Information

  • Leerling

  • Stageperiode

  • Stagebegeleider

  • Mentor

  • Stageplaats:

Tussentijdse evaluatie

1) Competenties met betrekking tot de werkhouding.

  • De leerling is correct in het opvolgen van afspraken.

  • Uniform en uiterlijk zijn verzorgd

  • Leerling vertoont een positieve houding

  • De leerling voert opgelegde taken zelfstandig uit. <br>

  • De leerling werkt aan een vlot tempo.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

2) Competenties over het werken in team.

  • De leerling heeft een vlot en gepast contact met heel het team. Hij/zij is beleefd. <br>

  • Hij/zij kent de groepswerking en speelt daar vlot op in. De leerling stelt voldoende vragen.

  • De leerling neemt gepast initiatief.

  • De leerling rapporteert volledig en correct zowel mondeling als schriftelijk.

  • De leerling hanteert een correcte verbale en non-verbale communicatie.

  • De leerling aanvaardt opdrachten.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

3) Competenties met betrekking tot opvoedkundige taken

  • De leerling kan spelactiviteiten organiseren aangepast aan de leeftijd (ontwikkelingsleeftijd) en de noden van het kind.

  • De leerling bied op regelmatige tijdstippen een creatieve spelactiviteit aan rekening houdend met de beperkingen van het kind.

  • De leerling kan flexibel omgaan met onverwacht onderbreken van activiteiten, activiteiten van andere stagiairs of bezoek.

  • De leerling kan op gepaste wijze omgaan met correct en incorrect gedrag van de kinderen.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

4) Competenties over het werken met het kind.

  • De leerling vertoont empathie, is lief, kan troosten maar durft ook kordaat optreden indien nodig.

  • De leerling praat voldoende en is goed verstaanbaar. De leerling neemt spontaan contact op met de zorgvrager, aangepast aan de leeftijd.

  • De leerling stimuleert de zelfredzaamheid.

  • De leerling is rustig, geduldig en beheerst.

  • De leerling heeft oog voor detail: uiterlijk en kledij van de kinderen zijn verzorgd.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

5) Competenties over het werken met ouders

  • De leerling heeft een gepast contact met de ouders.

  • De leerling geeft informatie als de ouder/ voogd het kind ophaalt.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

6) Competentie op vlak van verslaggeving

  • De leerling maakt volledige en correcte verslagen.

  • De leerling vraagt uitleg aan de mentor en wint informatie in over de te maken verslagen.

  • De leerling vult onvolledige verslagen aan op vraag van de stagebegeleiding.

  • De leerling vult agenda en urenlijst correct in en biedt de evaluatieformulieren aan de mentor aan.

  • Schriftelijke voorbereidingen van activiteiten worden één week vooraf besproken met de mentor. De leerling houdt rekening met gekregen feedback.

  • Verslagen zijn tijdig in orde.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

7) Competenties over reflectie en bijsturing

  • De leerling vraagt/krijgt feedback en gebruikt deze om het handelen bij te sturen.

  • De leerling heeft inzicht in zijn competenties en formuleert leerpunten.

  • De leerling blijft steeds beleefd en kan omgaan met feedback.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

8) Competenties met betrekking van de gesproken taal

  • De leerling praat op een correcte manier met mentoren en alle teamleden.

  • De leerling gebruikt de nodige intonatie aangepast aan de situatie.

  • De leerling praat Algemeen Nederlands.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

9) Competenties met betrekking tot de geschreven taal

  • De leerling maakt correcte verslagen.

  • De leerling gebruikt correct Nederlands in zijn verslagen.

  • De leerling maakt inhoudelijk goede verslagen die voldoende uitgebreid zijn.

  • De leerling leest zijn verslagen na.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

Bespreking tussentijdse evaluate

  • Leerling:

  • Stagebegeleider:

  • Stagementor:

Eindevaluatie

1) Competenties met betrekking tot de werkhouding.

  • De leerling voert opgelegde taken zelfstandig uit. <br>

  • De leerling is correct in het opvolgen van afspraken.

  • Uniform en uiterlijk zijn verzorgd

  • Leerling vertoont een positieve houding

  • De leerling werkt aan een vlot temp.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

2) Competenties over het werken in team.

  • De leerling heeft een vlot en gepast contact met heel het team. Hij/zij is beleefd. <br>

  • Hij/zij kent de groepswerking en speelt daar vlot op in. De leerling stelt voldoende vragen.

  • De leerling neemt gepast initiatief.

  • De leerling rapporteert volledig en correct zowel mondeling als schriftelijk.

  • De leerling hanteert een correcte verbale en non-verbale communicatie.

  • De leerling aanvaardt opdrachten.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

3) Competenties met betrekking tot de opvoedkundige taken

  • De leerling kan spelactiviteiten organiseren aangepast aan de leeftijd ( ontwikkelingsleeftijd) en de noden van het kind.

  • De leerling bied op regelmatige tijdstippen een creatieve spelactiviteit aan rekening houdend met de beperkingen van het kind.

  • De leerling kan flexibel omgaan met onverwacht onderbreken van activiteiten, activiteiten van andere stagiairs of bezoek.

  • De leerling kan op gepaste wijze omgaan met correct en incorrect gedrag van het kind.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

4) Competenties over het werken met het kind.

  • De leerling vertoont empathie, is lief, kan troosten maar durft ook kordaat optreden indien nodig.

  • De leerling praat voldoende en is goed verstaanbaar. De leerling neemt spontaan contact op met de zorgvrager, aangepast aan de leeftijd.

  • De leerling stimuleert de zelfredzaamheid.

  • De leerling is rustig, geduldig en beheerst.

  • De leerling begrijpt de signalen van het kind en speelt in op de noden.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

5) Competenties over het werken met ouders

  • De leerling heeft een gepast contact met de ouders.

  • De leerling geeft informatie als de ouder/ voogd het kind ophaalt.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

6) Competentie op vlak van verslaggeving

  • De leerling maakt volledige en correcte verslagen.

  • De leerling vraagt uitleg aan de mentor en wint informatie in over de te maken verslagen.

  • De leerling vult onvolledige verslagen aan op vraag van de stagebegeleiding.

  • De leerling vult agenda en urenlijst correct in en biedt de evaluatieformulieren aan de mentor aan.

  • Schriftelijke voorbereidingen van activiteiten worden één week vooraf besproken met de mentor. De leerling houdt rekening met gekregen feedback.

  • Verslagen zijn tijdig in orde.

  • Administratie wordt afgegeven de eerst volgende schooldag na het beëindigen van de stage.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

7) Competenties over reflectie en bijsturing

  • De leerling vraagt/krijgt feedback en gebruikt deze om het handelen bij te sturen.

  • De leerling heeft inzicht in zijn competenties en formuleert leerpunten.

  • De leerling blijft steeds beleefd en kan omgaan met feedback.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

8) Competenties met betrekking van de gesproken taal

  • De leerling praat op een correcte manier met de mentoren en alle teamleden.

  • De leerling gebruikt de nodige intonatie aangepast aan de situatie.

  • De leerling praat Algemeen Nederlands.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

9) Competenties met betrekking tot de geschreven taal

  • De leerling maakt correcte verslagen.

  • De leerling gebruikt correct Nederlands in zijn verslagen.

  • De leerling maakt inhoudelijk goede verslagen die voldoende uitgebreid zijn.

  • De leerling leest zijn verslagen na.

  • Verantwoording tussentijdse evaluatie:

Eindbesluit

  • 1) Competenties met betrekking tot de werkhouding

  • 2) Competenties over het werken in team

  • 3) Competenties met betrekking tot de opvoedkundige taken

  • 4) Competenties over het werken met de zorgvrager

  • 5) Competenties over het werken met ouders

  • 6) Competentie op vlak van verslaggeving

  • 7) Competenties over reflectie en bijsturing

  • 8) Competenties met betrekking van de gesproken taal

  • 9) Competenties met betrekking tot de geschreven taal

  • Motivering eindresultaat:

  • De competentie met betrekking tot de volgende groepen werd onvoldoende bereikt. Om voor stage te kunnen slagen op het einde van dit schooljaar dien je tijdens je volgende stage aan te tonen dat je ook deze competenties bereikt hebt.

  • Besluit:

  • Leerling:

  • Stagebegeleiding:

  • Stagementor:

The templates available in our Public Library have been created by our customers and employees to help get you started using SafetyCulture's solutions. The templates are intended to be used as hypothetical examples only and should not be used as a substitute for professional advice. You should seek your own professional advice to determine if the use of a template is permissible in your workplace or jurisdiction. You should independently determine whether the template is suitable for your circumstances.