduceerd afval te beperken.

  • Hoeveelheid solventen en spoelwater verminderen (beter 3 maal met 10 ml spoelen dan 2 maal met 50 ml).

  • Neutralisatie van neutraliseerbaar Klein Chemisch Afval (KCA) (o.a. zuren en basen) voor lozing in gootsteen volgens de regels.

  • Overdracht van niet neutraliseerbaar en giftig afval gebeurt via erkende firma, via geschikte conditionering en verantwoordelijke persoon (Wet van 22-7-1974, KB van 9-2-1976). Bijhouden van register (opneming, getuigschriften, facturen, ...).

  • Vast afval in geschikte bakken (glas, recipiënten, ...) regelmatig leeg gemaakt?

  • Kankerverwekkende afvalstoffen gaan via speciaal circuit.

  • Ontvlambaar afval in metalen emmers, bakken met automatisch gesloten deksel of dergelijke.

Sportzaal

  • Is er een sportzaal?

  • Sportzaal
  • Naam lokaal:

  • Nummer lokaal:

Algemeen

  • Het onderste gedeelte van de wanden is glad of is afgeschermd.

  • Scherpe, uitstekende delen van bijvoorbeeld radiatoren of vastzetinrichtingen zijn niet aanwezig of goed beschermd.

  • De beglazing bestaat uit veiligheidsglas.

  • Verlichtingsarmaturen, klok en dergelijke zijn beschermd tegen beschadigingen.

  • Wandcontactdozen en schakelaars zijn onbeschadigd.

  • De vloer is in goede staat en voldoende stroef en veerkrachtig.

  • De bovenkant van grondpotten en dergelijke is praktisch gelijk met het vloerniveau.

  • Het speelveld heeft voldoende uitloopmogelijkheid tot wanden en toestellen (aanbevolen is min. 1,5 m).

  • Temperatuur, ventilatie en verlichting zijn onder alle omstandigheden voldoende.

  • De nooduitgang is steeds vrij.

  • Alle verplaatsbare toestellen kunnen in de toestellenberging.

  • In de kleed- en wasruimte bevinden zich geen scherpe voorwerpen die letsel kunnen veroorzaken.

  • De vloer in de wasruimte is stroef en onbeschadigd.

  • De doucheruimte kan geventileerd worden.

  • De kleedlokalen, doucheruimte en toiletten worden regelmatig schoongemaakt.

Vaste toestellen

  • Klimtouwen:

  • Ringen:

  • Rekstokken:

  • Wandrek:

Verplaatsbare toestellen:

  • Turnbrug:

  • Afzettrampoline:

  • Overige verplaatsbare toestellen:

  • Matten:

Organisatorische maatregelen

  • Tenminste jaarlijks worden de toestellen geïnspecteerd.

  • Er is een EHBO-kast voorzien.

  • Bij ongevallen kan snel hulp worden ingeroepen (bv. telefoon).

The templates available in our Public Library have been created by our customers and employees to help get you started using SafetyCulture's solutions. The templates are intended to be used as hypothetical examples only and should not be used as a substitute for professional advice. You should seek your own professional advice to determine if the use of a template is permissible in your workplace or jurisdiction. You should independently determine whether the template is suitable for your circumstances.