Title Page

  • Site conducted

  • Conducted on

  • Prepared by

  • Location

Basisgegevens

Locatiegegevens

  • Naam locatie

  • Contactpersoon locatie

  • Contactgegevens (e-mail en telefoon)

  • Aanvullende gegevens

RI&E-uitvoerder

  • Naam

  • Naam van de RI&E-uitvoerder

  • Functie

  • Functie/rol benaming

  • E-mailadres

  • Telefoon

  • Aanwezigen bij de rondgang

Algemene inrichtingseisen

Algemeen

  • Beschrijf in het kort de locatie (functie? aantal ruimten? verdiepingen? locatie? etc.?

  • Bent u bekend met de preventiemedewerkers (art. 13 Arbowet) van Jados?

  • De inventaris is afgestemd op de activiteiten die in een ruimte worden uitgevoerd.

  • Voor de medewerker van Jados is een ruimte beschikbaar (o.a. voor administratieve werkzaamheden en vertrouwelijke gesprekken).

  • De ruimte voor de begeleiders is voldoende geluiddicht om vertrouwelijke gesprekken te kunnen voeren.

  • De begeleiders kunnen in een behaaglijke ruimte werken (gunstige ruimtetemperatuur en relatieve vochtigheid).

  • Er is voldoende ventilatie in de (begeleiders) ruimte, hetzij via roosters of ramen, hetzij met behulp van een ventilator en deze voorzieningen zijn voldoende regelbaar.

  • Ventilatie kan zowel plaatsvinden op mechanische wijze (ventilator en eventueel een verdeelkanaal) als op natuurlijke wijze (ramen of roosters). Deuren worden niet als permanente natuurlijke ventilatievoorzieningen aangemerkt. Ze kunnen echter wel voor het spuien van overtollige warmte in de zomerperiode dienst doen. De ventilatie moet voldoende regelbaar zijn om in te spelen op de wisselende behoefte, zonder meer energie te gebruiken dan noodzakelijk is.

  • Ventilatie kan zowel plaatsvinden op mechanische wijze (ventilator en eventueel een verdeelkanaal) als op natuurlijke wijze (ramen of roosters). Deuren worden niet als permanente natuurlijke ventilatievoorzieningen aangemerkt. Ze kunnen echter wel voor het spuien van overtollige warmte in de zomerperiode dienst doen. De ventilatie moet voldoende regelbaar zijn om in te spelen op de wisselende behoefte, zonder meer energie te gebruiken dan noodzakelijk is.

  • Op de werkplek kan rechtstreeks invallend zonlicht worden geweerd.

  • Bij ramen waar de zon veel op staat is zonwering nodig. Dat voorkomt extra opwarming van de ruimte en ook spiegeling in beeldschermen.

  • Bij ramen waar de zon veel op staat is zonwering nodig. Dat voorkomt extra opwarming van de ruimte en ook spiegeling in beeldschermen.

  • Op de werkplek is uitzicht naar buiten.

  • Slechte uitzichtsituaties kunnen aanleiding geven tot onvrede. Daarbij is het zo dat uitzicht op de omgeving uitnodigt tot (onbewuste) ‘ogen gymnastiek’. De oogspieren zijn alleen in ontspannen toestand als ver weg wordt gekeken. Juist bij inspannende visuele taken als beeldschermwerk en lezen van papier kan zo nu en dan even weg kijken in het ‘oneindige’ zeer ontspannend en stimulerend werken.

  • Medewerkers hebben een rookvrije (tabak) werkplek.

  • Roken op het werk is verboden. Om rokers tegemoet te komen kan het bedrijf een aparte ruimte inrichten waar medewerkers kunnen roken. Deze ruimte moet afsluitbaar zijn (deur dicht) en voorzien zijn van een goede afzuiging/luchtverversing. Let op! Per 1 januari 2022 dienen rookruimtes in gebouwen van het bedrijfsleven gesloten te zijn.

  • Roken op het werk is verboden. Om rokers tegemoet te komen kan het bedrijf een aparte ruimte inrichten waar medewerkers kunnen roken. Deze ruimte moet afsluitbaar zijn (deur dicht) en voorzien zijn van een goede afzuiging/luchtverversing. Let op! Per 1 januari 2022 dienen rookruimtes in gebouwen van het bedrijfsleven gesloten te zijn.

  • Het gebouw en het terrein eromheen zijn goed en veilig toegankelijk, ook voor mensen met een beperking.

  • Het terrein en het kantoor heeft een goede toegangsweg, bewegwijzering en verlichting. Er zijn geen oneffenheden op toegangswegen/paden die struikelgevaar veroorzaken of belemmeringen voor mensen met een beperking. De paden/wegen zijn voldoende breed, ook voor rolstoelen.

  • Het terrein en het kantoor heeft een goede toegangsweg, bewegwijzering en verlichting. Er zijn geen oneffenheden op toegangswegen/paden die struikelgevaar veroorzaken of belemmeringen voor mensen met een beperking. De paden/wegen zijn voldoende breed, ook voor rolstoelen.

  • De vloeren en looppaden zijn egaal, schoon, opgeruimd, voldoende stroef en vrij van losliggende kabels/objecten.

  • Zorg ervoor dat looppaden vrijgehouden worden, zeker als dit trappen betreft. Let op gladheid, met name bij nat schoonmaken van vloeren. Zorg dat er geen losse of beschadigde vloerdelen zijn die tot struikelen kunnen leiden. Zorg ervoor dat kabels e.d. geen struikelgevaar veroorzaken

  • Zorg ervoor dat looppaden vrijgehouden worden, zeker als dit trappen betreft. Let op gladheid, met name bij nat schoonmaken van vloeren. Zorg dat er geen losse of beschadigde vloerdelen zijn die tot struikelen kunnen leiden. Zorg ervoor dat kabels e.d. geen struikelgevaar veroorzaken

  • Trappen, balkons en bordessen zijn veilig en in goede staat.

  • Zorg ervoor dat trappen en bordessen voldoende breed zijn, zodat medewerkers elkaar goed kunnen passeren en bij nood de medewerkers snel het gebouw kunnen verlaten. De traptreden moeten stroef zijn, voldoende diep en niet te steil. Trappen zijn uitgerust met leuningen. Bordessen hebben bij valgevaar goede hekwerken/relingen en er is gezorgd dat er geen objecten tussen de hekken door kunnen vallen.

  • Zorg ervoor dat trappen en bordessen voldoende breed zijn, zodat medewerkers elkaar goed kunnen passeren en bij nood de medewerkers snel het gebouw kunnen verlaten. De traptreden moeten stroef zijn, voldoende diep en niet te steil. Trappen zijn uitgerust met leuningen. Bordessen hebben bij valgevaar goede hekwerken/relingen en er is gezorgd dat er geen objecten tussen de hekken door kunnen vallen.

  • Plaatsen waar gevaar is voor de veiligheid van werknemers zijn voorzien van de noodzakelijke signalering (stickers, belijning, borden).

  • Het huis/gebouw wordt goed onderhouden. Er is een (preventief) controle- en onderhoudsplan aanwezig.

  • Arbeidsmiddelen moeten worden onderhouden (artikel 7.5, lid 1), opdat ze altijd in een goede staat verkeren. Daarbij moet altijd aan de oorspronkelijke eisen van vervaardiging zijn voldaan. Veelal is in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het arbeidsmiddel informatie gegeven over het onderhoud. Van het onderhoud moet een administratie worden bijgehouden. Met het onderhoudsboek (artikel 7.5, lid 4) kan de werkgever, in geval van een calamiteit, aantonen aan de toezichthouder – de Inspectie SZW – dat voldoende onderhoud is gepleegd.

  • Arbeidsmiddelen moeten worden onderhouden (artikel 7.5, lid 1), opdat ze altijd in een goede staat verkeren. Daarbij moet altijd aan de oorspronkelijke eisen van vervaardiging zijn voldaan. Veelal is in de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het arbeidsmiddel informatie gegeven over het onderhoud. Van het onderhoud moet een administratie worden bijgehouden. Met het onderhoudsboek (artikel 7.5, lid 4) kan de werkgever, in geval van een calamiteit, aantonen aan de toezichthouder – de Inspectie SZW – dat voldoende onderhoud is gepleegd.

  • Ramen en bovenlichten kunnen veilig worden geopend of gesloten en zonder gevaar worden schoongemaakt.

  • Ramen dienen zo te zijn ingesteld dat het niet mogelijk is om door een open raam naar buiten te vallen, door het glas heen te vallen of je te bezeren aan glas van binnen- of buitenramen.

  • Ramen dienen zo te zijn ingesteld dat het niet mogelijk is om door een open raam naar buiten te vallen, door het glas heen te vallen of je te bezeren aan glas van binnen- of buitenramen.

  • Er is geen asbest in het gebouw aanwezig of er zijn voldoende maatregelen getroffen om de risico's te beperken.

  • Indien er een verdenking bestaat dat asbest vrij kan komen moet een gespecialiseerd en gecertificeerd asbestinventarisatie bedrijf worden ingeschakeld. Bij onderhoud van het pand moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van asbest.

  • Indien er een verdenking bestaat dat asbest vrij kan komen moet een gespecialiseerd en gecertificeerd asbestinventarisatie bedrijf worden ingeschakeld. Bij onderhoud van het pand moet rekening worden gehouden met de aanwezigheid van asbest.

  • Wanneer het gebouw gehuurd wordt: De verhuurder komt de contractuele verplichtingen na.

  • Meestal heeft de eigenaar van het gebouw volgens het huurcontract de verplichting om een aantal zaken op het gebied van gebouwbeheer te regelen zoals het onderhouden en keuren van installaties en dergelijke.

  • Meestal heeft de eigenaar van het gebouw volgens het huurcontract de verplichting om een aantal zaken op het gebied van gebouwbeheer te regelen zoals het onderhouden en keuren van installaties en dergelijke.

  • Toiletten, urinoirs en wasbakken worden periodiek schoongemaakt.

  • Vanuit normaal hygiënisch oogpunt dient sanitair goed te worden schoongehouden en dagelijks te worden schoongemaakt.

  • Vanuit normaal hygiënisch oogpunt dient sanitair goed te worden schoongehouden en dagelijks te worden schoongemaakt.

  • Er is een ruimte voor opslag van materialen en (werk)benodigdheden.

  • Goederen worden stabiel gestapeld en opgeslagen.

  • Het huis/gebouw heeft bouwkundige gebreken.

Elektrische veiligheid

  • Meterkasten zijn gemarkeerd en afgesloten.

  • De meterkast dient afgesloten te zijn (voor onbevoegden) voor de veiligheid, maar ook tegen diefstal of schade.

  • De meterkast dient afgesloten te zijn (voor onbevoegden) voor de veiligheid, maar ook tegen diefstal of schade.

  • Elektrische schema's zijn in de meterkast aanwezig.

  • Elektrische schema's zijn nodig om de elektrische installatie te laten keuren. Daarnaast maken elektrische schema's direct duidelijk welke stroomgroep uitgeschakeld moet worden bij een defect. Ook geeft het schema aan hoeveel ampère elke stroomgroep heeft, zodat ingeschat kan worden of een stroomgroep overbelast zou worden bij het aansluiten van een elektrisch apparaat.

  • Elektrische schema's zijn nodig om de elektrische installatie te laten keuren. Daarnaast maken elektrische schema's direct duidelijk welke stroomgroep uitgeschakeld moet worden bij een defect. Ook geeft het schema aan hoeveel ampère elke stroomgroep heeft, zodat ingeschat kan worden of een stroomgroep overbelast zou worden bij het aansluiten van een elektrisch apparaat.

  • De elektrische installatie kan veilig worden gebruikt en onderhouden.

  • De elektrische installatie wordt jaarlijks door een elektrotechnisch bedrijf op deugdelijkheid beoordeeld. Gasinstallaties worden minimaal jaarlijks door erkend installateur gecontroleerd.

  • De elektrische installatie wordt jaarlijks door een elektrotechnisch bedrijf op deugdelijkheid beoordeeld. Gasinstallaties worden minimaal jaarlijks door erkend installateur gecontroleerd.

  • De gebruikte (elektrische) apparaten op kantoor zijn rechtstreeks aangesloten op een geaard stopcontact (geen verlengsnoeren) waarbij tenminste 1x per kwartaal de aardlekschakelaar wordt getest.

  • Het gebruik van verlengsnoeren kan extra risico’s veroorzaken en moet dus afgeraden worden (overbelasting, verslechterde beschermingsgraad). Geaarde installatie biedt bescherming mits deze ook goed functioneert (test de aardlekschakelaar). Houd als principe aan dat alle apparaten rechtstreeks op een stopcontact worden aangesloten en overleg met de bevoegde persoon als er een wens is om daarvan af te wijken

  • Het gebruik van verlengsnoeren kan extra risico’s veroorzaken en moet dus afgeraden worden (overbelasting, verslechterde beschermingsgraad). Geaarde installatie biedt bescherming mits deze ook goed functioneert (test de aardlekschakelaar). Houd als principe aan dat alle apparaten rechtstreeks op een stopcontact worden aangesloten en overleg met de bevoegde persoon als er een wens is om daarvan af te wijken

  • Stopcontacten, verlichting en bedrading zijn in goede staat.

  • Alle stopcontacten, schakelaars en elektrische leidingen/kabels zijn in goede staat, deugdelijk bevestigd en apparaten zijn aangesloten op de vaste installatie.

  • Alle stopcontacten, schakelaars en elektrische leidingen/kabels zijn in goede staat, deugdelijk bevestigd en apparaten zijn aangesloten op de vaste installatie.

Arbeidsmiddelen

  • De arbeidsmiddelen zijn veilig.

  • Machines en apparaten dienen een CE-keurmerk te hebben. Machines en apparaten die geleverd zijn voor 1 januari 1995 dienen te voldoen aan de richtlijn Arbeidsmiddelen. Als machines en apparaten geen CE-keurmerk hebben dan dienen ze zodanig te zijn aangepast dat ze veilig zijn.

  • Machines en apparaten dienen een CE-keurmerk te hebben. Machines en apparaten die geleverd zijn voor 1 januari 1995 dienen te voldoen aan de richtlijn Arbeidsmiddelen. Als machines en apparaten geen CE-keurmerk hebben dan dienen ze zodanig te zijn aangepast dat ze veilig zijn.

  • Er is een onderhoudsplan voor elektrische arbeidsmiddelen en arbeidsmiddelen met een keuringsverplichting worden periodiek gekeurd (o.a. elektrische kooktoestellen, tosti-ijzer, etc.).

  • Het NEN 3140 keuren van elektrische arbeidsmiddelen en handgereedschappen is een wettelijke verplichting sinds 1998. De NEN 3140 keuringen kunnen in eigen beheer maar ook uitbesteed worden. Ook huishoudelijke apparaten dienen periodiek gekeurd te worden volgens deze norm.

  • Het NEN 3140 keuren van elektrische arbeidsmiddelen en handgereedschappen is een wettelijke verplichting sinds 1998. De NEN 3140 keuringen kunnen in eigen beheer maar ook uitbesteed worden. Ook huishoudelijke apparaten dienen periodiek gekeurd te worden volgens deze norm.

  • Er kan veilig gewerkt worden met de arbeidsmiddelen.

  • Machines en apparaten dienen zo te zijn opgesteld dat ze geen gevaar opleveren en in situaties waarin dit nodig is dienen er persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar te worden gesteld.

  • Machines en apparaten dienen zo te zijn opgesteld dat ze geen gevaar opleveren en in situaties waarin dit nodig is dienen er persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar te worden gesteld.

  • Apparaten worden veilig gebruikt door werknemers en bewoners.

  • (Onderhouds-)werkzaamheden aan/met machines, apparaten wordt alleen gedaan door werknemers die deskundig en ervaren zijn. Medewerkers en bewoners dienen voorlichting en instructie te krijgen over veilig en gezond werken m.b.t. machines en apparaten.

  • (Onderhouds-)werkzaamheden aan/met machines, apparaten wordt alleen gedaan door werknemers die deskundig en ervaren zijn.
    Medewerkers dienen voorlichting en instructie te krijgen over veilig en gezond werken m.b.t. machines en apparaten.

Buitenterreinen

  • Beschikt de zorglocatie over een buitenterrein?

  • Wegen en paden zijn goed begaanbaar en overzichtelijk.

  • De buitenterreinen van de instelling bieden sociale veiligheid door (ook in het donker) voldoende verlichting, geen plaatsen met weinig zicht van de omgeving (bosschages/dode hoeken en dergelijke).

  • De fietsenstalling en de parkeerplaats/parkeergarage, is (sociaal) veilig ingericht.

  • Het omliggende terrein wordt periodiek onderhouden (wegen, paden en parkeergelegenheden). Voorkom zo gevaar van uitglijden, struikelen, misstappen of aanrijdingen.

Bedrijfshulpverlening (BHV) en brandpreventie

Bedrijfshulpverleners

  • Medewerker(s) kan/kunnen de wettelijke BHV-taken uitvoeren.

  • Bedrijfshulpverleners moeten: eerste hulp bij ongevallen (EHBO) kunnen verlenen; een beginnende brand kunnen bestrijden; een ontruiming van het gebouw kunnen begeleiden; hulpverleners kunnen alarmeren.

  • Bedrijfshulpverleners moeten: eerste hulp bij ongevallen (EHBO) kunnen verlenen; een beginnende brand kunnen bestrijden; een ontruiming van het gebouw kunnen begeleiden; hulpverleners kunnen alarmeren.

  • Er is een BHV-plan (en/of alarmkaart) gemaakt voor deze locatie.

  • Voor informatie: inPreventie, Arboportaal. https://www.arboportaal.nl/onderwerpen/bedrijfsnoodplan. https://www.inpreventie.nl/kennisbank/preventiewerk/hulp-bij-vragen

  • Voor informatie: inPreventie, Arboportaal. https://www.arboportaal.nl/onderwerpen/bedrijfsnoodplan. https://www.inpreventie.nl/kennisbank/preventiewerk/hulp-bij-vragen

  • Alle medewerkers zijn op de hoogte van hun taak en rol tijdens calamiteiten.

  • Alle medewerkers dienen kennis te nemen van het bedrijfsnoodplan en bij calamiteiten de instructies van bedrijfshulpverleners op te volgen. Zorg dat de medewerkers weten wie BHV-er is en hoe ze de hulp in moeten roepen. Leg bijvoorbeeld bij ieder telefoontoestel een 'alarmkaart'

  • Alle medewerkers dienen kennis te nemen van het bedrijfsnoodplan en bij calamiteiten de instructies van bedrijfshulpverleners op te volgen. Zorg dat de medewerkers weten wie BHV-er is en hoe ze de hulp in moeten roepen. Leg bijvoorbeeld bij ieder telefoontoestel een 'alarmkaart'

Voorzieningen in noodsituaties (brandpreventie)

  • Deuren in vluchtwegen zijn vrij toegankelijk en kunnen ogenblikkelijk volledig worden geopend?

  • Als er mensen in een gebouw aanwezig zijn, dan mogen deuren die bij het vluchten een rol spelen niet op slot zijn, zodat het niet nodig is een sleutel te gebruiken om het pand te kunnen verlaten. Onder sleutel wordt hier niet alleen een bij een slot behorende sleutel bedoeld maar elk ander los voorwerp dat nodig kan zijn om een deur bij brand over de ten minste vereiste breedte te openen.

  • Als er mensen in een gebouw aanwezig zijn, dan mogen deuren die bij het vluchten een rol spelen niet op slot zijn, zodat het niet nodig is een sleutel te gebruiken om het pand te kunnen verlaten. Onder sleutel wordt hier niet alleen een bij een slot behorende sleutel bedoeld maar elk ander los voorwerp dat nodig kan zijn om een deur bij brand over de ten minste vereiste breedte te openen.

  • Bij uitval van de netspanning is er voldoende (nood)verlichting aanwezig om het gebouw veilig te kunnen verlaten.

  • Noodverlichting is voorgeschreven voor verblijfsruimten met meer dan 75 personen en elke vluchtroute waarop de personen uit deze ruimte bij het vluchten zijn aangewezen, voor zover die routes door een besloten ruimte voeren. Ook in een andere situatie kan het wenselijk zijn dat noodverlichting wordt aangebracht als door de uitval van elektriciteit een gevaarlijke situatie kan ontstaan.

  • Noodverlichting is voorgeschreven voor verblijfsruimten met meer dan 75 personen en elke vluchtroute waarop de personen uit deze ruimte bij het vluchten zijn aangewezen, voor zover die routes door een besloten ruimte voeren. Ook in een andere situatie kan het wenselijk zijn dat noodverlichting wordt aangebracht als door de uitval van elektriciteit een gevaarlijke situatie kan ontstaan.

  • Er zijn voldoende draagbare blustoestellen om een beginnende brand te bestrijden.

  • Draagbare blustoestellen hebben in het algemeen slechts een aanvullende functie op de in artikel 6.28 Bouwbesluit 2012 voorgeschreven brandslanghaspels. Draagbare blustoestellen zijn altijd nodig indien er geen brandslanghaspels aanwezig zijn. Ook indien er bijzondere gevaren zijn waarbij water geen geschikt blusmiddel is (bijvoorbeeld bij frituren) kunnen aanvullend draagbare blustoestellen worden geplaatst.

  • Draagbare blustoestellen hebben in het algemeen slechts een aanvullende functie op de in artikel 6.28 Bouwbesluit 2012 voorgeschreven brandslanghaspels. Draagbare blustoestellen zijn altijd nodig indien er geen brandslanghaspels aanwezig zijn. Ook indien er bijzondere gevaren zijn waarbij water geen geschikt blusmiddel is (bijvoorbeeld bij frituren) kunnen aanvullend draagbare blustoestellen worden geplaatst.

  • Alle brandblusmiddelen worden periodiek gecontroleerd en onderhouden.

  • Op grond van artikel 1.16 (Zorgplicht) Bouwbesluit 2012 moeten draagbare blustoestellen ten minste eenmaal per twee jaar op een adequate wijze worden gecontroleerd en onderhouden.

  • Op grond van artikel 1.16 (Zorgplicht) Bouwbesluit 2012 moeten draagbare blustoestellen ten minste eenmaal per twee jaar op een adequate wijze worden gecontroleerd en onderhouden.

  • In geval van brand of nood is voor alle medewerkers, begeleiders en bewoners overal een noodsignaal te horen.

  • Een ontruimingsalarminstallatie is verplicht indien er een brandmeldinstallatie aanwezig is. Deze installatie kan geïntegreerd zijn in de brandmeldinstallatie.

  • Een ontruimingsalarminstallatie is verplicht indien er een brandmeldinstallatie aanwezig is. Deze installatie kan geïntegreerd zijn in de brandmeldinstallatie.

  • De brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie worden (indien aanwezig) jaarlijks onderhouden door een branddetectiebedrijf. Hiervan is een onderhoudsrapport of certificaat aanwezig.

  • De aanwezigheid van een brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie zijn afhankelijk van de gebouwoppervlakte en het aantal verdiepingen. In bijlage 1 bij het Bouwbesluit 2012 staan de grenswaarden waarboven brandmeldinstallatie verplicht is. Ook doodlopende einden in het gebouw kunnen een reden zijn.

  • De aanwezigheid van een brandmeldinstallatie en ontruimingsalarminstallatie zijn afhankelijk van de gebouwoppervlakte en het aantal verdiepingen. In bijlage 1 bij het Bouwbesluit 2012 staan de grenswaarden waarboven brandmeldinstallatie verplicht is. Ook doodlopende einden in het gebouw kunnen een reden zijn.

  • Medewerkers en bewoners kunnen de BrandMeldCentrale (BMC) bedienen o.b.v. een bedieningskaart.

  • Naast het jaarlijks onderhoud door een erkend bedrijf moet u als gebruiker ook zelf zorgen voor controle dat de installaties goed functioneren. Medewerkers en bewoners dienen de BMC te kunnen bedienen. Hiervoor dient u een "beheerder brandmeldinstallatie" (ook wel opgeleid persoon) aan te stellen.

  • Naast het jaarlijks onderhoud door een erkend bedrijf moet u als gebruiker ook zelf zorgen voor controle dat de installaties goed functioneren. Deze controles moet u vastleggen in het logboek dat bij de brandmeldinstallatie aanwezig is. Hiervoor dient u een "beheerder brandmeldinstallatie" (ook wel opgeleid persoon) aan te stellen

Beeldschermwerk en fysieke belasting

Beeldschermwerk en fysieke belasting

  • De inrichting van de werkplek is afgestemd op de lichaamsmaten van de medewerker en de taken die hij/zij uitvoert.

  • Werkplekken waar door verschillende medewerkers gebruik van wordt gemaakt moeten instelbaar zijn. Zowel de tafels als de stoelen moeten instelbaar zijn en geschikt voor medewerkers met verschillende lengtes.

  • Werkplekken waar door verschillende medewerkers gebruik van wordt gemaakt moeten instelbaar zijn. Zowel de tafels als de stoelen moeten instelbaar zijn en geschikt voor medewerkers met verschillende lengtes.

  • Er wordt langer dan 2 uur per dag achter een beeldscherm gewerkt?

  • Het beeldscherm en toetsenbord voldoen aan de ergonomische eisen (laptophouder, extra scherm en -toetsenbord)

  • Het meubilair voldoet aan de ergonomische eisen en is instelbaar op de juiste hoogte en lichaamslengte

  • De beeldschermwerkzaamheden worden maximaal 2 uur achtereen uitgevoerd en maximaal 6 uur per werkdag. Tussentijds worden andere werkzaamheden verricht of pauze genomen.

  • Als langdurig achter elkaar beeldschermwerk wordt verricht kan spanning of overbelasting van specifieke delen van het lichaam optreden. Daarom moet na 2 uur het werk onderbroken worden zodat deze delen worden ontlast. Dat kan door pauzeren of werk doen dat meer en andere beweging met zich mee brengt.

  • Het verlichtingsniveau is voldoende, er is een passend contrast tussen beeldscherm en omgeving en er is geen hinderlijke reflectie op het beeldscherm.

  • Hinderlijke spiegelingen, reflecties van verlichting of lichte oppervlakken die zichtbaar zijn in het beeldscherm, maken het moeilijker om waar te nemen wat er op het beeldscherm getoond wordt. Deze extra inspanning kan leiden tot een slechte werkhouding, oogvermoeidheid en hoofdpijnklachten.
    Het juiste verlichtingsniveau ligt tussen de 500 en 750 lux op het werkblad van de beeldschermwerkplek. In de algemene kantoorruimte ligt dat tussen de 200-800 lux.

  • Medewerkers hebben instructie en voorlichting gehad over gezond beeldschermwerk.

  • Voorlichting en onderricht over beeldschermwerk, de risico's en preventieve maatregelen zijn dan ook van belang in het voorkomen van klachten. Deze voorlichting en het onderricht vinden plaats bij indiensttreding en verder zo vaak als nodig is.

  • Medewerkers krijgen voorlichting en instructie over de risico's van fysieke overbelasting en de preventiemaatregelen.

  • Er zijn hulpmiddelen beschikbaar om fysieke overbelasting te beperken.

  • Er wordt zo min mogelijk in ongunstige lichaamshoudingen gewerkt.

Biologische agentia en gevaarlijke stoffen

Coronavirus

  • Artikel 3.2a. Tijdelijke aanvullende vereisten in verband met de bestrijding van de epidemie covid-19, link: https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0008498&hoofdstuk=3&afdeling=1¶graaf=2&artikel=3.2a&z=2021-01-01&g=2021-01-01

  • Er zijn regels opgesteld die voor iedereen in het huis/gebouw zichtbaar zijn

  • De regels voor derden zijn meteen duidelijk zichtbaar bij binnenkomst.

  • Er zijn desinfectiemiddelen beschikbaar op locatie.

  • Er zijn maatregelen genomen om besmettingsrisico's te verlagen

Infectieziekten

  • Er is inzichtelijk welke groepen medewerkers of functies risico lopen op infectieziekten en in welke situaties dat zich voordoet.

  • Besmetting met legionella wordt voorkomen.

  • Waterleidingen die niet of nauwelijks gebruikt worden kunnen bij het toch gebruiken van het water besmettingsgevaar met legionella bacteriën opleveren. Zorg ervoor dat deze waterleidingen niet gebruikt kunnen worden. Zorg ook dat alle waterinstallaties legionella-vrij zijn.
    Bij de aanwezigheid van een luchtbevochtigingsinstallatie dienen periodiek monsters genomen te worden die getoetst worden aan de norm.

  • Waterleidingen die niet of nauwelijks gebruikt worden kunnen bij het toch gebruiken van het water besmettingsgevaar met legionella bacteriën opleveren. Zorg ervoor dat deze waterleidingen niet gebruikt kunnen worden. Zorg ook dat alle waterinstallaties legionella-vrij zijn.
    Bij de aanwezigheid van een luchtbevochtigingsinstallatie dienen periodiek monsters genomen te worden die getoetst worden aan de norm.

  • Er wordt voldoende schoongemaakt.

  • Werkruimtes en sanitaire ruimtes worden volgens een vast schema gereinigd. Daarbij moet het voor de schoonmakers ook goed mogelijk zijn om schoon te maken. Dat wil zeggen dat gezorgd wordt dat de werkoppervlakken en vloeren opgeruimd zijn, voordat de schoonmaak begint. Ook moeten schoonmakers weten wat ze wel en niet mogen aanraken en moeten schoonmaken.

  • Werkruimtes en sanitaire ruimtes worden volgens een vast schema gereinigd. Daarbij moet het voor de schoonmakers ook goed mogelijk zijn om schoon te maken. Dat wil zeggen dat gezorgd wordt dat de werkoppervlakken en vloeren opgeruimd zijn, voordat de schoonmaak begint. Ook moeten schoonmakers weten wat ze wel en niet mogen aanraken en moeten schoonmaken.

Gevaarlijke stoffen (o.a. Schoonmaakmiddelen)

  • Er zijn instructies voor veilig gebruik van schoonmaakmiddelen.

  • Er zijn hulpmiddelen en/of persoonlijke beschermingsmiddelen voor veilig gebruik van schoonmaakmiddelen.

  • De veiligheidsinformatiebladen van de schoonmaakmiddelen zijn beschikbaar en actueel.

  • Het is inzichtelijk waar en door wie er met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt.

  • Medewerkers krijgen voorlichting en instructie over de risico's van werken met gevaarlijke stoffen en de bijbehorende maatregelen.

  • Medewerkers krijgen voorlichting en instructie over de risico's van werken met gevaarlijke stoffen en de bijbehorende maatregelen.

  • De voorraad brandbare vloeistof is veilig opgeslagen.

  • Medewerkers krijgen voorlichting en instructie over de risico's van werken met gevaarlijke stoffen en de bijbehorende maatregelen.

  • De voorraad brandbare vloeistof is veilig opgeslagen.

Speciale ruimtes en werkzaamheden

De modules hieronder zijn optioneel, bij een "ja" zullen vragen naar voren komen. Bij "nee" kunt u verder met de volgende bouwsteen.

Keuken/kantine

  • Beschikt de zorglocatie over een keuken en/of kantine?

  • De keuken wordt goed schoongemaakt.

  • Zorg voor een goede afdichting van alle werkoppervlakken en zorg dat deze altijd opgeruimd zijn, zodat deze goed schoongemaakt kunnen worden.

  • Zorg voor een goede afdichting van alle werkoppervlakken en zorg dat deze altijd opgeruimd zijn, zodat deze goed schoongemaakt kunnen worden.

  • In de keuken wordt er op gezette tijden een kwaliteitsaudit gedaan door de beheerder.

Ambulant werken/alleen werken

  • (Sommige) medewerkers op deze locatie werken ambulant of solistisch.

  • Er zijn maatregelen en voorzieningen getroffen om de risico’s van alleen-werken te beperken.

  • Maak een inventarisatie van wie alleen werkt, waar in het gebouw en wanneer. Wat is de frequentie, zijn er alternatieve mogelijkheden? Zorg voor een goede registratie van wie aanwezig is. Dit is ook van belang voor uw BHV-organisatie. Werkgevers kunnen verschillende maatregelen treffen om het voor alleen-werkenden veiliger te maken.

  • Maak een inventarisatie van wie alleen werkt, waar in het gebouw en wanneer. Wat is de frequentie, zijn er alternatieve mogelijkheden? Zorg voor een goede registratie van wie aanwezig is. Dit is ook van belang voor uw BHV-organisatie. Werkgevers kunnen verschillende maatregelen treffen om het voor alleen-werkenden veiliger te maken.

  • Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over wat norm overschrijdend gedrag inhoudt binnen de organisatie.

  • Bij de verdeling van casussen/werkzaamheden wordt een risico-inschatting gemaakt van norm overschrijdend gedrag.

  • Gedragsregels bij huis- of bedrijfsbezoeken worden vooraf kenbaar gemaakt aan derden.

  • Medewerkers gaan (indien dat niet per se nodig is) niet op huisbezoek bij derden met een agressief verleden, maar laten hen naar een veilige omgeving komen.

  • Bij voorkeur wordt ieder eerste (huis)bezoek, zeker wanneer dat het eerste contact is, afgelegd door twee medewerkers.

  • De werkroosters zijn zo opgebouwd dat het bij (risicovolle) ambulante werkzaamheden altijd mogelijk is een tweede collega mee te nemen en er is altijd voldoende bezetting op de werklocatie, zodat de telefoon wordt opgenomen als de ambulante werknemer contact zoekt.

  • De ambulante werknemer kan alarm slaan en assistentie inschakelen als een situatie dreigt te escaleren.

  • Er zijn voorzieningen geregeld en er is instructie gegeven over het gebruik.

  • Er zijn voorzieningen geregeld en er is instructie gegeven over het gebruik.

  • Afspraken buiten werktijd worden zoveel mogelijk vermeden.

  • Medewerkers die ambulante werkzaamheden verrichten, geven vooraf aan welk adres ze gaan bezoeken en geven wijzigingen telefonisch door.

  • Ambulante werknemers dienen altijd gelokaliseerd te kunnen worden.

  • Ambulante werknemers dienen altijd gelokaliseerd te kunnen worden.

  • Er zijn samenwerkingsafspraken gemaakt met de politie en eventuele andere instanties voor het geval er zich een calamiteit voordoet.

  • Ambulante en/of solistische medewerkers zijn aantoonbaar op de hoogte van de voor hen geldende risico's tijdens deze specifieke werkzaamheden.

  • Medewerkers die regelmatig op een andere locatie werken dan het eigen kantoor krijgen voorlichting en onderricht over de specifieke situatie waar zij werkzaam zijn.

  • Medewerkers die regelmatig op een andere locatie werken dan het eigen kantoor krijgen voorlichting en onderricht over de specifieke situatie waar zij werkzaam zijn.

Woonruimten

  • Beschikt de zorglocatie over een of meerdere woonruimtes?

  • Het gebruik van de woonruimtes is in overeenstemming met de vergunningen/vergunningplichten.

  • De inventaris is afgestemd op het gebruik van de ruimte (de woonruimten staan niet te vol).

Spreekkamers

  • Beschikt de zorglocatie over een of meerdere spreekkamers?

  • De spreekkamer is zo ingericht dat zowel de werknemer en de cliënt de ruimte snel kunnen verlaten bij agressie (dit kan door de tafel haaks tegenover de deur te plaatsen).

  • Er is voorkomen dat er losse voorwerpen aanwezig zijn die bij escalatie gebruikt kunnen worden als ‘wapen’.

  • De spreekkamers zijn zo gepositioneerd dat toezicht/sociale controle mogelijk is (zonder privacy te veel te schenden).

  • Indien nodig is de ruimte voorzien van ventilatie, alarmeringsvoorziening en camerabewaking.

Kleedruimte

  • Beschikt de zorglocatie over een of meerdere kleedruimtes?

  • Er zijn gescheiden kleedruimtes voor mannen en vrouwen.

  • De kleedruimte kan verwarmd worden.

  • In de kleedruimte is goede ventilatie aanwezig.

  • In de kleedruimte staan stoelen en/of banken.

  • In de kleedruimte is een eigen afsluitbare kast per werknemer aanwezig om (werk)kleding te kunnen bewaren.

  • Natte of vieze kleding kan op een afgesloten, geventileerde plaats bewaard worden.

  • De kleedruimte is afgestemd op het aantal werknemers.

Somatische onderzoeksruimten

  • Beschikt de zorglocatie over een of meerdere somatische onderzoeksruimten?

  • De onderzoeksruimte is voorzien van een in hoogte verstelbare en verrijdbare behandeltafel.

  • De behandeltafel is zo geplaatst dat er omheen gelopen kan worden, zodat deze niet steeds verreden hoeft te worden.

  • De onderzoeksruimte kan van binnen afgesloten worden (in verband met privacy).

Receptie/balie

  • Beschikt de zorglocatie over een receptie/balie?

  • De balie is zo geconstrueerd dat de werknemer op ooghoogte zit met de bezoekers en dat de plaats waar de werknemer komt te werken recht tegenover de plaats is waar de bezoekers komen te staan.

  • De ingang en wachtruimte zijn vanuit de balie-werkplek goed te overzien.

  • Er is een goede vluchtweg vanuit de receptie in geval van calamiteiten.

  • De balie is afgeschermd zodat men veilig kan werken en zo min mogelijk gestoord wordt.

  • Zorg ervoor dat de baliemedewerker veilig kan werken en zo min mogelijk gestoord wordt. Zorg ervoor dat de baliemedewerker beschermd is tegen agressie en geweld en snel hulp kan inroepen bij ongewenst bezoek. De baliemedewerker heeft goed zicht op de deur en op wachtende bezoekers. Als tevens telefoongesprekken gevoerd worden is er geen achtergrondlawaai en gasten in de wachtruimte kunnen niet meeluisteren met gesprekken waarbij dat niet gewenst is.

  • Zorg ervoor dat de baliemedewerker veilig kan werken en zo min mogelijk gestoord wordt. Zorg ervoor dat de baliemedewerker beschermd is tegen agressie en geweld en snel hulp kan inroepen bij ongewenst bezoek. De baliemedewerker heeft goed zicht op de deur en op wachtende bezoekers. Als tevens telefoongesprekken gevoerd worden is er geen achtergrondlawaai en gasten in de wachtruimte kunnen niet meeluisteren met gesprekken waarbij dat niet gewenst is.

  • De balie beschikt over een alarminstallatie of rode knop om hulp in te kunnen roepen.

  • Het klimaat is aangenaam voor het werk dat men verricht.

  • Vaak liggen receptie/balie in een centrale hal of gang, dicht bij de buitendeur. In veel gebouwen kan het daar tochtig zijn. Ook wordt in ontwerp van gebouwen de verwarming voor deze 'verkeersruimtes' lager ingesteld dan in andere (kantoor) werkruimtes. Zodoende is klimaat een extra aandachtspunt voor balie/receptiewerkplekken.

  • Vaak liggen receptie/balie in een centrale hal of gang, dicht bij de buitendeur. In veel gebouwen kan het daar tochtig zijn. Ook wordt in ontwerp van gebouwen de verwarming voor deze 'verkeersruimtes' lager ingesteld dan in andere (kantoor) werkruimtes. Zodoende is klimaat een extra aandachtspunt voor balie/receptiewerkplekken.

Vervoer

  • Er worden vervoersactiviteiten uitgevoerd (werk-werkverkeer).

  • De vervoersmiddelen voldoen aan de wettelijke eisen en zijn goed onderhouden.

  • Er zijn een verbandkist, brandblusser en lifehammer aanwezig in het vervoersmiddel.

  • De afspraken over halen en brengen van cliënten zijn vastgelegd.

  • Er is een protocol hoe te handelen in geval van een ongeluk of andere noodsituatie.

  • De aansprakelijkheid bij letsel en schade door verkeersdeelname is afgedekt.

  • Vervoer wordt verzorgd door werknemers die deskundig en ervaren zijn.

Afronding

  • Conclusie en indien aanvullende adviezen

  • U contactpersonen voor dit RI&E-instrument zijn:

  • Wies van Hofwegen, AdWies, info@adwies.nl, 06 302 65 701

    Adwies.png
  • André Verbeek, AMM Consultancy B.V., andre@ammconsultancy.nl, 085 773 1716

    120905 Logo AMM_def.jpg
The templates available in our Public Library have been created by our customers and employees to help get you started using SafetyCulture's solutions. The templates are intended to be used as hypothetical examples only and should not be used as a substitute for professional advice. You should seek your own professional advice to determine if the use of a template is permissible in your workplace or jurisdiction. You should independently determine whether the template is suitable for your circumstances.