PIP Leeuwarden schema 2

Bij een goed arbobeleid hoort ook een zorgvuldige registratie van (bijna)ongevallen. Alleen dan is het mogelijk om gevaarlijke en ongewenste zaken duidelijk in kaart te brengen. En waar mogelijk het dagelijks beleid aan te passen, met als voornaamste doel preventie: dus het voorkomen van gevaarlijke en ongewenste situaties. We maken gebruik van het ongevallenformulier, een link vind je op de Arbo-site.

Een voorbeeld van een sticker "röntgenstraling".

Iedere organisatie met werknemers en justitiabelen dient te beschikken over een BHV organisatie en een BHV plan.

Op intranet is informatie te vinden over het BHV plan en aanverwante onderwerpen.

Het BMI logboek ligt op de Centraal post.

In het logboek staat vermeld wanneer de installatie voor de laatste keer is getest. Dit dient periodiek, minimaal 1x per jaar, plaats te vinden.

In inrichtingen waar justitiabelen verblijven dient een celoproepsysteem aanwezig te zijn. Op een aantal plaatsen in de organisatie komen deze celoproepen binnen. Bijvoorbeeld op CP, SP1, SP2 en de E-vleugel.

Voor een goede werking dient de installatie regelmatig te worden getest.

De werking van de pieper dient bij iedere medewerker bekend te zijn. Dit onderwerp zal regelmatig onderdeel uitmaken van het teamoverleg.

Dienstinstructies zijn de basis voor de uitvoering van je opgedragen taken. Voor elke afzonderlijke taak is een instructie geschreven. Zorg dat je goed op de hoogte bent van de dienstinstructies.

Dienstinstructies zijn te vinden op intranet. Daarnaast is op alle SP's en CP een rode klapper aanwezig waarin de instructies staan beschreven.

De instructies dienen correct en actueel te zijn. Indien werkzaamheden veranderen dienen de dienstinstructies hierop te worden aangepast.

Wanneer uw organisatie is aangewezen als een inrichting met een zogenaamde G-status(gijzeling) dan dient er overeenkomstig G beleid te zijn beschreven. Iedere medewerker in de organisatie dient te weten waar dit beleid te vinden is en hiervan kennis te hebben genomen.

Je vindt het gijzelingsbeleid op intranet, op de CP en in de kast van buro beveiliging.

Iedere medewerker, werkzaam in een inrichting met een zogenaamd gijzelingsbeleid dient vooraf de training 1e contact te hebben gevolgd. Is dit niet het geval neem hierover contact op met je leidinggevende.

Gegevens binnen DJI worden aangemerkt als Departementaal Verouwelijk. Nu is de ene informatie gevoeliger dan de andere. Een vuistregel die gehanteerd kan worden is: raakt het (een persoon) personen, justitiabelen, de inrichting of de organisatie dan dien je het als vertrouwelijk te behandelen.

Wanneer er op basis van de eerder genoemde vuistregel sprake is van vertrouwelijke informatie dan dient dit na diensttijd opgeborgen te worden in afsluitbare laden of kasten. De sleutel van deze lade of kast mag niet in dezelfde ruimte worden bewaard.

Voor aanvang van de dienst bij DJI dien je een verklaring te ondertekenen waarmee je je conformeert aan de wettelijke regels rond de omgang met vertrouwelijke informatie. Dit geldt ook voor tijdelijke medewerkers.

De buitenzijde van de inrichting dient dagelijks geïnspecteerd te worden op onregelmatigheden.

Dit hoort in een duidelijke instructie te zijn beschreven.